“Mavi sessizlik” (2017), a.k.a. “Blue Silence”
2 maart 2022—De Belgisch-Turkse co-productie “Mavi sessizlik” was de eerste langspeelfilm van regisseur en scenarioschrijver Bülent Öztürk (geb. 1975). De film ging destijds in wereldpremière tijdens de 36ste editie van het Istanbul Film Festival waar hij meerdere prijzen won, inclusief voor Beste Debuutfilm en Beste Scenario. Op het Karvoly Vary International Film Festival werd hij bekroond met de Fedora Prize.
De opnamen van de film vonden plaats in Istanbul, ook in het Aziatisch deel van de stad, en over het algemeen wordt er op filmsets aan zo’n hoog tempo gewerkt, dat er weinig tijd rest om te communiceren. Voor een setfotograaf is een gesprek altijd wel interessant, want hoe meer informatie hij heeft, hoe duidelijker het wordt om te weten vanuit welke invalshoek hij zijn foto’s kan nemen.
Daarom was het heel boeiend dat er op een vrije dag, op een zaterdag toen er niet werd gedraaid, kon worden afgesproken om foto’s te nemen met regisseur en voormalig Ensorlaureaat Bülent Öztürk en zijn hoofdrolspelers Teoman Kumbaracibaşi en Roda Canioğlu. Zij stonden daar aan het opspattende water van de Bosporus, een plek die visueel heel interessant was.







MAVI SESSIZLIK, a.k.a. BLUE SILENCE (2017)
DIR – SCR Bülent Öztürk PROD Thomas Leyers CAM Emre Tanyildiz ED David Verdurme MUS Michelino Bisceglia
CAST Teoman Kumbaracibaşi (Hakan), Roda Canioğlu (Ayla), R. Kan Albay (President), Korkmaz Arsian (Soldaat), Steve Van Nuffel (Psychriatische patiënt), Cela Yildiz (Legerofficier)
“The Broken Circle Breakdown”
31 juli 2021—Deze film heeft een schitterend parcours afgelegd en heeft ook heel wat teweeggebracht bij de acteurs; zowel Johan Heldenbergh als Veerle Baetens waren toen reeds gevestigde acteurs, maar hun internationale carrière hebben ze voor een groot deel te danken aan “The Broken Circle Breakdown” (2012). Ook voor regisseur Felix van Groeningen en cameraman Ruben Impens betekende de film een enorme stap voorwaarts.
De wereldpremière vond plaats tijdens het filmfestival van Gent, en internationaal viel de film stevig in de prijzen. De Oscarnominatie als Beste Buitenlandse Film was de meest in het oog springende verdienste, maar ook de César (Beste Buitenlandse Film), de European Film Award (Veerle Baetens als Beste Actrice) en tal van andere buitenlandse onderscheidingen en filmfestivals hebben de film heel wat naambekendheid bezorgd.
Het setbezoek voor “Breakdown” was in opdracht van een blad en niet op vraag van de productie. Je maakt dan eerder beelden die een indruk geven van de set, en als ze het je toelaten, heb je nog een grotere vrijheid. Er is niemand die bepaalt wat je moet doen; je moet vooral zorgen voor een sfeerimpressie van de set. Meestal ben je er ook niet een ganse dag; het beperkt zich in tijd, maar je kan wel enkele uren blijven.

Tot dusver heb ik vier keer een filmset van Felix bezocht: “Steve + Sky” (2004), “Dagen zonder lief” (2007), “De helaasheid der dingen” (2009) en “The Broken Circle Breakdown” (2012). Als bij toeval vonden de opnamen telkens plaats in een feestzaal of in een café. Hier werd een scène gedraaid in het legendarische jazzcafé Damberd op de Korenmarkt in Gent. Achteraan, de tweede van links, is producer Dirk Impens.
Je ziet de ruimte van het café in één richting, met de toog, de werken aan de muur en nog enkele mensen van de crew, maar toch gaat de aandacht vooral naar Felix aan de monitor. Hij staat centraal in beeld. Het zwarte vlak achteraan is de ingang die met een zwart doek werd afgesloten, waarschijnlijk om te vermijden dat er daglicht kon binnenvallen aangezien de scène zich ’s avonds afspeelde, en ook om al te nieuwsgierige blikken uit beeld te houden. Hier stond ik met mijn rug naar het podium.

