“Man van staal” (1999) was de ijzersterke debuutfilm van regisseur en scenarioschrijver Vincent Bal (geb. 1971), en ging over een jongen die het overlijden van zijn vader moeilijk kan verwerken. Het goede nieuws is dat hij zich destijds met deze film meteen positioneerde als een cineast om in de gaten te houden—verwachtingen waaraan hij sedertdien ruimschoots is tegemoetgekomen— maar het minder goede nieuws is dat de film nagenoeg volledig vergeten en verdwenen is. Hij is niet beschikbaar op DVD, en is, voor zover ik weet, sinds mensenheugenis niet op TV vertoond (een warme oproep, bij deze). “Sommige dingen blijven bestaan, en andere verdwijnen,” zegt Vincent Bal hierover wanneer “Man van staal” ter sprake komt in een coronaproof interview via telefoon.
Aanleiding voor het gesprek is het JEF Festival (van 6 tot 28 februari) dat zijn nieuwste kortfilm “Schaduwzee” vertoont, en waar hij tevens een online masterclass geeft over Shadowology, een begrip dat hij zich al meerdere jaren met succes eigen heeft gemaakt. Naast filmen is schaduwtekenen immers een artistieke uitlaatklep waar hij de wereld mee verovert. En dat mag je letterlijk nemen, aangezien zijn account op Instagram met een unieke collectie aan schaduwtekeningen op de dag van vandaag reeds 676.000 volgers telt. Je mag ervan op aan dat ze van zowat alle contreien afkomstig zijn.
Het JEF Festival vertoont ook Bals tweede langspeler, “Minoes” (2001), nog zo’n pareltje, met Carice van Houten in de titelrol—een film die dateert vóórdat ze met haar internationale doorbraak, Paul Verhoevens “Zwartboek” (2006), uitgroeide tot dé Carice van Houten zoals iedereen haar sindsdien kent.
Een fragment uit ‘The Making of “Minoes,”’ met o.m. commentaar van regisseur Vincent Bal
Maar ook Bals volgende film “Nono, het Zigzag Kind” (2012) met de ongenaakbare Isabella Rossellini zorgde voor bewondering en verwondering, en ondanks zijn tijdsduur van 90 minuten, vloog de film als een flits voorbij je ogen. Niet vanwege het openen van een trukendoos gevuld met blitze speciale effecten of zo, neenee, de film hield zich moeiteloos aan normen en tradities als familie, vertrouwen en opgroeien—een perfecte basis om de speelse en imaginaire wereld van de filmmaker op een innemende manier tot leven te brengen. Bij Vincent Bal is een film in goede handen, zoveel is duidelijk, en dat weten zijn personages ook; overigens, kinderen krijgen bij hem meermaals een centrale rol toebedeeld, dat is geen toeval.
Zijn laatste film tot dusver was het verrassende “Brabançonne” (2014) van Eyeworks, een ontspannende en bijzonder aangename muzikale film met een gepaste en ludieke tagline (“50% Vlaams, 50% Waals, 100% Belgisch”), en naar een scenario van Bal en Pierre De Clercq, de man die eerder de pen hanteerde achter films als “Verlengd Weekend” (2005) en “Hasta la Vista” (2011).
Door de jaren heen werden zijn films bekroond op filmfestivals in o.m. Brussel, Berlijn, Dresden, Clermont-Ferrand, Chicago en Montreal, en hij is één van de weinige Belgen die een European Film Award (Europese tegenhanger van de Oscar) in de kast heeft staan, met een Young Audience Award voor “Nono, het Zigzag Kind.”
Maar eerst gaan we dus even teruggrijpen naar de actualiteit van de dag met het JEF Festival dat deze maand een beroep doet op de vaardigheden—de skills—van de veelzijdige, multigetalenteerde en creatieve duizendpoot Vincent Bal.
Heb je een idee vanuit welke hoek je de online masterclass van het JEF Festival gaat benaderen?
