Tijdens de filmretrospectieve en tentoonstelling over Romy Schneider, haar leven en werk, in Cinema Palace te Brussel, werd de Belgische filmregisseur Joachim Lafosse (geb. 1975) uitgenodigd om er “L’enfer d’Henri-Georges Clouzot” (2009) in te leiden, een documentaire van Serge Bromberg en Ruxandra Medrea over Clouzots onvoltooide film “L’enfer” (1964) met Romy Schneider in de hoofdrol.
Lafosse is een regisseur met ervaring die zijn vak ten volle beheerst. “Folie privée” (2004) was zijn debuutfilm en nadien maakte hij veelgeprezen films met verschillende topsterren uit de Franse cinema, waaronder Isabelle Huppert (“Nue propriété,” 2006), Émilie Dequenne (“À perdre la raison,” 2012), Bérénice Bejo (“L’économie du couple,” 2016) en Leïla Bekhti (“Les intranquilles,” 2021). Al zijn films scoorden op diverse filmfestivals en wonnen tal van prijzen op Europese, Amerikaanse en Aziatische festivals.
In zijn films zoekt hij vaak conflicten op die zijn creativiteit weerspiegelen, en daarom is zijn filmografie heel coherent; Lafosse’s films gaan over normale situaties waarin een conflict ontstaat dat nadien helemaal ontspoort. Vaak keren dezelfde thema’s terug, en dat zie je ook bij grote regisseurs: ze kunnen eenzelfde thema op een andere manier brengen, en er steeds een boeiende film over maken. Dat is weinigen gegeven, maar het lukt hem keer op keer.
“L’enfer d’Henri-Georges Clouzot” (2009, trailer)
In onderstaand gesprek vertelt hij over de Franse filmregisseur Henri-Georges Clouzot (1907-1977), bekend van filmklassiekers als “Le salaire de la peur” (1953) met Yves Montand, en “Les Dialobiques” (1955) met Simone Signoret in de hoofdrol. Clouzot regisseerde ook Brigitte Bardot in “La vérité” (1960).
Was het jouw keuze om vanavond “L’enfer d’Henri-Georges Clouzot” aan het publiek voor te stellen?
Ja. Toen ik de documentaire van Serge Bromberg en Ruxandra Medrea ontdekte, bekeek ik hem vanuit het standpunt als regisseur, en het is duidelijk dat contact met anderen een vereiste is en dat je met mensen moet communiceren als je een film wil maken. “L’enfer d’Henri-Georges Clouzot” toont een eenzame man die ziek was en niet capabel was om die communicatie tot stand te brengen. Een acteur of actrice is geen object; ze kunnen je misschien wel die indruk geven wanneer ze een rol spelen, maar dat zijn ze niet. Acteurs creëren altijd iets met hun regisseur. Toen Clouzot “La vérité” [1960] met Brigitte Bardot maakte, kenden ze elkaar al, maar hij kende Romy Schneider niet toen ze “L’enfer” draaiden. Dat was niet haar schuld; ik denk dat zij gewoon probeerde te weten te komen wat zijn verwachtingen waren en hoe volgens hem haar personage moest zijn, maar hij communiceerde niet met haar. Toen ze op de set arriveerde, was ze op haar hoede vanwege zijn slechte reputatie—hij had een humeur en stond bekend als een bully—wat een professionele samenwerking zeker niet ten goede komt. Deze documentaire is zeer waardevol en authentiek omdat hij toont hoe belangrijk dat is.
Is dat voor jou ook de uitdaging wanneer je je scenario’s schrijft en je films draait?
Dat is precies de vraag die je moet stellen. Wanneer je een scenario schrijft, zit het allemaal in je hoofd. Maar van zodra je op de set komt, wordt het echt en een filmregisseur heeft zijn cast en crew nodig om deel uit te maken van de wereld die hij creëert. Clouzot was daar niet klaar voor; hij had zijn idee, hield zich eraan en stond anderen niet toe om er aan te participeren of er iets aan bij te dragen. In het echte leven is het net hetzelfde: als je een vrouw ziet en je wil dat ze precies is zoals jij het wil, dat zal niet werken. Je zal nooit van haar houden; misschien ontmoet je haar niet eens. Bij het maken van een film is dat net hetzelfde.
Je werkwijze spreekt anderen erg aan omdat je met heel wat topactrices uit de Franse cinema hebt gewerkt. Je hebt er blijkbaar geen enkel probleem mee om hen te overtuigen om met je samen te werken.