Op het podium was een live optreden met Robbie Cleiren, Geert Van Rampelberg en Johan Heldenbergh. Links in beeld is cameraman Ruben Impens, die onlangs nog met “Titane” in Cannes werd bekroond met de Gouden Palm. Felix van Groeningen en Ruben Impens zijn heel goed op elkaar afgestemd; wat de regisseur wil visualiseren, begrijpt hij meteen zonder dat hem alles moet worden uitgelegd. Hun vertrouwensband is heel groot; nu werken ze in Italië met “Le otto montagne” opnieuw samen.
Ruben kan zich heel goed aanpassen aan de stijl van de regisseur. De Gouden Palm in Cannes voor “Titane” kan dan ook beschouwd worden als een erkenning voor al het werk dat hij de afgelopen jaren heeft gedaan en dat omvangrijk en veelzijdig is. Naast alle acht films van Felix was hij ook cameraman van o.m. “Aanrijding in Moscou” (2008), “Adem” (2010), “Brasserie Romantiek” (2012), “Zagros” (2017) en “The Mustang” (2019).

Hier komt Veerle Baetens kijken naar het optreden, tussen het publiek dat bestaat uit een kleine groep figuranten. Om deze foto te nemen moest je heel dicht bij haar komen. Op een set is het vaak kijken en wachten totdat het moment er is om een foto te nemen; vaak wachten en opnieuw kadreren, en nog eens kijken. Dàn pas afdrukken en meteen verdwijnen, want je kan er niet blijven staan. Tijdens deze scène werd het optreden op het podium gefilmd, en zij stond er om oogcontact te behouden met het personage dat Johan Heldenbergh speelde.
Deze foto’s zijn nog analoog genomen; de laag die je krijgt door met film te werken, is vaak interessanter. Het gebeurde vroeger wel eens dat ik een portret van iemand nam en stopte na vier of vijf foto’s. Met een digitaal toestel neem je gemakkelijk tientallen foto’s terwijl je soms slechts één foto nodig hebt. Dat is een andere manier van werken, een andere manier van kijken. De scherpte is bij deze foto’s ook anders; mede door de korrel hebben ze iets schilderachtigs. Ze creëren een ander gevoel en roepen ook de sfeer van de film op.
Digitale fotografie heeft zeker zijn voordelen: de foto’s zijn duidelijker, het werkt gemakkelijker, je ziet het resultaat meteen, en daardoor heb je ook meer vrijheid in je manier van werken.
THE BROKEN CIRCLE BREAKDOWN (2012)
DIR Felix Van Groeningen PROD Dirk Impens SCR (adaptatie) Carl Joos, Felix Van Groeningen, Charlotte Vandermeersch (toneelstuk “The Broken Circle Breakdown Featuring the Cover-Ups of Alabama” [2009] van Johan Heldenbergh, Mieke Dobbels) CAM Ruben Impens ED Nico Leunen MUS Bjorn Eriksson
CAST Johan Heldenbergh (Didier Bontinck/Monroe), Veerle Baetens (Elisa Vandevelde/Alabama), Nell Cattrysse (Maybelle), Geert Van Rampelberg (William), Nils De Caster (Jock), Robbie Cleiren (Jimmy), Bert Huysentruyt (Jef), Jan Bijvoet (Koen)
“À perdre la raison”
19 juli 2021—Voor regisseur Joachim Lafosse, geboren te Ukkel in 1975, was “À perdre la raison” (2012) zijn vijfde speelfilm, na o.m. zijn debuut “Folie privée” (2004) en “Nue propriété” (2006), met Isabelle Huppert in de hoofdrol. Zijn nieuwste film, “Les intranquilles” met Leïla Bekhti, werd zopas vertoond tijdens het Festival van Cannes.
In zijn films zoekt hij vaak conflicten op die zijn creativiteit weerspiegelen, en daarom is zijn filmografie heel coherent; Lafosse’s films gaan over normale situaties waarin een conflict ontstaat dat nadien helemaal ontspoort.
Qua intensiteit scoort “À perdre la raison” heel hoog. Je zou kunnen zeggen dat de film gaat over een vrouw die haar kinderen vermoordt—een heel cru verhaal, ook de manier waarop Lafosse het toont—maar dat kan je niet afleiden uit de titel, want die stelt dat het hoofdpersonage Murielle, gespeeld door de Waalse actrice Émilie Dequenne, alle redenen heeft verloren om te leven. Daar gaat de film over. En wanneer al die redenen er niet meer zijn, wat dan? Want een vrouw, of een moeder, zal haar kinderen nooit doden. Het eerste dat in je opkomt, is dat zoiets niet kan, dat is onmogelijk.
Joachim en ik hebben een band en ik heb veel bewondering voor zijn werk. Zijn uitgangspunt is dat hij een auteur is op de set, maar de cameraman en de fotograaf zijn wat hem betreft ook auteurs. Hij is de enige regisseur die me ooit heeft gezegd, ‘Jij bent een auteur op de set. Je kiest zelf wanneer je een foto neemt, dat is jouw werk.’ In die creatieve wisselwerking kun je als fotograaf dan mee de sfeer van de film opnemen en weergeven.
Hij maakt ook zelf zijn selectie van foto’s en hij heeft er een heel klare kijk op door vaak beelden te kiezen die niet noodzakelijk uit de film komen, zoals het geval is bij sommige van onderstaande foto’s.

