Na zijn vorige film, de spraakmakende thriller “Seule les bêtes” (2019), is er nu “La nuit du 12,” de nieuwste film van de Duits-Franse filmregisseur, scenarioschrijver en Césarwinnaar Dominik Moll die begint met alarmerende en schokkende statistieken in Frankrijk: elk jaar vinden er achthonderd moorden plaats, en twintig procent blijft onopgelost.
Het maakt van “La nuit du 12” een meeslepend en beklijvend misdaaddrama; de film volgt twee Franse rechercheurs, gespeeld door Bastien Bouillon en Bouli Lanners, die proberen de moord op Clara op te lossen (gespeeld door Lula Cotton-Frapier, het gezicht op de rechterposter hieronder). Het lichaam van deze jonge, ogenschijnlijk zorgeloze en ongecompliceerde vrouw wordt in de nacht van de twaalfde verschroeid teruggevonden nadat ze een feestje had verlaten dat plaatsvond in het huis van haar beste vriendin Nanie (Pauline Serieys). De film begint met de cruciale sterfscène waarin Dominik Moll op een respectvolle manier de onthutsende misdaad in beeld brengt die het onderzoek in gang moet zetten.

In de film beseffen de onderzoekers niet altijd dat ze ook in hun privéleven een zaak meenemen wanneer die na weken of zelfs maanden als een cold case wordt bestempeld. Hun methodische en professionele aanpak leidt vaak tot een hardnekkige obsessie, zelfs wanneer—in een later stadium—een rechter, in de film gespeeld door Anouk Grinberg, wordt geïntroduceerd en die ervan overtuigd is dat de samenleving het aan de slachtoffers en hun nabestaanden verschuldigd is om de moordenaars te vinden.
“La nuit du 12” is gebaseerd op het boek “18.3 Une Année à la PJ” (2020) van de Franse schrijfster en scenariste Pauline Guéna, en werd vertoond op het afgelopen Filmfestival van Cannes in de Première sectie. De film loopt vanaf 31 augustus 2022 in de Belgische bioscopen. Verdeler: O’Brother Film Distribution.
Filmregisseur Dominik Moll kwam in juni naar het Brussels International Film Festival (BRIFF) om de release van zijn nieuwste film te promoten. Onderstaand gesprek werd afgenomen op het dakterras van een hotel in hartje Brussel, kort vóór de vertoning van zijn film later die dag.

Wat was je eerste indruk toen je het boek “18.3 Une Année à la PJ” van Pauline Guéna had gelezen?
Ze had het geschreven nadat ze een jaar bij de politie van Versailles had gewerkt, en ook bij de mensen die werkten met drugscriminaliteit, prostitutie, enz., dus ze had een volledig beeld van het politiewerk. Ze namen haar overal mee naartoe, naar de plaats delict, in de verhoorkamer… Ze schreef het boek bijna op dezelfde manier als David Simon deed; hij was de bedenker van [de tv-serie] “The Wire” [2002-2008] en had een heel jaar doorgebracht bij de politie van Baltimore. Het resulteerde in het boek “Homicide: A Year on the Killing Streets” [1991]. Hij vertelde ook wat hij zag en wat hij er had meegemaakt. Dus toen ik het boek las, vond ik het heel interessant omdat een schrijver zelden de kans krijgt een gans jaar de politiediensten te mogen observeren. Het resultaat is een heel fascinerend boek; het biedt je een inside look en gaat veel verder dan de klassieke politieverhalen en misdaadfictie. Het staat vol met details—niet per se spectaculaire details—maar je ziet hoe de politieagenten werken, hoe hun werk hen beïnvloedt en welke problemen ze hebben met hun hiërarchie of wie dan ook. In de laatste twee hoofdstukken van het boek beschrijft ze een bepaald onderzoek dat in de film voorkomt: de moord op een jonge vrouw die levend wordt verbrand, en ze vertelt hoe één van de politieagenten geobsedeerd raakte door deze misdaad, vooral omdat ze de moordenaar niet konden vinden. Ze hadden veel verdachten en misschien was één van hen wel de dader, maar ze hadden geen DNA, geen getuigen—niets—dus ze wisten niet hoe ze hun onderzoek moesten voortzetten. Ik was heel geïnteresseerd in dat onderwerp: wat voor invloed heeft het op een rechercheur bij de politie, vooral als hij het onderzoek niet kan afsluiten. Dus ik sprak erover met mijn co-scenarist Gilles Marchand. Hij las het boek ook, hij was er ook erg door gefascineerd, en hij zag al snel dat er nog iets belangrijks was. Er is de moord op de jonge vrouw, maar hij vond ook dat het verhaal en de film de relatie tussen mannen en vrouwen ter sprake moest brengen, vooral omdat misdaadbrigades vaak uitsluitend uit mannen bestaan. Het is een mannenwereld en zij worden geconfronteerd met het geweld van mannen, soms en vaak tegen vrouwen. Hoe stelt dat hun mannelijkheid in vraag? Dat was ook een van de verhaallijnen die we in de film wilden ontwikkelen.

