Mathias Sercu: “‘J’aime la vie’ gaat over verbinding, over het leven en wat het met een mens doet”

“J’aime la vie” is de debuutfilm van Mathias Sercu (geb. 1970) als scenarist en regisseur. In zijn ode aan het leven, zoals hij de film zelf omschrijft, speelt Janne Desmet het personage van Mira, een positief ingestelde en alleenstaande moeder. Beroepshalve is ze thuisverpleegster. Ze heeft een hechte vriendenkring en een goeie band met haar jongste broer, maar met haar oudste broer Rocco verloopt de verstandhouding erg stroef. Nadat ze vreselijk nieuws te horen krijgt dat inslaat als een bom, probeert ze tijdens een verblijf in de Ardennen de band van deze niet-alledaagse en kleurrijke familie terug te herstellen.

Als acteur is Mathias Sercu sinds zijn filmdebuut in Erik Van Looy’s eerste film “Ad Fundum” (1993) een vaste waarde in het Vlaamse film- en televisielandschap. Naast acteren ontpopt hij zich ook als scenarioschrijver en schreef hij o.m. de TV-reeksen “Marsman” (2014, ook regie) en “Chantal” (2023) met Maaike Cafmeyer in de titelrol, gebaseerd op haar personage Chantal Vertomme uit de reeks “Eigen Kweek” (twee seizoenen, 2013 en 2019).

Voor “Marsman” werd Mathias Sercu in 2014 bekroond met de Prix Italia voor TV-drama en genomineerd voor de Prix Europa (in de categorie Best Television Drama). In 2015 won hij de Prix Mitrani, een speciale prijs van de jury voor een uitzonderlijk programmamaker op het FIPA, waar “Marsman”-hoofdrolspeler Jurgen Delnaet de Fipa d’Or kreeg als Beste Acteur, en de serie ook nog genomineerd werd in de categorie Series. In eigen land kreeg hij in 2015 eveneens de eerste Scenaristengilde Scenarioprijs voor een televisiereeks alsook de Diversiteitstrofee van de VRT. Op de Nacht van de Vlaamse Televisie Sterren in 2015 werd “Marsman” bekroond met twee Televisie Sterren (Beste Drama, Beste Scenario).

“J’aime la vie” (2023, trailer)

Maar nu is er dus “J’aime la vie” met in de belangrijkste rollen Janne Desmet als Mira, Jurgen Delnaet (bekend van o.m. “Aanrijding in Moscou” uit 2008 en dus ook de serie “Marsman”) speelt haar oudste broer Rocco, en Greet Verstraete kruipt in de huid van Emmy, de partner van Rocco. Zij was eerder te zien in het eerste seizoen van “De Twaalf” (2019), “Beau Séjour 2” (2021), en ze speelt ook één van de hoofdrollen in “Holly” van Fien Troch die momenteel te zien is in de bioscoop.

“J’aime la vie” is een warme, sterke acteursfilm met een pakkend verhaal over vasthouden en loslaten, en is een integere en ook zeer persoonlijke film van Mathias Sercu. De film loopt in de zalen vanaf 13 december. Verdeler: Lumière.

Onderstaand gesprek met hem werd opgetekend tijdens de persdag van de film in Antwerpen en bevat spoilers.

Kun je vertellen hoe “J’aime la vie” tot stand is gekomen? Als ik me niet vergis, ben je zeven jaar geleden aan het scenario begonnen?

Ja, maar dat moet je relativeren. Het klinkt heel lang en het was sowieso een lang proces, maar ik heb ook enkele keren op de rem gestaan. De eerste letters heb ik op m’n laptop getypt in de zomer van 2015. Dan moet je wachten op scenariosteun—in het beste geval—en zo krijg je na al de volgende stappen een lang parcours. In 2017 heb ik een burn-out gehad en toen dacht ik met het scenario te stoppen. Een jaar later heb ik het dan toch ingediend, en ik denk dat ik tegen eind 2019 het nieuws kreeg dat we productiesteun zouden krijgen. Toen werd alles uitgesteld door Covid en nadien werd hij nog een tweede keer uitgesteld toen mijn zoon ziek werd. Dus ja, in totaal zijn er wel zeven jaar over gegaan.