Dit beeld, met Émilie Dequenne en Tahar Rahim als het centrale koppel in de film, werd op de luchthaven van Luik gemaakt tussen twee takes door, in een fractie van een seconde, en het hoorde niet bij een bepaalde scène. Zulke foto’s kan je nooit voorspellen; je kan alleen geconcentreerd blijven en niemand, inclusief de regisseur, kan vooraf zeggen welk beeld hét beeld van de film zal worden.
De foto werd nadien gebruikt voor de Franse, Engelse en Amerikaanse affiche.

Hier is Tahar Rahim ook op de luchthaven van Luik, maar op een gans ander moment, met avondlicht, in een mooi beeld dat nauw aansluit bij de film, ook al komt het er niet voor. Er zijn altijd bepaalde scènes die sneuvelen tijdens de montage. Hier kwam Rahim vanuit het vliegtuig in de luchthaven. Ik houd van zulke sobere, gestileerde setfoto’s waarbij je niet alles moet kunnen zien wat op een set gebeurt. Je kan het zelf invullen, zonder de drukte of ‘de gecontroleerde chaos’ met de crew, de camera, of de filmklapper in beeld te brengen.
Tijdens de opnamen van “À perdre la raison” was Tahar Rahim hier nog voornamelijk gekend van “Un prophète” (2009), maar intussen heeft hij met tal van internationale acteurs gewerkt, onlangs ook met Jodie Foster en Benedict Cumberbatch (“The Mauritanian,” 2021). Maar op de set van “À perdre la raison” werd het al heel snel duidelijk hoe getalenteerd hij wel was.

Voor Joachim Lafosse was dit beeld hun laatste moment van blijdschap, toen alles tussen hen beiden nog in orde was. Deze foto werd gebruikt voor de Belgische affiche. Sommige mensen vonden dit beeld te vrolijk, er was volgens hen teveel kleur en het was te mooi voorgesteld. Daarom leek hen de eerste foto een betere keuze. Maar ik kon Joachim best begrijpen toen hij stelde dat de personages die Tahar Rahim en Émilie Dequenne speelden, hier voor de laatste keer gelukkig zijn bij elkaar; het was een cruciaal moment in de film. Nadien werd ze helemaal anders. Wanneer en waardoor werd ze zo anders? Dat had ook te maken met het personage van de man die bij hen inwoonde, gespeeld door Niels Arestrup.

Voor “À perdre la raison” werden alle scènes aan zee, de duinen en het tankstation gedraaid in Westende, vlakbij het Grand Hotel Bellevue, ook gekend als de Rotonde.
In de films van Joachim Lafosse komen vaak dezelfde thema’s terug, en dat zie je ook bij grote regisseurs: ze kunnen eenzelfde thema op een andere manier brengen, en er steeds een boeiende film over maken. Dat is weinigen gegeven, maar het lukt hem keer op keer. Elk project ontvouwt haast zichzelf en hij maakt het zich eigen.
“À perdre la raison” is dan wel gebaseerd op waargebeurde feiten, maar Joachim gaat de actualiteit niet op de voet volgen. Voor hem is het de basis om er een film over te maken, zodat je bij het zien van de film niet de indruk krijgt naar het nieuws te kijken. Je wordt ondergedompeld in de film die een persoonlijk verhaal vertelt dat tezelfdertijd ook heel universeel is.