Ik heb in het verleden al dergelijke workshops gedaan; het is natuurlijk leuker om zoiets live te kunnen doen. Ik bracht toen lampjes en allerlei voorwerpen mee. Dan kun je de mensen laten experimenteren en ik ging dan van de ene tafel naar de andere om te zien wat ze hadden gevonden. Nu gebeurt het allemaal digitaal, dus de mensen zijn thuis; ik vertel eerst hoe het voor mij allemaal is begonnen, en geef hen dan een aantal voorbeelden om met schaduwtechnieken te werken. Ik volg mee wat ze doen, we bespreken de resultaten, en de bedoeling is dat ze hun eigen verbeelding aan het werk zetten.

En je kortfilm “Schaduwzee” staat intussen ook online op het platform van JEF.
Ja, daar zit hij in de kortfilmcompetitie, en van daaruit zou hij dan naar verschillende festivals gaan—ook online dan. In december werd hij al op de Nederlandse televisie vertoond, en nu dus ook in België. Het is natuurlijk een heel andere ervaring geworden: ga je naar een echt festival, dan zit je mee in de zaal en kan je de temperatuur in de zaal voelen. Dat is nu wel moeilijker.
Het is boeiend om te zien hoe je je creativiteit loslaat met je Shadowology. Beschouw je jezelf dan een striptekenaar, een illustrator of toch nog steeds een filmmaker vanwege de link met storyboards?
Ik beschouw mezelf gewoon als iemand die dingen maakt, en dat kan verschillende vormen aannemen. Ik teken, ik film, ik schrijf scenario’s, ik werk mee aan de scripts van Suske en Wiske—ik ben met verschillende dingen bezig, en dan wordt het leuk omdat je jezelf niet noodzakelijk hoeft vast te pinnen op één specifieke taak. Ik ben lang niet de beste fotograaf of de beste tekenaar, en dat is hier geen probleem, want bij die schaduwtekeningen gaat het niet om de beste tekeningen, maar wel om een idee over te brengen naar de mensen, in de zin van, ‘Kijk, die schaduw die je nu ziet, zou ook dàt kunnen zijn.’ Het is als een vorm van communicatie, en daarvoor kan ik net goed genoeg tekenen.
Gezien het immense succes van je Shadowology-project op sociale media, het groot aantal volgers, je YouTube kanaal, boek, webshop… ik neem aan dat het nu wel meer is dan een uit de hand gelopen hobby?
Ja, het leuke is dat ik nu bij schaduwtekenen voor mezelf precies een eigen speeltuin heb gecreëerd, en zo is het ook een beetje mijn werk geworden. Ik doe daar opdrachten mee, ben bezig met de webshop, dus het is zeker méér dan een hobby. Maar het geluk is dat ik spelenderwijs op iets ben gekomen wat nog niet echt bestond, en waardoor het tamelijk uniek is. Misschien is dat de reden waarom mensen het interessant vinden.
Gaat het voor jou met je schaduwtekeningen intussen misschien richting fulltime job?
Nee, ik denk halftijds ongeveer; ik ben ook met andere projecten bezig en geef ook nog les aan het KASK in Gent. Ik geef daar normaal in het derde jaar oefeningen aan filmstudenten, maar dit jaar heb ik me laten vervangen door Bavo Defurne omdat het er op een bepaald moment naar uitzag dat we dit jaar al met een nieuwe film zouden beginnen, maar uiteindelijk is het pas volgend jaar. Ik had in 2001 de fakkel overgenomen van Frank van Passel die het niet meer kon doen en mij toen had gevraagd om hem te vervangen. Dus ik doe dat al lang, en grààg. Je ontmoet altijd veel jonge mensen die met film bezig zijn, en ik heb ook al aan heel interessante mensen lesgegeven. Lenny Van Wesemael en Wannes Destoop zaten ooit in mijn klas, en ik heb in Sint-Lucas ook nog lesgegeven aan Tim Mielants en Jonas Govaerts. Da’s plezant, want die mensen bloeien nu, hé.
