De watersportbaan Hazewinkel in Willebroek deed de afgelopen dagen dienst als filmset voor de opname van de langspeelfilm “Skiff” van Cecilia Verheyden (foto bovenaan, aan de monitor). Een skiff is een eenpersoons-roeiboot, en de titel van de film verwijst meteen naar de arena waarin de film is gesitueerd: tijdens de opnamen in Willebroek werd er gefilmd op het water, in de botenloodsen en in de kleedkamers.
De film volgt de vijftienjarige Malou die opgroeit in een kleine gemeente en uitblinkt in de plaatselijke roeiclub. Maar ze wordt er gepest en omdat ze een afwezige moeder heeft, is haar broer Max de enige waar ze af en toe haar hart kan luchten. Wanneer Malou gevoelens krijgt voor Nouria, de vriendin van haar broer, ontstaat er een verwarrende driehoeksverhouding.

De belangrijkste rollen in de film worden gespeeld door o.m. Femke Vanhove (Malou), Lina Miftah (Nouria), Jeroen Van der Ven (trainer van Malou) en Natali Broods.
“Skiff” is een productie van Mirage in coproductie met Lemming Film, Grand Slam en Les Films du Fleuve, de productiemaatschappij van de gebroeders Dardenne. De film komt mede tot stand met de steun van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) van de Vlaamse Overheid, de Tax Shelter maatregel van de Federale Overheid via Flanders Tax Shelter, Screen Flanders, het Nederlands Film Fonds en het Netherlands Film Production Incentive, Centre du Cinéma et de l’Audiovisuel de la Fédération Wallonie-Bruxelles, Swedish Film Institute, Eurimages en Creative Europe – MEDIA van de Europese Unie.
De film komt in 2024 in de Belgische bioscopen en wordt verdeeld door Kinepolis Film Distribution.
Op de set van de film werden tussen de opnames door volgende korte gesprekken opgetekend met Cecilia Verheyden en drie van haar hoofdrolspelers: Femke Vanhove, Lina Miftah en Jeroen Van der Ven.

Cineaste en scenariste Cecilia Verheyden (geb. 1985) is geen veelfilmer, maar haar films en series maken wel een wereld van verschil. Met haar eerste langspeelfilm, “Achter de wolken” (2016) met Chris Lomme en Jo De Meyere, over twee mensen die mekaar na vijftig jaar opnieuw ontmoeten, drukte ze meteen haar stempel en toonde ze hoe ze de vertolkingen van haar acteurs naar een hoger niveau kan tillen. Van het tweede seizoen van “Undercover” (2020) regisseerde ze vijf afleveringen, en ze draaide eveneens de succesvolle spin-off film “Ferry” (2021). Voor Eén en Netflix draaide ze nadien de serie “Rough Diamonds” (2023) met in de hoofdrollen o.m. Kevin Janssens, Marie Vinck en Gène Bervoets. Met Vincent Vanneste schreef ze ook het scenario van haar nieuwste film “Skiff.”
Kun je iets vertellen over de achtergrond van “Skiff” en hoe de film tot stand is gekomen?
De film is een persoonlijk project in die zin dat het mijn eerste scenario is. Voordien had ik uitsluitend als regisseur gewerkt. Er zitten in de film een aantal elementen uit mijn eigen leven; ik ben opgegroeid met broers, en het hoofdpersonage in de film heeft ook broers. Ze zoekt naar zichzelf en naar haar eigen identiteit, en ik heb die zoektocht ook meegemaakt. Er zijn dus een aantal aspecten uit mijn eigen leven die me hebben geïnspireerd, maar het verhaal op zich en het karakter van het hoofdpersonage, dat is niet mijn verhaal. Zij is niet per se ik. Ik zou eerder zeggen dat in elk van de personages en in elk van de gebeurtenissen een stukje van mij is terug te vinden, zonder dat het in één specifiek element zit. Mensen die me kennen gaan zeker dingen van mij herkennen, of uit mijn verhaal, zonder dat het één-op-één mijn verhaal is.