Het is gemakkelijk om hen te overtuigen om naar mij toe te komen, maar dan moet je er als filmregisseur voor zorgen dat je connecteert met je acteurs. Je creëert iets mét de acteurs; zij brengen de personages die ik heb geschreven tot leven op een manier die je in staat stelt hun vertolkingen vast te leggen. Ik vind het boeiend om te zien hoe ze hun personages uitwerken en tot leven brengen. Dat is nog geen waterdichte garantie, want ze moeten je vertrouwen, dus breng je veel tijd met hen door, je praat met hen en luistert naar hen. En wanneer ik naar “L’enfer d’Henri-Georges Clouzot” kijk, dan denk ik niet dat dat is gebeurd. Ik heb de indruk dat Clouzot dacht dat hij met klei werkte in plaats van met mensen. Ik zou nooit zo kunnen werken. Ik vind het boeiend om met de acteurs om te gaan, de dialogen samen met hen door te nemen en te kijken wat ze ermee kunnen doen, of ze aan te passen om hen directer of krachtiger te maken. Ik ben dol op Romy Schneider; ze is een uitstekende actrice, en als ik één film moet uitkiezen om over haar te praten, lijkt deze de meest aangewezen film, vooral als je dan leest wat ze nadien over Claude Sautet vertelde. Zij communiceerden écht met elkaar, en ze wisselden ideeën uit. Hij luisterde naar haar; haar ideeën en meningen waren voor hem belangrijk. Samen, als team, maakten ze het verschil.

En net als Claude Sautet moet je daarom altijd veel empathie hebben voor je personages.
Ja, maar ik leef zelfs mee met Clouzot als ik naar “L’enfer d’Henri-Georges Clouzot” kijk omdat je een filmmaker aan het werk ziet die het niet goed stelt. Hij is ziek; dat voel je gewoon. Dat begrepen de documentairemakers heel goed. Dat was het belangrijkste van deze film, en hoe de acteurs omgaan met een filmregisseur die niet okee is. Ze beschermen zichzelf; dat leer je als je research doet over de verfilming van “L’enfer.” Maar ik moet ook toegeven dat ik alles heb geleerd bij mijn eerste film, “Folie privée” [2004]. De crew liet me na vijf dagen zitten; alleen de acteurs bleven bij me. Toen heb ik geleerd dat je een film maakt met alle anderen, niet tegen hen, ook niet op je eentje. Als acteurs iets anders voorstellen dan wat je in gedachten had, moet je er voor hen zijn. Je moet beschikbaar zijn. En dat wilde Clouzot niet.
Zijn er films of filmregisseurs die je vroeger hebben geïnspireerd?
Ik zag “L’argent de poche” [1976] van François Truffaut toen ik acht of negen was; ik was ongeveer even oud als de kinderen in de film. Die film was voor mij een openbaring; ik was erg ontroerd door de leraar die de kinderen uitlegde waar het leven om draait, en ik hield van de personages die door de kinderen werden gespeeld. Ik denk dat die film me een eerste glimp gaf van waar personages echt over gaan. Niets spectaculairs, maar ze lieten je naar het leven kijken zoals je dat normaal niet zou doen. Er waren ook andere films, en die stelden me allemaal in staat om met mijn familie en vrienden over mijn gevoelens te praten zonder hen te vertellen dat het over mij ging. Ik sprak met hen over enkele personages in “L’argent de poche,” maar ik had het over mezelf. Ook “Au revoir les enfants” [1987, geregisseerd door Louis Malle]—films met kinderen die ik als kind zag—maakte indruk op me. De personages waren echt, en dat is wat Clouzot mist, hoewel hij tijdens zijn hoogtijdagen wel een aantal geweldige films heeft gemaakt.
“L’argent de poche” (1976, trailer)
Jij bent ook één van die regisseurs die een film kan maken als ze je een tafel, enkele stoelen en een paar acteurs geven.
Ik weet het, ik heb niet veel nodig [lacht]. Dat is alles wat ik nodig heb, niets meer dan dat. Hoe ouder ik word, des te meer plezier ik heb wanneer alles zo eenvoudig mogelijk is. Je kunt zoveel verhalen vertellen in een beperkte setting. Mijn vader was een fotograaf en ik hou van de kunst van fotografie, van het maken van portretten. Een portret komt tot stand wanneer het model en de fotograaf elkaar ontmoeten. Dat is heel basic, maar de mogelijkheden zijn eindeloos.
Hoe werk je op je filmset? Heb je bijvoorbeeld veel takes nodig?