Ga je bij het uittekenen van je schaduwfiguren tewerk alsof je een scenario verfilmt? Want daar ga je ook alles visueel voorstellen.
Nee, want in een scenario kruipt best veel denkwerk, je moet veel plannen, en je moet je verhaallijn ergens naartoe brengen. Er komt veel constructie aan te pas—zeker bij een langspeelfilm. Bij de tekeningen is dat zeer beperkt, en bovendien is het alsof mijn handen het denkwerk doen. Het is minder rationeel en het gebeurt allemaal erg intuïtief. Ik zie iets en denk dan soms, ‘Het zou dàt kunnen worden,’ en ondertussen beginnen mijn handen te tekenen. Je kan het vergelijken met doodelen. Er ontstaat iets. Wanneer ik begin, is er geen enkele verwachting, en toch, na een tijdje heb je iets op papier. Ik kan soms zelf verbaasd zijn over wat het is geworden. Dat maakt het boeiend, en minder zwaar dan aan een scenario werken. Ik begin gewoon met een voorwerp, en de schaduw kan een landschap zijn, of een mannetje, tot ik iets ontdek. Terwijl je bij een scenario de realiteit soms wat moet forceren, of in een bepaalde richting duwen.
Als je doorheen je Instagram gaat scrollen, dan zie je daar die immense fotobibliotheek, en die blijft maar verder aangroeien, alsof het vanzelf gaat. Waar haal je je inspiratie altijd vandaan?
Ik weet het niet precies. Je ziet dingen in de schaduw die ergens in je onderbewustzijn zitten. Als ik net ergens een giraf heb gezien, zal ik in de schaduw al vlugger een giraf herkennen, bij wijze van spreken. Zoals wanneer je je huis gaat verbouwen, dan zie je ook ineens overal de constructies. De alledaagse dingen die ik meemaak, vinden gewoon hun weg naar de schaduw. Ik ben ook al lang bezig met verhalen, dus ik denk dat er een zeker automatisme in mij zit, want die tekeningen zijn uiteindelijk miniverhalen.

Toen ik je enkele jaren geleden voor het eerst begon te volgen op Instagram, dacht ik, ‘Die man is een regisseur, dus hij heeft zich misschien laten leiden door films als “Citizen Kane” [1941] of “The Third Man” [1949],’ waarin ook prachtige schaduwen worden gecreëerd, maar daar ben je het dus niet gaan zoeken?
Nee, niet echt. Het is natuurlijk wel leuk om zulke filmische scènes te maken—ik houd erg veel van film noir bijvoorbeeld, dus als ik ergens van een schaduw een man met een hoed en een regenjas kan maken, ben ik blij [lacht]. De dingen waar ik van houd, komen natuurlijk wel terug in de schaduwtekeningen. Maar het is zeker niet enkel film. Waar de inspiratie vandaan komt, weet ik niet precies. Ik doe zo maar wat, het borrelt een beetje vanzelf op wanneer ik me aan de tekentafel zet. Er is een bekende quote van Picasso wanneer hij zegt, ‘Ik zoek niet. Ik vind.’ Ik weet nog, toen ik vroeger naar de filmschool ging, dacht ik, ‘Wat voor een ongelooflijk arrogante kwast is die Picasso toch, want dat gevoel ken ik helemààl niet.’ Voor mij was het altijd ploeteren om ergens op te komen. Maar nu, met die schaduwtekeningen, krijg ik soms ook wel dat gevoel. En dat komt omdat je er zonder verwachtingen aan begint. Of ik nu iets maak of niet, dat is niet zo belangrijk. Het is eerder zoals spelen, en dat maakt het heel leuk.
Als volger van jouw Instagram wordt het daardoor ook zo interessant: je staat ’s morgens op, en je weet niet hoe je tegen ’s avonds je account hebt aangevuld. Dat is bij jou ook zo, veronderstel ik?