Hoe verliep het uitwerken van je scenario? Want regisseurs zeggen wel eens dat een scenario schrijven best lastig is.
Ja, dat is zo [lacht]. Het is echt niet gemakkelijk. In het begin schreef ik het alleen. Omdat het een persoonlijk verhaal was, dacht ik, ‘Wie anders dan ik weet beter waarover ik wil praten?’ Toen voelde ik dat ik veel meer een regisseur was en minder een scenariste. Ik had wel ideeën voor leuke personages en leuke scènes, maar het vinden van de structuur was moeilijker omdat ik daar minder ervaring in heb. Daarom heeft mijn producente me voorgesteld aan scenarist Vincent Vanneste, en samen hebben we dan het scenario gefinaliseerd. Ik had ook zijn ervaring nodig. Doordat je met twee werkt, word je ook gedwongen om luidop te praten over je ideeën en je gaat dingen bespreken; je hoort jezelf dingen luidop zeggen en hoort waarover je zelf onzeker of zelfzeker bent. Die wisselwerking verliep heel vlot en hij zorgde voor de structuur, de duidelijkheid en de boog in het verhaal, terwijl ik met alle ideeën kon goochelen. Dus ik ben blij dat we het scenario samen hebben geschreven.

Heb je als cineaste dan tijdens het schrijven ook de neiging om in gedachten al te draaien en te monteren?
Nee, dat probeer ik los te laten. Ik ben op dat moment als scenariste aan het werk en sta niet teveel stil bij, ‘Hoe ga ik die scène aan het water in beeld brengen?’ Dat zijn problemen die ik nu moet oplossen. Mocht ik het toen als regisseur hebben bekeken, had ik me misschien teveel beperkt omdat het roeien, de roeiwereld, en ook het draaien aan het water niet altijd zo evident is. Ik heb dus echt geprobeerd om alles hoofdstuk per hoofdstuk te bekijken; toen was ik scenariste, nu ben ik regisseur en tijdens de montage wil ik niet meer stilstaan bij hoe moeilijk sommige scènes waren om te draaien. Elke fase probeer ik dus los te koppelen.
In je werk ben je altijd een acteursregisseur. Ik neem aan dat je met “Skiff” die lijn doortrekt?
Ja, absoluut. Ook als ik word gevraagd voor een project, kijk ik altijd naar de personages. Vind ik ze boeiend en kan ik daar iets mee doen, mag ik zelf de casting doen… Op de set vind ik de acteursregie het allerleukste. Er komt ook veel techniek bij kijken—dat hoort er nu eenmaal bij—maar het allerleukste is de juiste acteurs kiezen en hen dan begeleiden en regisseren.
Dat is ook je sterkte, niet? Want als regisseur maak je altijd duidelijk dat een tafel, twee stoelen en enkele acteurs voor jou genoeg is om aan de slag te kunnen.
Dat is leuk om te horen, en zo simpel is het soms ook. Je kan complexe scènes hebben die heel technisch zijn, maar een scène met twee mensen aan een tafel… absoluut.

De 19-jarige actrice Femke Vanhove begon haar acteercarrière in “Vele hemels boven de zevende” (2017) van Jan Matthys, naar de gelijknamige debuutroman van Griet Op de Beeck uit 2013. In de film speelde ze de rol van June. Nadien maakte ze furore in de achtdelige TV-serie “Een goed jaar” (2020) als Fleur, de dochter van Erik (rol voor Jurgen Delnaet) en Claire (gespeeld door Inge Paulussen), en vorig jaar liet ze zich nogmaals opmerken in de serie “Geldwolven” als Charlotte, de dochter van Frank (Tom Van Dyck) en Nathalie (Lotte Heijtenis). In “Skiff” speelt ze het hoofdpersonage Malou.
Kun je iets vertellen over je personage?
