De Franse scenarioschrijver en filmregisseur Dominik Moll (geb. 1962), die een César won voor de regie van “Harry, un ami qui vous veut du bien” (2000), heeft een nieuwe film uit. “Seules les bêtes” is de titel en het is een intrigerende, boeiende en spannende whodunit met een schijnbaar eenvoudige plot, wanneer in een afgelegen Frans stadje tijdens een sneeuwstorm een vrouw wordt vermist, en vervolgens vijf mensen verwikkeld raken in een mysterie waarvan je op het einde van de film pas echt te weten komt hoe de vork werkelijk aan de steel zit.
Eén van die personages wordt gespeeld door de Franse acteur Denis Ménochet, die wereldwijde bekendheid verwierf als de melkveehouder van weinig woorden in de openingsscène van Quentin Tarantino’s “Inglorious Basterds” (2009). Laure Calamy speelt zijn vrouw, een thuiszorgverpleegster, die een affaire heeft met Joseph (Damien Bonnard), een van haar patiënten. Terwijl de andere hoofdpersonages, gespeeld door Valeria Bruni Tedeschi en Nadia Tereszkiewicz, worden geïntroduceerd, licht deze verrassende film beetje bij beetje een tipje van de sluier op door in verschillende hoofdstukken te vertellen hoe de vijf hoofdpersonages onderling met elkaar zijn verbonden, welke hun invalshoeken zijn, en wat er met hen is gebeurd, alsook met de vrouw die is verdwenen.
“Seules les bêtes” is heel anders dan Molls vorige film, “Des nouvelles de la planète Mars” (2016), wat eerder een lichtvoetige en subtiele komedie was met in de hoofdrollen o.m. François Damiens en Veerle Baetens. De film is immers een niet-lineaire mysterieuze thriller waarbij de actie verrassend switcht van Frankrijk naar de Ivoorkust en terug; de film werd eerder reeds vertoond op het voorbije Filmfestival van Venetië en het Filmfestival van Londen.
Om spoilers te vermijden, ga je hier niets over de eigenlijke plot terugvinden. Daarom geef ik graag de micro door aan de man achter “Seules les bêtes,” regisseur en scenarist Dominik Moll, die enkele weken geleden in Brussel was om de release van deze uitstekende, boeiende en zeer stijlvolle thriller te promoten.
“Seules les bêtes” loopt in de Belgische zalen vanaf 1 januari. Verdeler: Cinéart.
Wat was voor je de uitdaging om deze film te maken?
Zoals je weet is de film een bewerking van de Franse roman “Seules les bêtes” [gepubliceerd in 2017], geschreven door Colin Niel, en er waren verschillende zaken die me boeiden. Eerst was er de sfeer, het feit dat het een film noir was—of een boek noir, als je wil—met een misdaadverhaal waarin de misdaad zelf bijna een voorwendsel is om het leven van de verschillende personages te belichten en, hoe verschillend ze ook mogen zijn en ondanks het feit dat ze het niet altijd even gemakkelijk hebben, ze koesteren allen een droom. Wat me ook boeide, was de tegenstelling tussen de twee werelden in de film: de Franse boeren die in dit ondergesneeuwde en verlaten platteland geïsoleerd zijn, en daartegenover heb je dan de grote Afrikaanse stad, met al die mensen, het verkeer, de hitte… Verder was ik ook geïnteresseerd in de structuur van het boek met zijn verschillende hoofdstukken, waarbij elk hoofdstuk het standpunt van één personages uitvergroot. Centraal in het verhaal is de verdwijning van een vrouw tijdens de sneeuwstorm, en elk personage is er op een bepaalde manier mee verbonden. Elk personage is ook maar een onderdeel van het geheel, of van wat er echt is gebeurd, en dus krijgt de kijker met elke nieuwe verhaallijn een beter zicht op de puzzel. Dus zelfs al is het verhaal een beetje donker, toch was er iets speels aan de manier waarop het wordt verteld, omdat het publiek erg betrokken wordt wanneer het probeert het mysterie te ontrafelen. Dat waren de redenen waarom het me interessant leek deze roman te verfilmen.
Toen je het scenario met Gilles Marchand schreef, met in het achterhoofd de vijf hoofdpersonages en hun vijf verschillende invalshoeken, hoe of wanneer wist je dan dat het verhaal perfect in evenwicht was?