Bij deze scène aan zee had het personage van Murielle afgesproken met haar vriendin Françoise, gespeeld door Stéphane Bissot. Ook bij het nemen van zulke foto’s, waar je geen gezichten ziet, blijf je als fotograaf nieuwsgierig, en vol respect en bewondering voor de regisseur zodat je hopelijk een bepaald gevoel kan vastleggen. Je mag dan de acteurs nooit uit hun personage halen door bijvoorbeeld een gewone portretfoto van hen te maken; je hoopt dat ze gans de dag—of zelfs gans de tournage—zo dicht mogelijk bij hun personage blijven aanleunen. Dan kun je ook foto’s maken die op de affiche terechtkomen.
Op een filmset krijg je meermaals kippenvel bij het aanschouwen van acteurs wanneer ze hun scènes spelen. Dat was zeker ook het geval bij Émilie Dequenne; het was een voorrecht om zelfs nog maar die kans te krijgen en haar de rol van Murielle te zien spelen. Voor haar vertolking kreeg ze nadien op het Festival van Cannes ook de prijs voor Beste Actrice (in de sectie Un Certain Regard)—haar tweede prijs overigens in Cannes, na “Rosetta” (1999).
À PERDRE LA RAISON (2012)
DIR Joachim Lafosse PROD Jacques-Henri Bronckart, Olivier Bronckart SCR Joachim Lafosse, Matthieu Reynaert, Thomas Bidegain CAM Jean-François Hensgens ED Sophie Vercruysse
CAST Tahar Rahim (Mounir), Niels Arestrup (André Pinget), Émilie Dequenne (Mureille), Stéphane Bissot (Françoise), Mounia Raoui (Fatima), Radouane Behache (Samir), Baya Belal (Rachida), Nathalie Boutefeu (Dokter De Clerck), Yannick Renier (Radioloog)
“Zwartboek”
04 juni 2021—Met “Zwartboek” (2006) keerde de Nederlandse regisseur Paul Verhoeven terug naar zijn geboorteland, na eerder in Amerika de ene succesfilm na de andere te hebben gedraaid. Met films als “Flesh + Blood” (1985), “RoboCop” (1987), “Total Recall” (1990), “Basic Instinct” (1992), “Showgirls” (1995), “Starship Troopers” (1997) en “Hollow Man” (2000) werd hij er één van de meest toonaangevende filmregisseurs.
“Zwartboek” ging op 1 september 2006 in première tijdens het Filmfestival van Venetië en won wereldwijd tal van prijzen; in Nederland verwelkomde de film op zijn vierde dag in de bioscoop al zijn 100.000ste bezoeker.
Verhoevens nieuwste film, “Benedetta,” met Virginie Efira, Daphne Pakatia (twee actrices die in België zijn geboren), Charlotte Rampling, Lambert Wilson en Olivier Rabourdin, wordt in juli tijdens het Festival van Cannes voorgesteld.
Kris Dewitte kreeg tijdens de opnamen van “Zwartboek” volledige toegang tot de set, iets dat erg zeldzaam is, vooral ook gelet op de omvang van de productie. Als setfotograaf betekende de film voor hem eveneens een opstap naar internationale producties—te beginnen met “Rapt” (2009) van Lucas Belvaux.

Els Rastelli, zus van Jan Rastelli die met de Studiobioscopen Leuven op de kaart zette als cinemastad, werkt al decennia als continuity en script supervisor. Ze is één van die zeer gewaardeerde mensen die op de set van talloze binnen- en buitenlandse films heeft gewerkt, zonder dat er over haar iets wordt geschreven.
Als je ziet hoe regisseur Paul Verhoeven op de set in Den Haag staat—half gedraaid, met een focus van bijna 360°—de man overziet alles. Altijd heel genereus en heel toegankelijk, draagt hij hier een groene parka en stevige wandelschoenen, zeer gepast om een ganse dag recht te staan. Je bent tevens beschermd bij alle weersomstandigheden als je buiten op een Nederlandse of Belgische set draait, ook bij four seasons in one day. In zo’n situatie is het vaak een kunst om alles draaiende te houden, en dan komt bij Paul Verhoeven de perfectionist in hem naar boven.
Op de foto zie je ook een auto, een lamp, een figurant, en een legerwagen. In de auto links zie je nog net Carice van Houten.

Carice van Houten op de set van “Zwartboek” tussen de opnamen door—en tussen de suikerbieten—in de Gist- en Spiritusfabriek in Delft. Dit was geen scène uit de film, maar ze wist dat ik een foto ging nemen en ze begon meteen suikerbieten te snijden, gewoon om de tijd te doden. Niet echt poseren dus, het was eerder een heel spontane handeling, een briljante ingeving van het moment. Je hoopt vaak om zulke inspirerende momenten te kunnen isoleren; het lijkt dan misschien alsof er op de foto niets gebeurt, maar zulke foto’s zijn heel boeiend en ik heb vaak de neiging om die momenten op te zoeken.
In Nederland was Carice vóór “Zwartboek” al een heel bekende actrice, maar de film betekende haar internationale doorbraak en maakte van haar een grote ster.
Op de set werd heel professioneel gewerkt; tezelfdertijd was de sfeer ontspannen, aangenaam, en gemoedelijk. Iedereen had veel respect voor elkaar. Ook naar mij toe, als setfotograaf. Zelfs al ben je dan een buitenstaander die maar enkele dagen op de set vertoeft, toch kan je als fotograaf je gang gaan, en neem je tijdens het eten aan tafel gewoon plaats tussen de cast en crew.