De film is erg gelaagd; hij gaat niet enkel over de ziekte van Mira, maar ook over haar familie die ze probeert te herenigen, en ook de genderproblematiek komt aan bod. Toch verdwaalt de film niet in een negatieve spiraal, want ondanks alles, eindig je de film met een positieve noot. 

In alles wat ik maak, probeer ik een soort van lichtheid te brengen. In het leven is dat ook zo. Mijn oudste broer kreeg elf jaar geleden zijn diagnose te horen, maar wij lachen heel wat af, hé. Allez ja, het is niet dat we nu al elf jaar lang op de bodem van een diepe put zitten wanneer we mekaar zien. Niet, hé. Nu is hij gestopt met motorrijden, maar tot een jaar of twee jaar geleden gingen we elk jaar samen met de moto een week of tien dagen weg. Heerlijk—filosoferen over het leven, een tentje mee, een fles wijn ’s avonds op de camping, en samen palaberen over alles. Dat zijn lichtpunten, zeker in zijn parcours. Ik zie dat ook bij de ziekte van mijn zoon; humor is daar ongelooflijk belangrijk in, ook als je ziet hoe hij daarmee omgaat. Ik weet het, het is heel zwaar, maar mensen worden geboren en ze zullen allemaal sterven. Daar ontsnapt niemand aan, en de ene overleeft slechts enkele uren en iemand anders wordt zevenennegentig jaar. Het leven is een soort loterij, denk ik. Ik wilde vertellen dat met één vingerknip àlles kan veranderen. De diagnose van mijn oudste broer was voor mij de aanzet om dit scenario te beginnen schrijven. Want zijn diagnose was voor mij een bom, en hield me enorm bezig. Wat doet zoiets met je wanneer je dat te horen krijgt? Dat was de reden waarom ik dit verhaal ben beginnen schrijven, maar ik neem heel veel dingen over van het leven rond mij. Het element van het jongetje dat een meisje wil zijn, dat is gewoon mijn petekind. Ik ken dat stukje van het leven. De ziekte, dat jongetje,… voor de gebroken familie kijk ik naar het leven van mijn vrouw. Toen ik haar leerde kennen, had ze al zeventien jaar haar biologische vader niet meer gezien. Ik neem dat allemaal in me op en maak er een nieuw verhaal mee. En alles wat we vaak als zwaar bestempelen, daar schuilt ook een zekere lichtheid in. Natuurlijk, in “J’aime la vie” gebeurt het onvermijdelijke, maar ik wilde geen film maken over een vrouw die sterft, wel over verbinding, over het leven en wat het met een mens doet…

…en hoe de omgeving daarmee omgaat en wat de houvast is wanneer men weet dat men gaat sterven? 

Ja, en je wenst zo’n situatie natuurlijk niemand toe, en er schuilt bovendien een grote paradox in. Ik durf beweren dat de band die ik nu met mijn zoon heb, waarschijnlijk niet zo sterk was geweest mocht hij niet ziek zijn geworden. De intensiteit, de manier waarop wij nu met elkaar communiceren en in elkaars ogen kijken, die kracht hadden wij anders mogelijk niet gehad—zeker niet op die leeftijd. Met mijn broer Sam is dat net hetzelfde. Hij heeft nu al elf jaar kanker en hij zei eens, ‘Toen ik wist dat ik ging sterven, ben ik beginnen leven.’ Gróte paradox, maar het is ook een kracht.

Met je acteurs breng je je verhaal met diezelfde kracht. Als je er zo dicht bij betrokken bent, maakt dat de casting dan gemakkelijker of moeilijker? 