Ook al is het een mannenwereld, je focust je op je personages en je casting vanuit een heel ander perspectief. Neem bijvoorbeeld Anouk Grinberg, die de rechter speelt, of Charline Paul als de moeder van het slachtoffer. Ze spelen kleine rollen, maar hun bijdrage aan de film is cruciaal. Charline Paul zien we slechts in drie scènes, en ze moet niet eens iets zeggen om indruk te maken. Ze is ze heel aanwezig.
Ik heb het geluk om te werken met twee vrouwelijke casting directors die ik bewonder, en ze weten heel goed wie de acteurs in Frankrijk en België zijn. We kennen elkaar al een tijdje, dus ze weten wat ik zoek. Het castingproces nam behoorlijk wat tijd in beslag, vooral voor kleine rollen, zoals de moeder, maar ook alle verdachten, aangezien de meesten onder hen maar één scène hebben. De verdachte die zijn vrouw sloeg bijvoorbeeld, hij is verachtelijk en afschuwelijk, maar hij heeft ook iets fascinerends en je voelt dat zijn vrouw zich tot hem aangetrokken voelde. Ik wil dat alle personages, ook de schurken, in hun complexiteit een reden hebben in het verhaal. En als een personage—eender welk personage—maar één scène heeft, wordt het nog moeilijker om ervoor te zorgen dat hij of zij bestaat dan wanneer je meerdere scènes hebt en je de evolutie van het personage kan meevolgen. De casting directors zagen veel acteurs en deden veel screentests; ook voor de acteurs die de misdaadbrigade spelen en hun collega’s, zoals Yohan [gespeeld door Bastien Bouillon] en Marceau [Bouli Lanners], was het belangrijk om die groepsdynamiek te creëren die in het boek is terug te vinden. Voor sommigen is het niet eens hun tweede familie: het is hun eerste familie, en ze hebben die groep echt nodig. Ik bracht een week door bij de recherche in Grenoble en voelde heel goed hoe belangrijk die groep was, hoe ze met elkaar overweg konden en mekaar steunden. Daar hebben we tijdens de casting veel aandacht aan besteed. Maar om op je vraag terug te komen, voor de rol van de moeder zagen we heel wat actrices en eerst werkte het niet, totdat ze het idee hadden om Charline Paul te casten. Ze is een komische actrice die ook in het echt heel grappig is. Een andere casting director had waarschijnlijk niet aan haar gedacht omdat het een dramatische rol is en ze alleen comedy speelt, maar ze was gewoon geweldig. En dat wisten we meteen. Soms is het een lang proces om de juiste acteurs te vinden, maar als het werkt, werkt het écht en voel je het meteen.
De film maakt een statement door te stellen dat twintig procent van alle moordzaken in Frankrijk onopgelost blijven, maar ik veronderstel dat je met je film nog meer wil vertellen. Is er misschien ook een andere, onderliggende boodschap?
