Kunstenares en podiumactrice Kim Snauwaert (geb. 1986) is voor het filmpubliek mogelijk nog een onbekende, maar dat zou wel eens heel snel kunnen omslaan. Ze speelt immers op weergaloze wijze de titelrol in haar debuutfilm “The Best of Dorien B.” die op vrijdag 6 september de openingsfilm wordt van het Filmfestival Oostende.
Het personage van Dorien heeft een charmante en succesvolle man (gespeeld door Jelle De Beule), twee schattige kinderen en een goed draaiende dierenartsenpraktijk. Maar wanneer ze haar moeder betrapt op jarenlang overspel, haar man te close blijkt te zijn met een collega op zijn werk en ze bovendien een knobbeltje in haar borst ontdekt, dreigt ze de pedalen te verliezen. De film volgt de evolutie die ze doormaakt tijdens deze bijzonder onfortuinlijke samenloop van omstandigheden. Casting director Anke Blondé schreef het scenario en regisseerde de film.

Kim Snauwaerts vertolking is bijzonder krachtig en gevat, en wie weet, mogelijk wordt het het begin van een heuse filmcarrière. Het zou haar in alle geval niet misstaan, want potentieel heeft deze dame in overvloed.
Een kennismakingsgesprek met haar vond plaats tijdens de persdag van “The Best of Dorien B.” in Gent.
Je geeft met je vertolking van Dorien wel een mooi visitekaartje af, vind je niet?
Het was wel een heel dankbare rol om te spelen: Dorien maakt een hele evolutie door, ze wordt met heel veel generositeit en sympathie in beeld gebracht, dus ik ben heel blij dat ik die kans heb gekregen.
Hoe zijn ze met dit project bij jou terechtgekomen?
Het kind van Anke [Anke Blondé, regisseur] zit bij mijn kind op school, niet in dezelfde klas, maar ze zijn wel even oud. Dus wij kennen elkaar als ‘schoolpoortmoeders.’ Zij had me eens gevraagd om een auditie te komen doen, maar nadien bleek dat ik toch niet geschikt was voor die rol en had ze uiteindelijk iemand anders gekozen. Die persoon heeft naderhand afgehaakt en een jaar later heb ik dan nog eens auditie gedaan, toen ik samen was met mijn vriend—hij was de beste vriend van haar man. Daardoor zagen we mekaar veel meer, we gingen naar dezelfde feestjes, en op een dag zei Anke, ‘Ik heb je nu beter leren kennen, en je bent wel erg grappig! Kun je toch nog eens een auditie doen voor de rol van Dorien? Maar dan niet bij, want nu is het voor mij te moeilijk omdat ik je nu al zo goed ken, dus doe je het best bij iemand anders.’ Ik ben dan opnieuw op casting gegaan, en zo kreeg ik de rol.
Hoe verliep je samenwerking met Anke Blondé en Jelle De Beule?
Er zijn veel repetities geweest, dat heeft heel zeker geholpen, want zo leer je elkaars werkwijze kennen. En Anke is een heel genereuze filmmaker die veel geeft aan haar acteurs. Bovendien begrijp ik die rol heel goed, ik kan me er heel erg mee vereenzelvigen, en Jelle had dat ook bij zijn rol. Hij verstond zijn personage ook heel goed. Soms hadden wij er ‘ruzie’ over op de set. ‘Hoe kunt ge het nu okee vinden wat jouw personage doet?!’ [Lacht]. Kort samengevat zou je kunnen zeggen dat we veel te danken hebben aan de manier waarop we ons verhouden tot onze personages en hoe Anke dat als regisseur supergoed heeft geleid.
Ondanks de tragiek in het verhaal zit er ook heel wat humor in verwerkt. Het geeft de film een extra dimensie.
Ja, en da’s absoluut Anke, want ik heb het zelfs niet met veel humor gespeeld. Haar scenario is zo goed geschreven dat het zelfs grappig is als je het gewoon speelt. Als acteur moet je dus in feite bijna niets doen: daarom heb ik alles zo ‘klein’ mogelijk gespeeld, zodat het verhaal en de situaties des te duidelijker werden.

Je was voordien vooral in het theater aan de slag. Was deze ervaring een grote aanpassing voor je?
Film is harder en technischer, en het is veel sneller afbreken van emotie. Als je op de planken staat, en je hebt een repetitieproces van een aantal weken of maanden, dan speel je in één stuk al die emoties door. Je gaat ergens door en je hebt een uur of anderhalf uur de tijd om dat te voelen, het gaat heel natuurlijk. Bij film heb je dat niet, want je speelt vijf seconden dit, dan stop, en opnieuw met de camera vanuit een andere hoek, er zijn onderbrekingen en iedereen op de set is met zijn eigen werk bezig, dus er is ook niet echt een publiek. Ik zou bijna zeggen dat film een soort van hardcore versie is van acteren waar ik heel erg van houd. Het is een extreme vorm van acteren als je je emoties zo moet uitdagen, om zo diep in je personage te gaan voor zo’n korte tijd, en dat verschillende keren te herhalen. Voor mij was het een heel uitzonderlijke ervaring.
Alles wat je brengt wordt ook heel goed door de camera opgepikt, er is een goeie band tussen jou en de camera, vind je niet?