Omdat het zo’n persoonlijke film is, ben ik heel hard op mijn gevoel afgegaan. Ik heb erover gewaakt dat ik enkel omringd werd door mensen die ik ten volle vertrouw. Het zijn allemaal mensen die ik graag zie—al vóór de film—en het zijn talenten waar ik naar opkijk. Ik ben fan van hen; ik ben fan van Jurgen [Delnaet], van Janne [Desmet], ik heb Greet [Verstraete] zien spelen en dacht, ‘Wow, wat een actrice is dat!’ Je laat hen dan het scenario lezen en je praat erover, en dan voel je des te beter dat je ermee in zee kan gaan, omdat je begint aan een heel intens proces. Want—met alle respect—we gingen niet “F.C. De Kampioenen 6” maken, hé. Het was zo prachtig om zien hoe al die mensen—niet enkel de cast maar werkelijk iedereen—je lieten voelen dat ze het verhaal zeer genegen waren. Het is ook iets dat veel mensen meemaken en herkennen, van dichtbij of veraf. Iedereen kent wel iemand die kanker heeft of gehad heeft, of misschien plots wegviel. Iedereen heeft momenten van, ‘Ik vind het zó spijtig dat ik niet méér contact heb gezocht met die of die persoon.’ Dat is heel herkenbaar en op dat vlak is het verhaal heel laagdrempelig. Het is niet highbrow, want het gaat over ons allemaal en ik heb daarvoor de juiste liefdevolle mensen gevonden die dat mee wilden maken en die het naar een hoger niveau tilden dan ikzelf had kunnen dromen. Want je kan iets schrijven, maar dan weet je nooit wat het wordt van zodra het wordt gespeeld. Maar wat de cast heeft gedaan, da’s heel chique, hé.

Los daarvan, je bent ook heel bedreven in het creëren, in het schrijven. Kijk je naar “Marsman” [2014] of “Chantal” [2022], dan zie je meteen dat er een verhalenverteller achter schuilgaat. 

Dat is een mooi compliment, want vaak denk ik, ‘Ik doe zo maar wat.’ Weet je hoe ik acteur ben geworden? In het laatste jaar van het middelbaar in Tielt regisseerde Kurt Defrancq een schooltoneel. Ik wilde onderwijzer worden, maar hij zei me toen, ‘Zou je in Brussel niet je ingangsexamen doen om acteur te worden?’ Ik had er zelfs nooit bij stilgestaan dat die richting bestond. Hij is toen met mijn ouders gaan praten. Hij zei, ‘Wat kan er gebeuren? Als je je ingangsexamen doet en je bent er niet door, wel ja, word dan onderwijzer zoals je van plan was. En ben je geslaagd, probeer het gewoon.’ En dat was fantastisch; ik heb m’n ingangsexamen gedaan en mocht beginnen. Senne Rouffaer gaf daar toen nog les. Ineens zat ik op het Conservatorium. Dat was zó mijn ding—wat een gelukkig toeval dat iemand tegen mij had gezegd, ‘Zou je dat niet proberen?’ Ik ben daarin gerold en het was precies het verlengde van mijn kindertijd; als kind speelde ik altijd rollenspellen. Ik deed niets anders. Ik had een levendige fantasie, ik geloofde altijd heel hard wat ik speelde. Ik wàs dat. Naarmate ik meer begon te acteren, ben ik ook dingen beginnen maken. Eerst met liedjes, en toen ik dertig was, had ik m’n eerste toneelstuk geschreven. Dat kwam organisch; ik had een aantal stukken geschreven, dan kwam “Marsman”—niet gepland, hé—en ook nu wanneer mensen me vragen, ‘Ben je nu een cineast?’ Ik voel me geen cineast, maar ik voel me wel wat jij zegt, een verhalenverteller. Het medium waarmee ik het vertel, dat wisselt. Of het nu een theaterstuk is, voor TV of een film, ik ben altijd op zoek naar een oprecht verhaal dat écht over mensen gaat. Daar houd ikzelf ook het meeste van. Ik vind de mensheid heel ontroerend, grappig, mooi. Dat boeit me en daar wil ik graag iets over maken. Mijn moeder was ook een verhalenvertelster. Zij las altijd voor, en ze kon heel goed babbelen en vertellen. Dat zal er dan misschien een beetje inzitten.

Wanneer je schrijft, zeker voor een TV-serie als “Chantal” met een ruime vertelboog, stel ik me voor dat er een groot magneetbord aan de muur hangt waar je de structuur op uittekent, met overal post-it notes. Bij een film is die boog dan weer kleiner, wat ook zijn consequenties heeft. 