Malou is heel onzeker en heeft meer nood aan liefde en knuffels dan ze krijgt. Ze weet niet goed wat ze moet doen met alle emoties die ze in zich draagt omdat er in haar gezin niet echt over wordt gepraat. Ze weet niet aan wie ze wat kan zeggen, en of ze dat wel moet zeggen, totdat ze beseft dat ze de boosheid en de gevoelens in haar er bij wijze van spreken kan uitroeien. Het sporten helpt haar om haar energie in los te laten, dan is ze volledig aangewezen op eigen krachten. Ze kan goed roeien. Ze weet hoe ze dat moet doen, ze is sterk en weet hoe ze haar lichaam daarvoor kan gebruiken. Het roeien biedt haar een soort zekerheid die ze daarbuiten niet heeft.
Kan je zelf ook goed roeien?
Ik heb een half jaar intensief voor de film getraind. Nu kan ik wel roeien—perfect sowieso niet—maar wel goed genoeg, volgens m’n trainer, en ik geloof hem. Dat was een heftige periode. Tijdens mijn extra jaar op de kunsthumaniora—zevende jaar muziek-woord—ging ik twee dagen per week minder naar school om te gaan trainen. Ik had eerst geprobeerd om het combineren, maar dat lukte niet. Roeien is een zware sport, het was allemaal nieuw voor mij en ik moest het op een half jaar tijd leren en dus goed doortrainen. Ik was altijd kapot en had mijn rust nodig. Daarom had ik dus gevraagd om minder naar school te mogen gaan omdat het anders niet ging lukken.
Is het je ambitie om actrice te worden?
Als dat lukt, ja. Ik heb voor deze film ook een auditie gedaan en ben méér dan dankbaar en superblij dat ik hier mag zijn en dat ik dit verhaal met al die topmensen mee mag vertellen. Ik kan niet zeggen hoe blij ik ben dat ik hieraan mag meedoen, maar wat achteraf gebeurt, dat gebeurt. En wat niet gebeurt, gebeurt niet. We zullen zien. Ik ga zeker nog studeren en als acteren er in de toekomst nog bijkomt, keileuk! Maar het is zo’n onzekere sector, dus ik ga niet zeggen, ‘Ik word actrice.’ Dat is gewoon gevaarlijk [lacht]. Dat is helemaal niet negatief bedoeld, hé. Maar er kan zoveel gebeuren. Misschien hebben ze nu rollen voor je en over twee jaar zijn ze je misschien vergeten. Dat kan, hé. Dus ik blijf voorzichtig en houd met m’n opleiding op school graag iets achter de hand.

Lina Miftah (21) is van oorsprong een Franstalige actrice en momenteel tweedejaarsstudente aan het Conservatorium in Luik. Op social media had ze vorig jaar gezien dat er voor “Skiff” actrices werden gezocht; ze had zich ingeschreven en werd uiteindelijk gecast. Als voorbereiding op de film heeft ze enkele roeilessen gevolgd en had ze twee leerkrachten om haar Nederlands bij te schaven. In de film heeft ze met het personage van Nouria meteen een van de hoofdrollen beet.
Wanneer wist je dat je Nouria kon spelen?
Dat is sinds eind september of begin oktober van vorig jaar. Toen had Cecilia [Verheyden] me gebeld om te zeggen dat ik de rol had. Dat was fantastisch nieuws. Nu heb ik tijdens de opnamen echt de gelegenheid om de backstage van de filmwereld te leren kennen en te zien hoe alles wordt gemaakt. Als kijker zie je enkel het resultaat, maar je hebt geen idee van al het intensieve werk dat eraan voorafgaat en hoe alles wordt opgebouwd.
Hoeveel draaidagen heb je voor “Skiff”?
Ik heb ongeveer drieëntwintig draaidagen, maar in juli hebben we ook twee weken gerepeteerd. Eerder hadden we ook een boot camp zodat we elkaar beter leerden kennen met verschillende workshops. Dat was zeer interessant.