Ik heb maar één stelregel, en dat is ook het enige dat ik tot dusver heb geleerd: sommige acteurs en scènes hebben nauwelijks takes nodig, en andere hebben er nog een paar nodig. Als je veel takes nodig hebt—of misschien téveel—dan is er meestal iets mis. Misschien klopt de scène niet helemaal, of staat de camera op de verkeerde plek,… Stel dat ik honderd takes moet draaien, dan ben ik degene die de fouten maakt. Niet de acteurs.
Je hebt tot dusver al je scenario’s zelf geschreven. Is dat voor jou een vereiste?
Dat klopt; ik heb nooit een film gemaakt met een scenario geschreven door iemand anders. Dus ja, ik denk dat het nodig is, althans vanuit mijn standpunt. Wanneer je als regisseur een film draait, dan ben je ook in die fase het verhaal aan het schrijven en moet je blijven zoeken als je wil weten wat en hoe je het moet regisseren. Die zoektocht begint wanneer je het scenario schrijft. Stel dat iemand me een script stuurt dat ik goed vind en ik zou het willen verfilmen, dan nog zou ik het eerst herschrijven om er mijn eigen scenario van te maken, zodat ik het als mijn script kan beschouwen. Ik zou dus zeker de drang voelen om het aan te passen en er iets van te maken dat van mij is.
Scenarioschrijver en filmregisseur Steven Knight vertelde me ooit dat filmmaken, en zeker het scenario, zo dicht mogelijk bij een droom komt. Ben je het daarmee eens?
Dat klopt helemaal, want als je schrijft, zijn er geen beperkingen. Je kan doen wat je wil. Maar op een gegeven moment wordt je project echt, het wordt iets tastbaars, en heel vaak ziet het er dan heel anders uit dan wat je je in het begin had voorgesteld. In het echte leven doen mensen niet wat je wil, of ze zeggen niet wat jij wil horen. Ze zullen alleen doen of zeggen wat jij wil wanneer je je scenario schrijft. Dus ik kijk altijd uit naar het moment wanneer ik mijn acteurs ontmoet—en het verschil dat ze maken. Zoals wanneer ze zeggen, ‘Nee, dat lijkt niet goed.’ Als ze bijvoorbeeld voorstellen om een moment van stilte in een scène in te lassen, of hun personage iets langer rustig blijft en dan pas van streek raakt. Het kan een scène zoveel beter maken dan ik had verwacht, wat van de onderlinge samenwerking een ongelooflijke ervaring maakt. Twee of drie mensen zijn veel creatiever wanneer ze samenwerken, in vergelijking met slechts één persoon. Il y a toujours plus dans deux têtes que dans une. Ik kan niet alles alleen. En als de cameraman zegt, ‘Wacht even, in plaats van boos te worden, waarom probeer je niet langzaam te praten en heel kalm te zijn…’ Voilà, pour moi, c’est un art collective, le cinéma. Als ik naar een film van Pedro Almodóvar kijk, hij weet werkelijk alles. Hij weet wat hij wil. Niemand hoeft suggesties te doen. Maar ik ben anders; ik zou zo niet kunnen werken, en ik zou het niet eens leuk vinden.
“Nue propriété” (2006, trailer)
Isabelle Huppert speelde samen met Romy Schneider en Yves Montand in “César et Rosalie” [1972], nog voordat jij geboren was. Tegen de tijd dat je met haar “Nue propriété” [2006] maakte, was ze al tientallen jaren een ster in de Franse cinema. Hoe was het om met haar samen te werken?
Ik was heel blij, ook omdat de crew van die film erg jong was. Ik was eenendertig en de meesten onder ons waren niet eens vijfentwintig; de cameraman [Hichame Alaouié] was pas drieëntwintig. Ze bracht zes weken met ons door en ze was niet anders dan eender welke Belgische actrice waarmee ik mijn eerdere films had gemaakt. Ze was gewoon één van ons en zocht mee naar oplossingen als er iets niet klopte. Ze had een auto en een chauffeur om haar op te halen, maar eens op de set was er geen verschil meer. Ik zal nooit vergeten wat ze me zei op de tweede draaidag. De Franse producer vertelde me op een gegeven moment, ‘C’est bon, Joachim. Cette prise d’elle est bien. Je kan met de volgende scène beginnen.’ Nadien zei ze me, ‘Joachim, plus jamais, jamais, tu n’écoute ces gens. Jij beslist of de take goed genoeg is. En als je met de volgende scène wil beginnen, zullen wij je volgen. En zo niet…’ Ze probeerde op niemand van ons indruk te maken, hoewel ze een actrice was die wel veel indruk op me maakte—ze was fantastisch! Maar als je met haar werkt, dat is een prachtig cadeau. Ze is gemakkelijk in de omgang en heel loyaal. Ik herinner me dat ze heel goed wist hoe ze zich moest kleden; niemand hoefde haar te vertellen wat haar personage moest dragen. Zij nam die beslissingen en wist als geen ander welke kledij ze zou dragen.