Schrijven voor TV of voor een film is totaal verschillend, maar bij je voorbeeld van dat magneetbord zou mijn vrouw hard moeten lachen. Ik heb in mijn schrijfkot zo’n bord hangen en heb het nog nooit gebruikt [lacht]. Elke keer denk ik, ‘Ik ga nu eens doen zoals de échte.’ Ik veeg dat bord helemaal proper en er hangen twee post-its, en that’s it. De rest speelt zich uiteindelijk allemaal af in mijn hoofd. Da’s heel raar; ik luk er niet in om het met zo’n bord te doen. Ik schrijf ook altijd alleen. Ik heb wel klankborden nodig voor wat ik heb geschreven, maar ik heb nog nooit met iemand samen geschreven. Ik weet niet of ik dat kan omdat het heel hard in mijn hoofd zit. Ik ben dan helemaal weg; soms is het een struggle, maar soms is het ook heel fijn om te vertoeven in m’n hoofd. Ik houd van dat aspect van het schrijfproces, en dat kan ik overal doen. In mijn schrijfkot, of in m’n buske in ’t groen, of in het UZ. Ik kan overal schrijven.

En wanneer ben je op je best? Is er een tijdstip dat voor jou heel productief is? 

Ik schrijf meestal het beste in de voormiddag, heb ik gemerkt. Ik ben nu met mijn vrouw tien dagen naar de Ardennen geweest. Een typische regenvakantie in de Ardennen, en heb er waanzinnig veel geschreven. Da’s dan vakantie [lacht], maar ik vind dat heerlijk. Ik sta ’s morgens op, maak een koffietje, en begin te schrijven. ‘s Namiddags gingen we dan in de bossen wandelen. Ik heb een periode gehad dat mijn schrijfkot mijn shelter was—dat was vooral toen we thuis opgroeiende kinderen hadden en ons huis een soort van duiventil was [lacht]. Ik vond geen rust meer, en toen is er dat schrijfkot gekomen. Dat heeft een paar jaar geweldig gewerkt, maar nu zit ik er veel minder. De kinderen zijn de deur uit, dus nu zit ik in de keuken, in de living—in mijn schrijfkot ook—maar niet zo van, ‘Ik moet nu in mijn kot gaan zitten.’ Ik schrijf het op m’n laptop die ik overal mee naartoe neem.

In “J’aime la vie” gebruik je je tijd ook heel economisch, want in de film zijn de dialogen meteen to the point. Komt dat misschien omdat je zelf ook acteur bent?

Die vraag stel ik me ook. Acteurs die mijn scenario’s lezen, zeggen me wel eens, ‘Wow, dat kan je gewoon zó spelen.’ Wanneer ik schrijf, zit ik ook alles zelf te spelen. Daarom ben ik misschien geen echte scenarist—ik noem mezelf ook geen scenarist. Ik zit altijd te spelen; mijn vrouw moet soms heel hard lachen als ze me bezig ziet. Ik ben op m’n laptop aan het typen en speel ondertussen alles wat er gebeurt; ik beeld het uit of zeg luidop wat er gebeurt. Dat leeft heel hard. Ik denk dat het daar uit voortkomt, en ik houd ook wel van hetgeen tussen de regels staat, zelfs bij een schijnbaar banale dialoog. Zoals de scène met Mira en Rocco wanneer zij hem voor de eerste keer terug gaat opzoeken. Ze zitten dan op het terras van een café, en alles wat niet gezegd wordt, is bijna belangrijker. De dialoog is dan, ‘Sammeke is verjaard.’ De dialoog op zich is bijna niets, maar je voelt het leven tussen die broer en die zus, je voelt de kloof tussen hen die nog teveel aanwezig is, en de onkunde om daarmee om te gaan, het niet weten hoe je die moet overbruggen. Dat is heel interessant.

En dat staat allemaal op papier?

Ja. Dat is een verschil met “Chantal.” Qua workload—als je acht afleveringen van vijftig minuten moet schrijven—is het best van eerst de storylines te schrijven. Maar met “J’aime la vie” ben ik direct aan het scenario begonnen. Meteen de dialogen.

Ben je dan begonnen met de eerste scène?