Heb je de ambitie om te blijven acteren in Vlaamse films?
Acteren is mijn passie, dat komt bij mij op de eerste plaats, en dat kan dus in theater of in film. Maar nu, dank zij “Skiff,” wil ik zeker verder werken aan mijn Nederlands. In de film praat ik veel Nederlands, ook een beetje Frans, maar wil me daarin verbeteren. Het gevoelsmatige verschil tussen beide talen wil ik wegwerken zodat ik me perfect thuisvoel wanneer ik in beide talen denk en praat.
Welke opdrachten krijg je bij je opleiding aan het Conservatorium?
Dat zijn meerdere en uiteenlopende opdrachten. Vorig schooljaar hebben we bijvoorbeeld “As You Like It” van William Shakespeare gebracht, en we deden ook “The Three Sisters” van Anton Chekov. In het derde trimester kregen we een opdracht in het kader van observatie.

Jeroen Van der Ven is een veelgevraagd Vlaams acteur die in meerdere films te zien was, waaronder “Image” (2014) van Adil & Bilall, “De Premier” (2016) van Erik Van Looy, en “Hellhole” (2019) van Bas Devos. Hij speelde ook in tal van TV-series, zoals “Salamander” (2018), seizoenen één en twee van “Undercover” (2019-2020), “Lost Luggage” (2022) en “Rough Diamonds” (2023).
Met “Undercover” (tweede seizoen, 2020) en “Rough Diamonds” had hij eerder al met Cecilia Verheyden gewerkt, en toen ze hem vroeg om in “Skiff” mee te spelen, ging hij meteen akkoord. Niet enkel omdat ze dan opnieuw konden samenwerken, maar ook omwille van haar scenario dat hem van bij het begin boeide en fascineerde. In “Skiff” speelt hij de rol van Luc, de trainer van Malou.
Je bent ook bekend als toneelspeler, maar acteren voor de camera is evenzeer jouw habitat?
Ik vind acteren voor de camera altijd heel spannend en ik doe het enorm graag. In theater zit je gemakkelijk in een flow en een concentratie van een voorstelling die een hele avond duurt en je bent zelf het medium. Op een filmset gebeurt er zoveel rondom je en word je gemakkelijk afgeleid, terwijl je altijd je focus moet behouden. Dat maakt het heel spannend en is dus anders dan bij toneel, maar ik beleef hier heel veel plezier. Wanneer het aan jou is en de camera staat op jou gericht, dat is enorm boeiend, hé. Wat wij hier nu doen aan het water—ook al is het een klein onderdeel van de film—neemt natuurlijk wel iets meer tijd in beslag. Als je iets opnieuw moet doen, moeten alle boten terug naar hun beginpositie. Dat duurt wel even. En tijd is net wat heel kostbaar is bij een film.
Is er voor jou een groot verschil tussen acteren op de planken en voor de camera?
Ja. Hoe je je stem gebruikt, hoe je je lichaam gebruikt, je emotionaliteit… Het is heel anders. Wanneer je filmt, moet je in de juiste mindset komen, en dat is altijd een uitdaging. Dat is voor mij een trigger. Ik heb altijd het volste vertrouwen in m’n regisseurs, en zo weet je dat je het beste uit jezelf kan halen, ook al zou je soms zelf twijfelen. Als je denkt, ‘Ah, deze scène vond ik niet zo goed, ik heb niet gevonden wat ik moest vinden,’ en je ziet het nadien terug en je zegt, ‘Het was toch wel okee,’ dan besef je dat je gevoel niet altijd overeenkomt met hoe het er uitziet. En dat kan ook omgekeerd zijn. Met je regisseur en een grote groep mensen rondom je zoek je altijd naar iets en het is de bedoeling dat die zoektocht iets unieks oplevert. Iets dat écht is, iets dat lééft.
Willebroek
18 september 2023