Deze scène werd gedraaid in de legendarische Babelsberg studio, iets buiten Berlijn, in de Marlene Dietrich Halle, waar Josef von Sternberg met haar “Der Blaue Engel” (1930) had opgenomen. De foto toont één van de weinige momenten dat men in de film het zwartboek te zien krijgt, waardoor het een cruciale scène is. Iedereen zit rond de tafel, je ziet de blik van de acteurs; vooraan ook een arm, een hoed, en een hand. Op de tafel staat een fles Bols, enkele glazen, Winchestersigaretten, een telefoon, afluisterapparatuur… de foto geeft een belangrijk moment uit de film weer.
Deze set was niet zo groot; dan moet je in die kleine ruimte altijd wat manoeuvreren tussen alle mensen die er werken. Ik was ook onder de indruk van de studio. Akoestisch was alles perfect afgesteld, en de decors waren in massief hout. Een lege studio lijkt meer op een opslagplaats, maar met een decor als dit komt alles perfect tot leven.
ZWARTBOEK (2006)
DIR Paul Verhoeven PROD San Fu Maltha, Jeroen Beker, Teun Hilte, Jens Meurer, Frans van Gestel SCR Paul Verhoeven, Gerard Soeteman CAM Karl Walter Lindenlaub ED James Herbert, Job ter Burg MUS Anne Dudley
CAST Carice van Houten (Rachel Stein/Ellis de Vries), Sebastian Koch (Ludwig Müntze), Thom Hoffman (Hans Akkermans), Halina Reijn (Ronnie), Waldemar Kobus (Günther Franken), Derek de Lint (Gerben Kuipers), Christian Berkel (Generaal Käutner), Peter Blok (Van Gein), Dolf de Vries (Wim Smaal), Michiel Huisman (Rob), Frank Lammers (Kees), Matthias Schoenaerts (Joop)
Set and Still
Kris Dewitte (geb. 1967) is al jaren vertrouwd met film, en vice versa. Voor producenten is hij immers gegeerd vanwege zijn werk als setfotograaf; hij heeft intussen een decennialange staat van dienst en kan een curriculum vitae voorleggen om u tegen te zeggen.
Van opleiding is hij grafisch ontwerper, maar nadat hij aan de Sint-Lucas Academie in Gent fotografie had gestudeerd, en tijdens de opnamen van “Blueberry Hill” (1989) van Robbe De Hert voor het eerst de sfeer van een filmset kon opsnuiven, was hij meteen verkocht; zijn passie voor de beeldtaal, zowel in film als in foto, is immers nauw met elkaar verbonden. Maar onbeperkte toegang krijgen tot die eerste filmset, dat was nog een ander verhaal. Daarom deed hij eerst een auditie voor een kleine rol in de film, en kreeg hij enkele draaidagen toegewezen. Nadien vroeg hij of hij mocht terugkomen om foto’s te nemen, en zo geschiedde—bij nachtopnames in de Pelikaanstraat in Antwerpen.
De portret- en setfotograaf was geboren, en het werd het begin van een lange en vruchtbare carrière waarin hij fotografie maar al te graag als foto art benadert, net zoals film vanwege de creativiteit van alle betrokkenen ook als filmkunst wordt bestempeld.