Absoluut. Soms maak ik een tekening, ik neem er een foto van en dan bekijk ik het. ‘Nee, het is niet helemaal goed,’ en dan teken ik het opnieuw, en na enkele aanpassingen wordt het dan misschien toch iets beter. Dat deed ik vroeger niet, toen was ik al heel blij als er iets op papier stond. Nu ben ik strenger geworden op mezelf, iets meer perfectionistisch.
Dan duurt het misschien ook langer voordat sommige tekeningen echt het gewenste resultaat opleveren?
Ja, dat is zo. En het is soms ook een enorm gepruts [lacht]. Want die voorwerpen blijven niet altijd goed staan, of je wil een potloodlijn weggommen en dan valt het weer om… Ik zit hier soms op mijn bureau ambachtelijk te prutsen [lacht].
Het voordeel dat je nu wel hebt, in vergelijking met een film maken, aan je schaduwtekeningen kan je thuis werken—wat in deze tijden niet onbelangrijk is—en er is geen nood aan een budget, een crew…
Ja. Dat vond ik er in het begin ook interessant aan: het is zeer instant, je hebt een idee, je maakt het en direct daarna is er de première. Terwijl het bij een film heel lang duurt: vanaf dat eerste moment van enthousiasme totdat hij af is, daar zitten meerdere jaren tussen. Dan heb je dus lang hetzelfde stukje kauwgom in je mond. Maar anderzijds, bij een film kan je samenwerken met andere mensen en kom je op dingen waar je vaak zelf niet aan denkt. Acteurs en een crew om je heen zorgen ervoor dat het maken van een film altijd heel bijzonder is, op de beste momenten is dat gewoon fantastisch—ook al is een draaidag altijd twee uur te kort. Ik bedoel, ik heb films gemaakt met een groot budget en ook met beperkte middelen, en met meer geld veranderen ook je verwachtingen, maar toch is het altijd net te weinig. En dat is goed; het geeft je een zekere adrenaline. Om nu te vergelijken met de schaduwtekeningen, in het begin werkte ik altijd met de zon, want die geeft altijd de allermooiste schaduw. Maar dan moest ik me ook haasten, want de stand van de zon verandert, daardoor verandert ook de schaduw van richting en van vorm, en dat gaat snél. Dan heb ik het nog niet over wolken die voor de zon komen. En die tijdsdruk bij het tekenen gaf soms ook een adrenalinestoot.
Bekijk je nu alles wat rondom je gebeurt meer in functie van je schaduwtekeningen?
Als ik ergens een mooie schaduw zie, kan het zijn dat ik er snel een fotootje van neem, en als ik in de stad wandel, heb ik altijd mijn telefoon bij, zoals wij allemaal. Iedereen is nu straatfotograaf geworden en met de lockdown ga ik alle dagen wandelen in de stad, en dan zie je mooie dingen. Omdat je je fototoestel altijd bij de hand hebt, kan je er gemakkelijk een foto van nemen. Dus de laatste tijd maak ik ook beelden door op een foto iets te tekenen.

Je had het daarstraks even over nieuwe filmplannen. Kun je daar al iets over vertellen?
Ja, ik ga in principe volgende winter een nieuwe film draaien. Dat wordt een film noir die zich afspeelt tijdens kerstavond van 1961. De titel is “Stille Nacht”; we hebben productiesteun van het VAF en zijn nu bezig met de co-productie om een aanvullend budget te vinden. Dat is het eerste project, ook het meest concrete. Daarnaast ben ik ook al lang bezig met een Europese animatiefilm, die heet “Miss Moxie.” In Nederland hebben we daarvoor al productiesteun gekregen, en we zijn nu ook in andere landen aan het shoppen. Het duurt een hele tijd alvorens je je budget hebt bijeen gescharreld, zo gaat dat. En waar ik nu ook mee bezig ben, ik ben mijn Shadowology-beelden aan het bewerken voor een nieuw boek bij een Franse uitgeverij. Dat zou mogelijk in de zomer kunnen verschijnen.
Met andere tekeningen dan in je eerste boek?