Films met een boodschap zijn vaak erg moeilijk, want dat impliceert bijna dat je het antwoord op de vraag ook weet, en dat heb ik niet. Voor mij is het belangrijk om vragen te stellen, en de belangrijkste vraag die ik met deze film op tafel wil leggen, is hoe ze in de politiewereld, die wordt gedomineerd door mannen, hun acties of hun gedachten in twijfel trekken. Ik was ook geïnteresseerd hoe het personage van Yohan evolueert doorheen de film, en hoe zijn interacties met de weinige vrouwelijke personages verlopen—de eerste was Nanie [Pauline Serleys], de vriendin van het slachtoffer, en kijk eens hoe hij over haar denkt. Omdat hij haar op een gegeven moment altijd blijft vragen met wie het slachtoffer naar bed was geweest, zegt Nanie hem, ‘Door die vragen te stellen, is het bijna alsof je suggereert dat het haar schuld was.’ Als een meisje of een vrouw is vermoord en je hoort dat ze veel minnaars had of dat ze graag met bad boys omging, komt men gemakkelijk tot de conclusie dat het misschien een beetje haar eigen schuld was. Dat is gewoon compleet absurd, en het is iets dat je nooit zou zeggen een man die met veel vrouwen op stap gaat. Want voor een man zou het bijna als iets positiefs overkomen, hij is een rokkenjager. Dus op zulke reacties en gedachten wilde ik me de hele film blijven concentreren.

In je films keren bergachtige plattelandsstreken vaak terug. Wat trok je aan om de film op te nemen in Saint-Jean-de-Maurienne in de Franse Alpen?
Ik heb inderdaad een zwak voor bergen en berglandschappen, ook als persoon. Ik wandel graag in de bergen, al is dat geen reden om daar films te maken. Maar ik heb altijd al een film willen maken in Grenoble omdat het een grote stad is, omringd door bergen; het is bijna alsof je een gevangene bent van die bergen. In de Mauriennevallei is dat nog opvallender omdat het een zeer diepe vallei is. De bergen zijn er heel mooi, maar tegelijkertijd hebben ze iets dreigends en overweldigends. Voor mij symboliseert het ook het feit dat je de horizon niet kunt zien, en ook de onderzoekers in de film zitten vast; ze kunnen niet ver genoeg kijken. Dat is een beetje theoretisch als uitleg, maar dat hadden we in het achterhoofd. Wat ik ook leuk vind aan de Mauriennevallei, en Saint-Jean-de-Maurienne in het bijzonder, is dat het een stad is vol contrasten. Het ligt in de bergen en normaal gesproken zou je zeggen, ‘Oké, een bergstad, daar is het mooi en pittoresk.’ Maar Saint-Jean-de-Maurienne is helemaal niet zo; het is een zeer industriële stad met een grote aluminiumfabriek waar meer dan zevenhonderd mensen werken. De vallei is erg vervuild. Het is dus industrieel, maar je hebt er ook skigebieden, woningbouwprojecten, en ook heel mooie huizen. Het is een miniwereld waar je heel wat verschillende facetten kan terugvinden, en dat vond ik zo boeiend aan die stad.
Weet je nog toen je voor het eerst dacht, ‘Dit wil ik de rest van mijn leven doen, ik wil filmregisseur worden’?
In het begin was het idee om aan een film te werken ietwat beangstigend voor mij. Ik wist ook niet of ik er wel talent voor had. Ik denk dat ik de stap heb gezet toen ik twee jaar in New York verbleef op de filmafdeling van het City College of New York. Daar regisseerde ik mijn eerste kortfilms in zwart-wit, 16mm. Ik vond dat heel interessant en dat wilde ik graag blijven doen, om verschillende redenen. Ik vond alle stappen leuk: het schrijven, de voorbereiding, de casting, de regie, de montage, en elke stap was heel anders. Je moest altijd met andere mensen werken en een verhaal vertellen via film vond ik erg boeiend. Ik wist dat ik niet in staat was om literatuur te schrijven, of een roman bijvoorbeeld, omdat ik niet goed genoeg ben met enkel maar woorden. Maar beelden in combinatie met woorden, en met muziek en montage, passen veel beter bij mij.

Zijn er regisseurs die je vroeger bewonderde?
Ik werd vooral beïnvloed—en dat is nu ook nog steeds—door Alfred Hitchcock. Hij was heel belangrijk voor mij in die zin dat ik werd getriggerd door wat hij vertelde in het interviewboek “Hitchcock-Truffaut: The Definitive Study of Alfred Hitchcock by François Truffaut” [1984]. Voordien vond ik het maken van een film erg ingewikkeld. Ik begon Cahiers du Cinéma te lezen maar ik begreep er niets van; het leek erg abstract, filosofisch en te ingewikkeld. Maar toen ik het boek las, vond ik alle antwoorden op de vragen die je jezelf moet stellen als je een film wil maken. Heel praktische vragen, geen theoretische vragen, zoals waarom hier een close-up of daar een tracking shot, welk effect heeft het op het publiek, of waarom het beter is om schurken van ver te filmen in plaats van dichtbij omdat ze dan meer bedreigend zijn. Al die vragen en antwoorden in die interviews leken heel nuchter en heel praktisch. Het boek nam alle angst weg die ik had zodat ik gemakkelijker m’n weg kon zoeken in de wereld van filmmaking.