Cinema Palace, Brussel
12 april 2023
FILMS
FOLIE PRIVÉE (2004) DIR Joachim Lafosse PROD Eric van Zuylen SCR Joachim Lafosse, Kris Cuppens CAM Federico D’Ambrosio ED Sophie Vercruysse CAST Mathias Wertz, Vincent Cahay, Kris Cuppens, Catherine Salée, Jean-Benoît Ugeux
ÇA REND HEUREUX (2006) DIR – SCR Joachim Lafosse CAM Ana Samoilovich ED Sophie Vercruysse CAST Fabrizio Rongione, Kris Cuppens, Catherine Salée, Mariet Eyckmans, Dirk Tuypens, Cédric Eeckhout, François Pirot, Jean-Benoît Ugeux
NUE PROPRIÉTÉ (2006) DIR Joachim Lafosse PROD Joseph Rouschoup SCR Joachim Lafosse, François Pirot CAM Hichame Alaouie ED Sophie Vercruysse CAST Isabelle Huppert, Jérémie Renier, Yannick Renier, Kris Cuppens, Patrick Deschamps, Raphaëlle Lubansu, Sabine Riche, Catherine Salée, Jean-Benoît Ugeux
ÉLÈVE LIBRE (2008) DIR Joachim Lafosse PROD Jacques-Henri Bronckart SCR Joachim Lafosse, François Pirot CAM Hichame Alaouie ED Sophie Vercruysse CAST Jonas Bloquet, Jonathan Zaccaï, Yannick Renier, Claire Bodson, Pauline Etienne, Anne Coesens, Thomas Coumans, Johan Leysen
À PERDRE LA RAISON (2012) DIR Joachim Lafosse PROD Jacques-Henri Bronckart, Olivier Bronckart SCR Joachim Lafosse, Matthieu Reynaert, Thomas Bidegain CAM Jean-François Hensgens ED Sophie Vercruysse CAST Tahar Rahim, Niels Arestrup, Émilie Dequenne, Stéphane Bissot, Mounia Raoui, Radouane Behache, Baya Belal, Nathalie Boutefeu, Yannick Renier
LES CHEVALIERS BLANCS (2015) DIR Joachim Lafosse PROD Jacques-Henri Bronckart, Olivier Bronckart, Sylvie Pialat SCR Joachim Lafosse, Thomas van Zuylen, Bulle Decarpentriers (boek van Geoffroy d’Ursel, François-Xavier Pinte) CAM Jean-François Hensgens ED Sophie Vercruysse CAST Vincent Lindon, Louise Bourgoin, Valérie Donzelli, Reda Kateb, Bintou Rimtobaye, Stéphane Bissot, Yannick Renier, Catherine Salée, Tibo Vandenborre, Filip Peeters
L’ÉCONOMIE DU COUPLE (2016) DIR Joachim Lafosse PROD Jacques-Henri Bronckart, Olivier Bronckart, Sylvie Pialat, Benoît Quainon SCR Joachim Lafosse, Mazarine Pingeot, Fanny Burdino CAM Jean-François Hensgens ED Yann Dedet CAST Bérénice Bejo, Cédric Kahn, Marthe Keller, Margaux Soentjens, Jade Soentjens, Francesco Italiano, Tibo Vandenborre, Catherine Salée
CONTINUER (2018) DIR Joachim Lafosse PROD Jacques-Henri Bronckart, Olivier Bronckart, Sylvie Pialat, Benoît Quainon SCR Joachim Lafosse, Thomas van Zuylen (adaptatie van Mazarine Pingeot, Fanny Burdino, Samuel Doux) CAM Jean-François Hensgens ED Yann Dedet CAST Virginie Efira, Kacey Mottet Klein, Diego Martín, Mairambek Kozhoev, Damira Ripert, Belek Mamatkoulov
LES INTRANQUILLES (2021) DIR – SCR Joachim Lafosse PROD Alexandre Gavras, Anton Iffland Stettner, Eva Kuperman, Antonino Lombardo, Jani Thiltges CAM Jean-François Hensgens ED Marie-Hélène Dozo MUS Antoine Bodson, Ólafur Arnalds CAST Leïla Bekhti, Damien Bonnard, Gabriel Merz Chammah, Patrick Deschamps, Jules Waringo, Alexandre Gavras, Joël Delsaut, Colette Kieffer