De man is ad rem en rad van tong, maar tezelfdertijd erg introvert. Hij stelt zich onopvallend op, hanteert discreet zijn fototoestel, en de setfoto’s die hij creëert, weerspiegelen de sfeer op de set, de inbreng van de personages en de visie van de regisseur. Dat koppelt hij dan terug naar zijn eigen persoonlijke visie, en als je het resultaat onder ogen krijgt en van nabij bekijkt, zie je waarom, tot ver in het buitenland, de grootste sterren graag plaatsnemen voor de lens van zijn camera om op de gevoelige plaat te worden vastgelegd. Momenteel staan er ruim 1.500 manschappen op de teller, met Jan Decleir als zijn eerste filmpersoonlijkheid, gevolgd door portretten van o.m. Ryan Gosling, Matt Damon, Monica Bellucci, Morgan Freeman, James Woods, Leonardo DiCaprio, Cameron Diaz en Catherine Deneuve, en regisseurs als Joseph L. Mankiewicz, Akira Kurosawa, Martin Scorsese, Francis Ford Coppola, Paul Verhoeven, David Lynch, Peter Jackson en David Cronenberg.
Wat zijn setfotografie betreft, volgens IMDB was Dewitte setfotograaf van een honderdtal speelfilms en kortfilms, waar ze van hem verwachten dat hij foto’s aflevert voor de promotie van de film en als basis voor de affiche. Maar het overzicht van IMDB omvat enkel de projecten waarvoor hij door de productie werd aangetrokken; het werkelijke aantal is een veelvoud van die lijst, maar ook die is lang niet mis, met films als “Meisje” (2002), “Nowhere Man” (2008), “Swooni” (2011), “Hasta la Vista” (2011), “À perdre la raison” (2012), “Nono, the Zigzag Kid” (2012), “Halfweg” (2014), “Le Tout Nouveau Testament” (2015), “D’Ardennen” (2015), “Éternité” (2016), “Girl” (2018, ook ontwerp van de filmposter), en “Siberia” (2019). Voor alle duidelijkheid, dit is slechts een heel beknopte opsomming.
Als setfotograaf wil hij in zijn foto’s steeds de sfeer van de films vatten door mee te denken met de regisseur en de cameraman. Zo behouden de foto’s hun artistieke waarde. “Als je een magisch moment wil vastleggen, moet je gevoel altijd op scherp staan,” zegt hij, “want soms krijg je maar een fractie van een seconde. Vijf minuten later kan het al voorbij zijn en het komt niet meer terug, want ze veranderen de set, of veranderen het licht, of ze doen het licht helemaal uit, en dan blijft er van dat moment niets meer over. Het gevoel van die plek kan zelfs helemaal weg zijn. Als je het dan niet hebt gevat, krijg je meestal geen tweede kans. Je moet dus alert blijven voor alle details, en nooit de nieuwsgierigheid verliezen door te denken, ‘Ik heb het hier nu wel gezien. Het was interessant, maar ik denk niet dat er vandaag nog veel meer gaat gebeuren. Ik houd het voor bekeken.’ Neen, want het volgende moment kan misschien wel hét moment zijn. Je weet dat nooit.”
Naast zijn werk als setfotograaf is hij ook al jaren vaste klant op tal van filmevenementen en festivals in binnen- en buitenland, met o.a. Cannes als één van zijn vaste bestemmingen. Daar kon hij overigens in zijn beginjaren zijn web van contacten aanmaken en uitbreiden. In 1997 belandde hij met een portret van Steve Buscemi, genomen op het dak van het Carlton Hotel in Cannes, in de overzichtstentoonstelling van de 50ste editie van het filmfestival van de Zuid-Franse badplaats.
Ingewijden beseften van bij het begin dat zijn nieuwsgierigheid en verwondering als kunst-, portret- en setfotograaf een forse meerwaarde betekenden, zodat al snel de ene opdracht na de andere volgde. De manier waarop hij speelt met licht—of duisternis—en let op het onderwerp met een daarbij passende achtergrond, zorgt vaak voor een sprankelende en inventieve beeldcompositie. Niet te verwonderen dat zijn foto’s meermaals werden tentoongesteld in Gent, Brussel, Oostende, Turnhout, en enkele internationale steden als Amsterdam, Schwäbisch Hall, New York, Osaka…
Tussendoor verschenen zijn foto’s in o.m. Filmmagie, Sight & Sound, Premiere Magazine, Focus en Elle, en heeft hij een aantal boeken gepubliceerd die een deel van zijn oeuvre belichten, waaronder “Facts of Emotion” (1999), “Jong” (2001), “Lux” (2004, in samenwerking met de Amerikaanse actrice Lisa Marie) en “Carposers” (2009).
Voor deze bijdragen dook Kris Dewitte in zijn fotoarchief en toverde hij een collectie van portret- en setfoto’s tevoorschijn die doet terugdenken aan de magische woorden van Sam Spade uit 1941—The stuff that dreams are made of.
In het spoor van globetrotter Kris Dewitte, dus, die hier als gastschrijver een aantal van zijn visuele pareltjes kadert binnen zijn beroepsactiviteiten als kunst-, portret- en setfotograaf.