Daarvoor zou ik moeten teruggrijpen naar de eerste versie om te zien waar ik ben begonnen. Ik herinner het me nog wel van “Marsman” toen ik niet echt een plan had. Ik zag een scène voor mij tussen twee broers aan een tafel die een kaartje leggen, en hun moeder is dood. Voilà, dat was het. Het was alsof je een toneelstuk zou beginnen schrijven met twee mannen die daar aan een tafel zitten. Rudy en Nico. Kaartje leggen. Die scène zit ook in de eerste aflevering van “Marsman.” Het is alsof die scène leven heeft gegeven aan die twee personages en dat ik dan ben beginnen nadenken over hen. Wie zijn ze, wat is er met hen gebeurd, waar zijn ze nu? Dan denk je, ‘Ze zitten in het ouderlijk huis.’ En ze zitten daar alleen. Hoe komt dat? Hun moeder is overleden. Zo is dat verhaal tot stand gekomen. Soms begint een verhaal zich ook vanzelf te vertellen. Ik heb heel lang niet geweten hoe “J’aime la vie” zou eindigen. Ik heb een versie van het scenario dat Mira er op het schoolfeest nog bij was.

Dan moet je op een bepaald moment de knoop doorhakken en keuzes maken. Hoe gebeurt dat?

Ja, je moet een beslissing nemen en een keuze maken. Wanneer ik zelf twijfel, ga ik het toetsen aan anderen. Mijn vrouw is dan mijn eerste slachtoffer. Ik vertel haar luidop de film en voel meteen aan haar reactie of het werkt of niet, want zij is een heel emotieve luisteraar. Als je een scène vertelt, moet je je inbeelden dat je erin zit; Mira zit op dat schoolfeest. Hoe voel je je daarbij? En dan denk je, ‘Ja, maar wacht, wat als ze er niét meer is?’ Want zo gaat het ook in het leven: plots zijn we een stap verder. Je bent een half jaar verder. ‘En die is al dood? Ah…’ In de film werkt dat omdat je het eerst niet doorhebt. Het is pas wanneer het kind gaat zingen, ‘Het is voor mama,’ dan denk je, ‘Fuck, ja natuurlijk.’ En toch voel je dat het met dat kind goedkomt.

Zoals jij zelf inspirerend en creatief werkt en denkt, zijn er in het verleden voorbeelden voor je geweest die je hebben aangezet tot acteren, schrijven, regisseren?

Alles wat me raakt, beïnvloedt mij, of dat nu boeken, films of series zijn. Het is zo’n beetje als opgroeien: heel vaak is de muziek die je in je puberteit hoorde een blijvende herinnering die je je hele leven meedraagt. Zo was ik op het Conservatorium, en toen ik net was afgestudeerd als prille beginnende acteur, was ik totaal bouleversé door “Olivetti 82” van Bob De Moor en “Ward Comblez” van Josse De Pauw. Dat waren twee monologen—twee totaal verschillende dingen—waar ik drie, vier keer naartoe ben geweest. Ik vond dat ‘Wow’—daar zijn we weer met de verhalenverteller—iemand die daar alleen op een scène staat en een hele wereld voor je opent. Ontroering, poëzie, humor, alles door elkaar. Dat waren voor mij twee heel belangrijke voorstellingen. Bij films ga ik gemakkelijk terug naar het prille begin van mijn carrière. Ik was een heel grote fan van “sex, lies and videotape” [1989] van Steven Soderbergh, en “Secrets & Lies” [1996] van Mike Leigh. Om één of andere reden haal ik die twee er nu uit; dat komt waarschijnlijk omdat die met mij iets deden, ook al heb ik veel andere goeie films gezien zoals “The Godfather”-films natuurlijk. Maar in die twee films speelt het zich blijkbaar toch af op een heel ander level. Die films hebben geen grote plots en geen ingenieuze plot twists. Het zijn eenvoudige verhalen die gaan over de psyche en het gedrag van de mens in zijn dagelijks leven. Ik zie dat graag. Hetzelfde bij een boek; als het me raakt, dan weet ik soms niet goed waarom. En ik heb nu die twee films genoemd, maar ik heb niet teveel nagedacht over andere films die ik evengoed zou kunnen noemen. Als je “J’aime la vie” ziet… ik heb geen “Zillion” in mij, bijvoorbeeld. Zo’n film ga ik nooit kunnen maken.