Ik houd in zekere zin meer van film dan van theater—nee, ik hou ook heel erg veel van theater omdat je daar onmiddellijk contact hebt met je publiek en sneller kan inspelen op de reacties die je vanuit de zaal krijgt. Die nabijheid, die proximity, is heel belangrijk. Maar in een zaal moet je ook echt voor een zaal spelen en moet je je vaak ‘groot’ maken, terwijl het in film soms zo subtiel is, zo klein, en daar houd ik ook heel erg van. Het is zeer fijn werk, vind ik, want je mag niet téveel bewegen en je moet je gelaatsuitdrukkingen onder controle houden—niet teveel tegelijkertijd. In theater moet je heel de tijd naar je publiek grijpen, en voor een camera moet je je iétwat terughouden en inhouden.
Is dit het begin van een nieuwe carrière?
Ik weet het niet, ze mogen altijd bellen [lacht]. Ik vond “The Best of Dorien B.” een héél fijne en boeiende ervaring, heel leuk om te doen. Maar ik ben me ook bewust van de luxepositie waarin ik me bevond: ik kreeg een grote rol, ik werd zeer goed ondersteund en had een enorm positieve band met Anke die ook heel goed is om iemand daar doorheen te dragen en te soigneren—ik weet niet of dat zo vanzelfsprekend is. Ik hield enorm van dit project en sta zeker open voor andere uitdagingen.
Was de film voor jou een sprong in het onbekende?
Ik had voordien al wel voor de camera gestaan in “Eén op Eén” voor een Nederlands kunstenaar waarmee ik zes maanden intensief heb gewerkt. Dus ik was niet onzeker over hoe ik moest acteren voor de camera, ik had de indruk dat ik dat wel in de hand had. En ze hadden mij ook gekozen voor de rol van Dorien, dus ze wisten uiteindelijk wat ze aan mij zouden hebben, daarover hoefde ik me ook geen zorgen te maken. Het enige waar ik het soms moeilijk mee had, was de techniciteit van film. Je moet naar voor lopen, maar er ligt iets op de grond. Je moet daar gaan staan, zoveel graden, niet ervoor en niet erachter, je moet er op staan, maar dat gaat over een lijn van vijf centimeter en je mag niet kijken of je daar ook écht staat. En dan moet je je gezicht zover draaien, niet teveel naar links of naar rechts, zorgen dat al je kleren nog goed liggen zoals de kleedsters ze hadden gelegd, je haar moet blijven liggen zoals het lag, soms staat de acteur hier en moet je doen alsof hij daar staat en je moet in die richting praten… Dat was een aanpassing in het begin. Het was een geluk—denk ik—dat Dorien een personage is dat in het begin veel dingen lijdzaam ondergaat, ze uit dat gevoel niet omdat ze het voor zichzelf houdt. Dat was zo tijdens de eerste draaidagen in de praktijk. En ik had ook dat gevoel van, ‘Ik onderga het hier allemaal,’ dus dat viel heel goed samen. Het was een mooie samenloop van omstandigheden [lacht]. Naar het einde speelde ik veel vrijer, en Dorien was als personage ook vrijer.
De film is eerder al vertoond tijdens enkele filmfestivals in het buitenland, zoals in Rotterdam, Beijing en Lucca. Was je er toen ook bij?
In Rotterdam was ik erbij, en in Lucca was ik alleen. De reacties waren heel positief. Tot nu toe hoor ik enkel maar positieve reacties, maar het is misschien ook moeilijk voor sommigen om in je gezicht te zeggen dat ze het niet goed vinden [lacht]. De reviews, zowel op de film als op mijn acteren, waren heel goed en da’s wel fijn. Die zijn in kleine mate een soort van opiniepeiling voordat de film hier in de zalen wordt uitgebracht.
Je bent als kunstenares op vele vlakken actief, en nu ook als filmactrice. Hoe zou je jezelf nu omschrijven?
Ik bekijk mezelf in de eerste plaats als ‘maker’—ik ben altijd zeer ‘hybride’ geweest. Ik ben heel dynamisch, mijn leven is ook heel dynamisch. Dus nu, na één film, kan ik mezelf niet echt een actrice noemen, maar ik heb zeker interesse en de passie om nog films te maken. Maar het antwoord op de vraag of ik actrice word, hangt natuurlijk niet af van mij, dat hangt af van anderen.
Gent,
19 juni 2019
“The Best of Dorien B.” (2019, trailer)
THE BEST OF DORIEN B. (2019) DIR Anke Blondé PROD Jean-Claude Van Rijckegem, Dries Phlypo SCR Anke Blondé, Jean-Claude Van Rijckegem (verhaal van Anke Blondé, Bert Van Bael, Sanne Nuyens, Geert Verbanck, Ellen Schoenaerts) CAM David Williamson ED Axel Skovdal Roelofs MUS Rutger Reinders CAST Kim Snauwaert (Dorien), Jelle De Beule (Jeroen), Katelijne Verbeke (Monique), Dirk van Dijck (Jos), Robrecht Vanden Thoren (Miguel), Wine Dierickx (Liesbeth), Peter De Graef (Gilbert)