Hoe zit het met storyboards? Gebruik je die soms?
Niet voor alle scènes, en het zijn ook niet echt storyboards in die zin dat het geen gedetailleerde tekeningen zijn. Het zijn gewoon doodles die ik voor sommige scènes maak. Je hebt altijd wel scènes die smeken om storyboards, maar met andere scènes is het niet echt nodig omdat je eerst met de acteurs oefent en kijkt hoe ze zich verplaatsen. Maar bijvoorbeeld de moord op Clara is zo’n scène die tekeningen vereiste; hoe je geweld filmt en in beeld brengt, is ook een morele kwestie. Sommige mensen filmen het alsof het leuk is, wat ik heel vreemd vind, want zo kan je het volgens mij niet aanpakken. Maar soms is het belangrijk om geweld op een bijna abstracte manier in beeld te brengen, in een strakke close-up van de ogen van Clara, de aansteker die aangaat, en dan een wide shot wanneer ze in vlammen door het beeld loopt. Het verbergt het geweld niet, maar je gaat het zonder sensatie en op een ernstige en serene manier in beeld brengen.

Wanneer wist je dat de film precies was zoals je hem wilde hebben? Wanneer was hij voor je àf?
Dat kan je enkel als je Stanley Kubrick bent, denk ik. Ik weet nooit hoe een film er zal uitzien, en zeker niet wanneer ik eraan begin. Ik schrijf bijvoorbeeld nooit een scenario met een bepaalde acteur in m’n hoofd en weet nooit welke gezichten de acteurs zullen hebben. Een film is iets dat leeft, het verandert voortdurend. En op een bepaald moment kun je zeggen, ‘Oké, nu lijkt hij wel in orde.’ Maar ik weet niet wat ik in het begin precies in gedachten had; je weet toch dat alles zal veranderen naarmate je er verder aan werkt. Het zal ook veranderen eens je de geschikte locaties hebt gevonden, het weer is ook belangrijk… We hebben de film opgenomen in oktober 2021. Ik verwachtte bewolkt weer, niet dat ik dat echt wilde, maar ik verwachtte wel dat het regenachtig of mistig zou zijn. Want dat is de Savoie in oktober. Maar gedurende de vier weken toen wij er waren, hadden we niets dan blauwe lucht en zonneschijn. Dus de film is vrij zonnig, wat ik ook leuk vind! Stel dat het de hele tijd had geregend, dan had ik het misschien ook goed gevonden, maar het zou de film zeker hebben veranderd. Er zijn dus dingen waar je geen controle over hebt, tenzij, nogmaals, je Stanley Kubrick bent. Maar ik ben blij met het resultaat, want ik ben blij met alle acteurs, de muziek—alles is goed verlopen. Maar ik kan niet zeggen dat de film, zoals hij nu is, een perfecte doorslag is van hetgeen ik me er in het begin van had voorgesteld.
De film is een thriller; in hoeverre is het volgens jou ook een weerspiegeling van de samenleving?
De film is beide. Wanneer we spreken over een genrefilm, politiethriller of horrorfilm, die hebben een basis waar het publiek mee vertrouwd is, daarvoor zijn er een aantal codes. In een politiethriller heb je een moord, een politieonderzoek, dat soort dingen. Maar omdat het publiek dat weet, kun je er ook andere thema’s aan toevoegen die verdergaan en je iets meer vertellen over de moderne samenleving, of problemen tussen mannen en vrouwen, of over geweld—àlles. En dat maakt het ook interessant. Je wil meer doen dan enkel maar de moordenaar vinden; als dat het enige is dat je doet, met alle respect, dan krijg je een TV-film.