Gilles en ik hebben een soort van wederzijdse controle, we proberen vaak dingen uit en stellen onszelf veel vragen zoals, ‘Wat als we dit eruit halen, of we voegen dat toe om het verhaal beter te maken.’ Maar de vijf personages zijn slechts hoofdpersonages in één deel van de film en ze worden nadien minder belangrijk, of ze verdwijnen zelfs helemaal, dus moesten we ervoor zorgen dat het publiek geïnteresseerd bleef in ieder van hen en voldoende elementen meekreeg zodat ze zich konden voorstellen wat er verder met hen in het verhaal kon gebeuren. Wat ook helpt, al was het maar om te weten of het werkt of niet, is je scenario laten lezen door je producenten of door mensen die weten wat de valkuilen van een scenario kunnen zijn. Met hun feedback en opmerkingen als, ‘We begrijpen dit niet,’ of ‘Dit is waarschijnlijk te lang,’ kan je dan verder aan de slag. En je weet het uiteindelijk nooit vooraf, want op papier kan een scenario er heel goed uitzien, maar het is niet meer dan een stap naar de uiteindelijke film toe, een scenario is nooit een doel op zich. Zelfs voor ervaren scenaristen is er tijdens het schrijven altijd de neiging om alles té uitgebreid te vertellen, want je hebt enkel je tekst, niets anders. En wanneer je met de acteurs aan de slag gaat, krijg je er zoveel bovenop en zijn er door hun acteren of gelaatsuitdrukkingen veel dingen die je beter begrijpt of anders bekijkt. Dus tijdens het monteren kan je er vaak heel wat overbodige dialogen uitknippen omdat ze iets verklaren dat je intussen al weet, de visuele beeldtaal heeft het al verduidelijkt. En de keuze van de acteurs is natuurlijk ook erg cruciaal.

Je was omringd door zeer interessante karakteracteurs. Hoe heb je de casting gedaan?
Toen we het scenario schreven, dacht ik al aan Denis Ménochet om de rol van Michel te spelen. Gelukkig vond hij het scenario interessant en zag hij het meteen zitten. Bij anderen duurde het iets langer omdat we meerdere acteurs in gedachten hadden. Zoals voor het personage van Alice [gespeeld door Laure Calamy], de vrouw van Michel, hadden we een paar hele boeiende actrices op ons verlanglijstje. We ontmoetten hen en deden screentests van één van de scènes uit de film om te zien wie het beste uit de verf kwam. En dan moet je je ook afvragen of het zal werken als je de ene acteur tegenover de andere plaatst, om de juiste balans te vinden. Zoals toen we de rollen van Evelyne [gespeeld door Valeria Bruni Tedeschi] en haar jonge minnares Marion [Nadia Tereszkiewicz] wilden casten, eenmaal we hadden besloten om met Valeria in zee te gaan, hadden we een enkele jonge actrices die ook een screentest deden, elk een scène met Valeria, om te zien welke combinatie het best werkte, welke combinatie de meest energieke was, zodat je als kijker ook kon geloven dat hun personages echt een relatie hadden. Er was iets heel natuurlijks met Nadia Tereszkiewicz, dus kozen we haar voor de rol van Marion. Wat Damien Bonnard betreft, die Joseph Bonnefille in de film speelt, dat duurde iets langer. In het begin dachten we dat het interessant kon zijn als dit personage ouder was, laten we zeggen een zestiger in plaats van een veertiger, om een duidelijk leeftijdsverschil te hebben tussen de personages van Michel en Joseph, maar dat leek nadien geen goed idee. Toen hadden we al een aantal oudere acteurs ontmoet, maar uiteindelijk was dit leeftijdverschil niet echt een meerwaarde aan het verhaal. Dus toen we Damien Bonnard ontmoetten en een screentest deden, wisten we dat hij de juiste persoon was voor de rol. Soms heb je in het begin bepaalde intuïties die naderhand ook de juiste zijn, en andere keuzes vragen dan weer meer tijd en energie. En ook, het was totaal anders toen we in Ivoorkust draaiden, daar zijn nauwelijks professionele en ervaren acteurs voorhanden, omdat er geen echte een filmindustrie is. Dus deden we er een lukrake casting en van al die jonge acteurs in de film, is er zo goed als geen enkele professionele acteur bij. Voor Guy Roger ‘Bibisse’ N’Drin [Armand in de film] was dit de eerste keer dat hij voor de camera stond. Wanneer je deze jonge mannen ontmoet, is het ook heel vaak een kwestie van aanvoelen. Je doet screentests, ze zijn waarschijnlijk niet meteen op hun best tijdens de eerste screentest, maar hij was erg slim, hij had een bepaalde charme en de timing van zijn humor zat heel goed. Hoe meer we met hem werkten, en hoe meer screentests er volgden, des te beter hij echt begreep wat het betekende om te acteren, om zich in te leven in een personage, en hoe hij kon genieten van acteren. We hadden veel geluk: sommige acteurs kunnen goed zijn in een screentest, totdat er een camera op hen gericht is met een ganse filmcrew die op hun handen kijkt, en dan blokkeren ze volledig—wat hier gelukkig niet het geval was. Anderen ontpoppen zich dan weer tot grootse natuurtalenten, en dat is wat we hebben meegemaakt toen we “Seules les bêtes” draaiden.