Maar “J’aime la vie” is wel heel toegankelijk, ook voor een breed publiek.

Ik hoop wel dat hij zal marcheren.

Antwerpen
9 november 2023

FILMS

AD FUNDUM (1993) DIR Erik Van Looy PROD – SCR Marc Punt CAM Willy Stassen ED Ludo Troch, Philippe Ravoet MUS Tom Wolf, Jean-Marie Aerts CAST Tom Van Landuyt, Mathias Sercu (Dennis), Tom Van Bauwel, Sven De Ridder, Margot Van Doorn, Axel Daeseleire, Jan Bijvoet, Tuur De Weert, Senne Rouffaer, Jaak Van Assche, Marilou Mermans, Herbert Flack, Koen De Graeve, Wim Opbrouck, Gene Bervoets, Ronny Waterschoot, Lucas Van den Eynde

MAX (1994) DIR Freddy Coppens PROD Erwin Provoost, Frans Puttemans, Paul Van Leemputten, Frans Lefever SCR Carl Joos, Dido Joos, René Swartenbroekx CAM Michel van Laer ED Henri Erismann MUS Henny Vrienten CAST Jacques Vermeire, Greet Rouffaer, Luc Philips, Ianka Fleerackers, Danni Heylen, Johny Voners, Ludo Busschots, Bert van den Dool, Mathias Sercu (Kurt Bal), Urbanus, Bea Van Der Maat, Warre Borgmans

IEDEREEN BEROEMD! (2000) DIR – SCR Dominique Deruddere PROD Dominique Deruddere, Loret Meus CAM Willy Stassen ED Ludo Troch MUS Raymond van het Groenewoud CAST Josse De Pauw, Eva van der Gucht, Werner De Smedt, Thekla Reuten, Victor Löw, Gert Portael, Ianka Fleerackers, Marc Didden, Sien Eggers, Wim Opbrouck, Filip Peeters, Mathias Sercu (Jim Poppe), Myriam Thys

TEAM SPIRIT (2000) DIR Jan Verheyen PROD Dirk Impens, Rudy Verzyck SCR Jean van de Velde, Mischa Alexander, Bart De Pauw CAM Jan Vancaillie ED Ewin Ryckaert MUS Jan Leyers CAST Tom Van Landuyt, Michaël Pas, Axel Daeseleire, Geert Hunaerts, Dimitri Leue, Mathias Sercu (Jos De Paepe), Time Reymer, Tania Kloek, Ilse De Meulemeester, Vic De Wachter, Peter Van den Begin, Filip Peeters, Alain Van Goethem, Aza Declercq

TEAM SPIRIT 2 (2003) DIR Jan Verheyen PROD Dirk Impens SCR Jan Verheyen, Dimitri Leue CAM Frank Van den Eeden ED Ewin Ryckaert MUS Sioen CAST Tom Van Landuyt, Michaël Pas, Axel Daeseleire, Geert Hunaerts, Mathias Sercu (Jos), Dimitri Leue, Warre Borgmans, Hilde De Baerdemaker, Tania Kloek, Ini Massez, Filip Peeters, Peter Van den Begin, Natalia Druyts

ZOT VAN A. (2010) DIR Jan Verheyen PROD Peter Bouckaert SCR (adaptatie Jan Verheyen, Rik D’Hiet, Peter Lories) CAM Stijn Van der Veken ED Philippe Ravoet MUS Steve Willaert CAST Kevin Janssens, Lotte Heytenis, Kurt Rogiers, Barbara Sarafian, Joke Devynck, Mathijs Scheepers, Matteo Simoni, Mathias Sercu (Arno Leekens), Jan Van Looveren, Veerle Baetens, Koen De Graeve, Michel van Dousselaere, Herwig Ilegems, Warre Borgmans, Axel Daeseleire, Chris Lomme, Jaak Van Assche, Carry Goossens, Kim Hertogs