Ja, dat boek werd gepubliceerd door Lannoo, ongeveer een jaar nadat ik met schaduwtekeningen was begonnen. Nu heb ik meerdere jaren om uit te kiezen, dus ik kan selectiever zijn, en ik hoop dat het een mooie collectie zal worden.
Zijn je nieuwe films ook naar eigen scenario’s?
Nee, de film noir is gebaseerd op een Franse roman uit de jaren 60, geschreven door Frédéric Dard. In Frankrijk was hij een bekend auteur die schreef in de stijl van Georges Simenon. Hij was ook een veelschrijver, en de film wordt een tragisch liefdesverhaal met een heel ingenieuze misdaadplot erin verwerkt. Het scenario is geschreven door Christophe Dirickx. Nu zijn we aan het casten. Voor mij is het ook iets nieuws: het is een echte film noir, geen pastiche zoals mijn kortfilm “The Bloody Olive” [1997]. Dit wordt een melancholisch en tragisch liefdesverhaal. Ik neem graag mijn tijd voor mijn films, en dan kan het al vlug enkele jaren duren voordat er een nieuwe komt, vandaar dat mijn filmtempo ook niet zo hoog ligt. Het scenario van “Miss Moxie” werd geschreven door de Nederlandse scenariste Maureen Versprille, en dat project zijn we al sinds 2016 aan het ontwikkelen.
Je films stralen altijd een zekere originele frisheid uit, alsof er een nieuwe wind waait.
Ik probeer bij elke nieuwe film een eigen wereld te creëren en ik vind het zelf ook interessant als je de persoonlijkheid van de maker kan aanvoelen, zonder te moeten denken dat het voorgekauwde kost is.
Dat heb je bij jouw films ook, je kan zien dat ze van dezelfde hand zijn.
Ik ben een enorme Billy Wilder-fan, en je ziet bij al zijn uiteenlopende films ook die blik op de mens die steeds terugkeert. Dat vind ik boeiend. De Coen Brothers hebben dat ook: zij maken komedies of donkere misdaadfilms, maar ook daar zit er iets in hun vertelstem dat je herkent.

Ik bedoel ook dat ze vooral een zeker optimisme uitstralen, en als het niet duidelijk is terug te vinden, dan zit het er wel ergens subtiel in verborgen. En dat doet telkens deugd.
Dat zit een beetje in mij, denk ik. Want dat hoor ik met die schaduwtekeningen van mensen over gans de wereld, wanneer ze op sociale media soms reageren en zeggen, ‘Je tekeningen bezorgen mij altijd een lach op mijn gezicht.’ Dat doet me plezier. Ik ben een enorme bewonderaar van de Franse tekenaar Jean-Jacques Sempé, want in zijn tekeningen laat hij vaak zien dat hij de mens begrijpt, en hij laat ons een klein beetje glimlachen om onszelf, om onze dwaasheid soms. Dat vind ik enorm bewonderenswaardig. Hij heeft o.m. “Le petit Nicolas” van René Goscinny geïllustreerd, maar in de jaren 60 en 70 tekende hij ook zelf cartoons. Dus ja, ik houd wel van die milde glimlach die naar de mensheid kijkt, die er een klein beetje mee lacht, maar hen ook graag ziet.
En wat heeft je daartoe geleid? Herinner je je nog toen je voor de eerste keer dacht, ‘Later wil ik graag films maken’?