Brussels International Film Festival,
26 juni 2022
“La nuit du 12” (2022, trailer)
FILMS
INTIMITÉ (1994) DIR Dominik Moll PROD Vincent Dietschy, Bénédicte Mellac SCR Dominik Moll (kort verhaal van Jean-Paul Sartre) CAM Pierre Milon ED Thomas Bardinet MUS Franck Ash, Philippe Razol, Philippe Ours CAST Christine Brücher, Nathalie Krebs, François Chattot, Christian Izard, Hélène Roussel, Laure Werckmann
HARRY, UN AMI QUI VOUS VEUT DU BIEN (2000) DIR Dominik Moll PROD Michel Saint-Jean SCR Dominik Moll, Gilles Marchand (gedicht van Francis Villain) CAM Matthieu Poirot-Delpech ED Yannick Kergoat MUS David Whitaker CAST Laurent Lucas, Sergi López, Mathilde Seigner, Sophie Cuillemin, Liliane Rovère, Dominique Rozan, Michel Fau, Victoire de Koster
LEMMING (2005) DIR Dominik Moll PROD Michel Saint-Jean SCR Dominik Moll, Gilles Marchand CAM Jean-Marc Fabre ED Mike Fromentin MUS David Whitaker CAST Laurent Lucas, Charlotte Gainsbourg, Charlotte Rampling, André Dussollier, Jacques Bonnaffé, Véronique Affholder, Michel Cassagne
L’AUTRE MONDE (2010) DIR Gilles Marchand PROD Carole Scotta, Barbara Letellier, Caroline Benjo, Simon Arnal SCR Dominik Moll, Gilles Marchand CAM Céline Bozon ED Nelly Quettier MUS Emmanuel D’Orlando, Anthony Gonzalez CAST Louise Bourgoin, Grégore Leprince-Ringuet, Melvil Poupaud, Swann Arlaud, Pauline Etienne, Pierre Niney, Patrick Deschamps
LA MOINE (2011) DIR Dominik Moll PROD Michel Saint-Jean SCR Dominik Moll, Anne-Louise Trividic (boek van Matthew Lewis) CAM Patrick Blossier ED Sylvie Lager, François Gédigier MUS Alberto Iglesias CAST Vincent Cassel, Déborah François, Joséphine Japy, Sergi López, Catherine Mouchet, Jordi Dauder, Geraldine Chaplin, Roxane Duran
DES NOUVELLES DE LA PLANÈT MARS (2016) DIR Dominick Moll PROD Michel Saint-Jean SCR Dominick Moll, Gilles Marchand CAM Jean-François Hensgens ED Margot Meynier MUS Adrian Johnston CAST François Damiens, Vincent Macaigne, Veerle Baetens, Jeanne Guittet, Tom Rivoire, Michel Aumont, Catherine Samie, Léa Drucker
DANS LA FORÊT (2016) DIR Gilles Marchand PROD Jérémie Elkaïm, Valérie Donzelli SCR Dominik Moll, Gilles Marchand CAM Jeanne Lapoirie ED Yann Dedet MUS Philippe Schoeller CAST Jérémie Elkaïm, Timothé Vom Dorp, Théo Van de Voorde, Mika Zimmerman, Mireille Perrier, Sophie Quinton, Kristell Bizien, Marite Mibalo Johansson
SEULES LES BÊTES (2019) DIR Dominik Moll PROD Carole Scotta, Barbara Letellier, Caroline Benjo, Simon Arnal SCR Dominik Moll, Gilles Marchand (boek van Colin Niel) CAM Patrick Ghiringhelli ED Laurent Rouan MUS Benedikt Schiefer CAST Denis Ménochet, Laure Calamy, Damien Bonnard, Nadia Tereszkiewicz, Bastien Bouillon, Valeria Bruni Tedeschi, Guy Roger ‘Bibisse’ N’Drim, Jenny Bellay
LA NUIT DU 12 (2022) DIR Dominik Moll PROD Caroline Benjo, Carole Scotta, Barbara Leteiller SCR Dominik Moll, Gilles Marchand CAM Patrick Ghiringhelli ED Laurent Rouan MUS Olivier Marguerit CAST Bastien Bouillon, Bouli Lanners, Anouk Grinberg, Pauline Serleys, Charline Paul, Matthieu Rozé, Lula Cotton-Frapier, Thibaut Evrard, Théo Cholbi, Mouna Soualem, Baptiste Perais, Nathalaël Beausivoir, Jules Porier, Benjamin Blanchy