LE CIEL FLAMAND (2016) DIR – SCR Peter Monsaert PROD Annemie Degryse, Alexander Vandeputte CAM David Williamson ED Alain Dessauvage MUS Frederik Van de Moortel CAST Sara Vertongen, Wim Willaert, Esra Vandenbussche, Ingrid De Vos, Isabelle van Hecke, Tom Ternest, Naïma Rodric, Serge Larivière, Mathias Sercu (Rechercheur)

MY FIRST HIGHWAY (2016) DIR – SCR Kevin Meul PROD Geoffrey Enthoven, Mariano Vanhoof CAM Menno Mans ED Thomas Pooters MUS Menno Mans CAST Aaron Roggeman, Romy Louise Lauwers, Natali Broods, Ruth Becquart, Mathias Sercu (Vader), Clara de Ramon, Victor Solé

CARGO (2017) DIR Gilles Coulier PROD Gilles Coulier, Wouter Sap SCR Gilles Coulier, Tom Dupont CAM David Williamson ED Tom Denoyette MUS Liesa Van der Aa CAST Sam Louwyck, Wim Willaert, Sebastien Dewaele, Josse De Pauw, Mathias Sercu, Koen De Sutter, Mieke Dobbels, Wennie De Royck, Gilles De Schryver

VERBORGEN VERLANGEN (2017) DIR Maarten Moerkerke SCR Nele Meirhaeghe, Frank Ketelaar CAM Konrad Widelski MUS Stan Lee Cole CAST Astrid Coppens, Roel Vanderstukken, Mathias Sercu (Dennis Van Brakel), Dominique Van Malder, Robrecht Vanden Thoren, Kim Hertogs, Janine Bischops, Joke Devynck, Charlotte Timmers

J’AIME LA VIE (2023) DIR – SCR Mathias Sercu PROD Annemie Degryse, Jan De Clercq CAM Anton Mertens ED Philippe Ravoet CAST Janne Desmet, Jurgen Delnaet, Greet Verstraete, Bert Dobbelaere, Mattias Busschaert, Jean-Michel Balthazar, Els Olaerts, Dominique Dauwe, Lien De Graeve

TV

POSTBUS X (1990), 1 aflevering
DE KOTMADAM (1993), 2 afleveringen
NIET VOOR PUBLIKATIE (1995), 1 aflevering
ONS GELUK (1995), 2 afleveringen
BUITEN DE ZONE (1994-1996), 20 afleveringen
STERKE VERHALEN (1997)
HETERDAAD (1997), 1 aflevering
DIAMANT (1997), 6 afleveringen
FLIKKEN (1999-2009), 20 afleveringen
RECHT OP RECHT (2000), 1 aflevering
SEDES & BELLI (2002), 1 aflevering
W817 (2000-2003), 14 afleveringen
OEKANDA (2005)
HET GESLACHT DE PAUW (2005), 1 aflevering
TEAM SPIRIT: DE SERIE 2 (2005), 6 afleveringen
WITSE (2006-2008), 2 afleveringen
EN DAARMEE BASTA (2008), 2 afleveringen
ASPE (2008-2012), 3 afleveringen
DE RODENBURGS (2009-2011), 42 afleveringen
SALAMANDER (2012-2013), 2 afleveringen
DANNI LOWINSKI (2012-2013), 26 afleveringen
VERMIST (2012-2015), 2 afleveringen
CRÈME DE LA CRÈME (2013), 10 afleveringen
MARSMAN (2014), 8 afleveringen—ook scenario en regie
DE BUNKER (2015), 1 aflevering
SPITSBROERS (2015-2017), 9 afleveringen
COPPERS (2016), 2 afleveringen
DE RIDDER (2016), 4 afleveringen
CORDON (2016), 10 afleveringen
TYTGAT CHOCOLAT (2017), 7 afleveringen
KAFKA (2017), 7 afleveringen
CAMPUS 12 (2018-2020), 152 afleveringen
EIGEN KWEEK (2019), 6 afleveringen
BLACK-OUT (2020-2021), 4 afleveringen
ONDER VUUR (2021), 6 afleveringen
MIJN SLECHTSTE BESTE VRIENDIN (2021-2022), 60 afleveringen
CHANTAL (2022), 8 afleveringen—ook scenario