Mijn moeder had vroeger het Eva Bal’s Speelteater, en als kind speelde ik al toneel in het theater van mijn moeder. Af en toe hadden ze kinderen nodig om in films mee te spelen, en dan kwamen ze recruteren in haar theater. En zo kwam ik als kind soms op filmsets terecht. Ik heb meegespeeld in “Mijn vriend” [1979] van Fons Rademakers over de zaak Jespers, en ik vond de sfeer op zo’n set altijd héél tof. De magie die een filmset uitstraalt, vond ik heel aantrekkelijk. Nadien begon ik meer te tekenen, heb ook wel super 8-filmpjes gemaakt, en op een bepaald moment werd een toneelstuk van mijn moeder door Jaco Van Dormael verfilmd tot kortfilm [“De boot”], dat was in 1985, denk ik. Heel de paasvakantie hebben wij toen met een groep kinderen in een studio buiten Gent met Jaco gefilmd. Dus een filmset was voor mij heel bijzonder, en toen ik na het laatste jaar van de humaniora een studierichting moest kiezen, was er iemand in mijn klas die naar de filmschool wilde gaan. Toen dacht ik, ‘Ja, waarom niet!?’ Want er komt zoveel samen in film: je bent bezig met beelden, met je verhaal, acteurs, muziek… Dat trok me echt aan. Het geeft je een enorme kick om met zoveel mensen te mogen werken, er komt heel veel positieve energie vrij. Het is zo bijzonder van op een set te kunnen werken, want acteurs kunnen dingen doen die je totaal niet had verwacht, dan ben je heel blij als je dat hebt kunnen vangen en je het voor de eeuwigheid kan bewaren. Of je bent buiten aan het draaien en ineens valt het licht ontzettend mooi. Je krijgt soms prachtige cadeautjes van het leven als je een film maakt. Soms ook geen, of soms ook het tegenovergestelde. Maar ik heb zeker zin om terug aan de slag te gaan, om terug een film te maken. Dus als alles goed gaat, dan is “Stille Nacht” klaar tegen Kerstmis 2022.
Phone interview
11 februari 2021
FILMS
MIJN VRIEND (1979) DIR – PROD Fons Rademakers SCR Gerard Soeteman CAM Theo van de Sande ED Kees Linthorst MUS Georges Delerue CAST Peter Faber, André van den Heuvel, Dirk de Batist, Magda Knudde, Pleuni Touw, Germaine Pascal, Florence Jamin, Frank Aendenboom, Herbert Flack, Vincent Bal (zoon [zonder screen credit])
MAN VAN STAAL (1999) DIR – SCR Vincent Bal PROD Dirk Impens, Rudy Verzyck CAM Glynn Speeckaert ED Ewin Ryckaert MUS Wim De Wilde CAST Ides Meire, Charlotte De Ruytter, Peter Gorissen, Katelijne Damen, Tania Garbarski, Gene Bervoets, Marijke Pinoy, Peter Van den Eede, Frank Focketyn, Wim Opbrouck, Jenny Tanghe, Will Tura
MINOES (2001) DIR Vincent Bal PROD Burny Bos SCR Vincent Bal, Burny Bos, Tamara Bos (boek, Annie M.G. Schmidt) CAM Walther van den Ende ED Peter Alderliesten MUS Peter Vermeersch CAST Theo Maassen, Carice van Houten, Sarah Bannier, Pierre Bokma, Marisa Van Eyle, Olga Zuiderhoek, Kees Hulst, Hans Kesting, Jack Wouterse
10 JAAR “LEUVEN KORT” (2004) DIR Vincent Bal, Dirk Beliën, Lars Damoiseaux, Hans Herbots, Evelien Hoedekie, Daniël Lambrechts, Erik Lamens, Koen Mortier, Wouter Sel, Reinout Swinnen, Patrice Troye, Fien Troch, Lieven Van Baelen, Dorothée Van Den Berghe, Pieter Van Hees, Hilde Van Mieghem, Christophe Van Rompaey, Joël Vanhoebrouck, Brecht Vanhoenacker, Jakob Verbruggen, Willem Wallyn CAST Frank Vercruyssen, Damiaan De Schrijver, Peter Van den Begin, Veerle Dobbelaere, Dimitri Leue, Jenny Tanghe, Gene Bervoets, Frank Focketyn, Fred Van Kuyck, Hilde Van Mieghem, Dirk Roofthooft, Els Dottermans, Stany Crets, Natali Broods, Sam Louwyck, Tom Van Dyck, Kader Gurbüz, Bert André, Ianka Fleerackers, Pieter Embrechts, Nand Buyl
NONO, HET ZIGZAG KIND (2012) DIR Vincent Bal PROD Burny Bos, Els Vandevorst SCR Vincent Bal, Jon Gilbert (boek, David Grossman) CAM Walther van den Ende ED Peter Alderliesten MUS Thomas de Prins CAST Isabella Rossellini, Burghart Klaussner, Fedja van Huêt, Jessica Zeylmaker, Camille de Pazzis, Thomas Simon, Eric De Kuyper, Gene Bervoets, Maaike Neuville
BRABANÇONNE (2014) DIR Vincent Bal PROD Peter Bouckaert SCR Vincent Bal (verhaal, Pierre De Clercq) CAM Danny Elsen ED Philippe Ravoet MUS Steve Willaert CAST Amaryllis Uitterlinden, Arthur Dupont, Jos Verbist, Tom Audenaert, Michel van Dousselaere, Liesa Naert, Veerle Eyckermans, Koen van Impe, Marc Peeters
KORTFILMS
DE BOOT (1985) DIR Jaco Van Dormael CAST Stephen Dewaele, David Dewaele, Vincent Bal
AAN ZEE (1993) DIR – SCR Vincent Bal PROD Johan Desmet CAM Glynn Speeckaert ED Huguette Vanvolsem, Ewin Ryckaert CAST Gi Anthoni, Anton Boon, Stefanie Boon, Josse De Pauw, Arend Pinoy, Lotte Pinoy, Vera Puts
MR. IMPOSSIBLE (1994) DIR – PROD – SCR – ED Pieter Van Hees CAM Vincent Bal MUS Organic Fruit Band CAST Frank Devos, Pieter Embrechts, Barbara Vercaeren
TOUR DE FRANCE (1995) DIR – SCR Vincent Bal CAM Glynn Speeckaert ED Ewin Ryckaert MUS Mike Brant, Money M. CAST Griet Dobbelaere, Yanti Ehrentraut, Frederik van der Veken, Michael Vergauwen
PARTICULARLY NOW, IN SPRING (1996) DIR – PROD – SCR – ED Bavo Defurne CAM Vincent Bal ED CAST Olaf Nollen, Werner De Smedt, Alain Van Goethem
SAINT (1997) DIR Bavo Defurne PROD Bavo Defurne, Karel Doing CAM Vincent Bal ED Ewin Ryckaert CAST Olaf Nollen, Alexis Van Stratum, Moenen Erbeur, Emilie Ringoot, Dirk Delcourt, Stijn Wuyts, Robrecht De Roock
THE BLOODY OLIVE (1997) DIR Vincent Bal PROD Erwin Provoost SCR Vincent Bal (boek, Lewis Trondheim) CAM Philip van Volsem ED Ewin Ryckaert MUS Hans Helewaut CAST Veerle van Overloop, Frank Focketyn, Gene Bervoets, Guy Dermul
JOLI MÔME (1997) DIR Vincent Bal PROD SCR Vincent Bal, Daniel Larrieu CAM Glynn Speeckaert ED Ewin Ryckaert CAST Laurence Rondini
MATROOS (1998) DIR – SCR Bavo Defurne PROD Anne Quirynen CAM Vincent Bal ED Ewin Ryckaert CAST Joram Schuurmans, Tom de With, Tim Peters, Hilde Wils, Jason Nardone
AND SUNDAY, THE DELUGE (2015) DIR – PROD – SCR Brian Windelinckx CAM Roxanne Wylleman ED Dries Derycke CAST Vincent Bal (Luc), Matthieu Charneau, Sofie Hoflack, Chantal Leyers, Bergen Tuin
SHADUWZEE, a.k.a. SEA SHADOW (2020) DIR Vincent Bal, Marlon Nowe [animatie] PROD Jeroen Beker, Bruno Felix, Sabine Veenendaal, Femke Wolting SCR Vincent Bal CAM Renier van Brummelen ED Peter Alderliesten MUS Steve Willaert CAST Pepijn van der Sman, Guy Clemens, Britte Lagcher, Linde van der Storm, Dimitri Leue