Was het logistiek moeilijker om in Ivoorkust te filmen dan in Frankrijk?
Nee, het was moeilijker in Frankrijk [lacht]. In Frankrijk hadden we een probleem met de sneeuw. Het verhaal speelt zich af in de winter, dus we hadden sneeuw nodig, ook omdat de vrouw vermist werd tijdens een sneeuwstorm. We waren afhankelijk van sneeuw en op de plaats waar we wilden draaien, heb je niet altijd sneeuw. We hoopten dus echt dat het zou sneeuwen, maar zelfs als het zou sneeuwen, hadden we geen idee wanneer. Daardoor moest het hele opnameschema zo georganiseerd worden dat alle acteurs op elk moment min of meer beschikbaar moesten zijn wanneer er sneeuw zou liggen, zodat we meteen konden starten. Dat was lastig en ingewikkeld, vooral voor de first assistant director die deze planning deed. Uiteindelijk hadden we geluk, het sneeuwde—te veel dan, waardoor het moeilijk werd om van de ene locatie naar de andere te rijden. Dus logistiek gezien was het moeilijker om in Frankrijk te werken, ook omdat we in Ivoorkust een lokale producent hadden die daar alles regelde. Slechts een klein deel van de crew waren Fransen, de meesten kwamen uit Ivoorkust of Burkina Faso. Daardoor konden we gemakkelijk integreren in de wijken waar we filmden, en waren we niet de blanken die ginder kwamen filmen en zich gedroegen alsof ze in hun achtertuin waren. Dus in Afrika verliep alles heel soepel—behalve dan dat het er zeer warm was. En in Frankrijk was het erg koud [lacht].

De locaties in Frankrijk, de landschappen bedekt met sneeuw, ze zien er heel pittoresk uit. Heb je ze zelf gekozen?
Ja en nee. Ik bedoel, in het boek speelde het verhaal zich af in Lozère [nabij het Centraal Massief], en het plateau waar de boeren wonen, is de Causse Méjean [UNESCO-werelderfgoed]. Ik kende deze plek omdat ik daar al op vakantie was geweest, en telkens ik er was, dacht ik, ‘Ik zou een verhaal moeten vinden dat ik hier kan verfilmen.’ De landschappen zijn erg filmisch, ze zien eruit als western landschappen. Dit plateau heeft iets heel speciaals en het is omgeven door zeer diepe valleien, dus het is bijna als een kasteel. Om er te geraken, moesten we die heel smalle wegen oprijden. Het komt overeen met de personages die ook geïsoleerd zijn en op zichzelf zijn aangewezen. Andere plaatsen, zoals de boerderijen en de camping, hebben we nadien gevonden tijdens de location scouting.
Wil je met de film ook een boodschap vertellen?
Ik voel me altijd een beetje onwennig bij films die een boodschap willen meegeven, omdat het al snel ietwat simplistisch kan overkomen, vooral als het gaat om een politieke boodschap. Ik denk niet dat de film zelf een boodschap heeft, ofschoon ik denk dat er wel iets politieks schuilgaat in deze twee werelden die we hebben—de wereld van de boeren in Zuid-Frankrijk die het hard hebben, je mag het niet onderschatten, en dan heb je het leven van de jonge oplichters in Abidjan. Het zijn personages die je niet vaak in films ziet. Die mensen ruimte geven en hen in beeld brengen is in zekere zin politiek. Maar onderliggende politieke boodschappen in films—als je bijvoorbeeld een film van Ken Loach neemt met een zeer sterke politieke boodschap waarin de armen het moeilijk hebben, terwijl de rijken of hun bazen gemeen zijn of hen uitbuiten, dat verhaal klopt heel dikwijls, maar ik vind het interessanter om te zien hoe rijken en armen worden getoond in een film als “Parasite” [2019]. De rijken zijn er niet gemeen, ze negeren gewoon het feit dat er arme mensen zijn. Het zijn net twee parallelle werelden waar de rijken gewoon rijk zijn en zichzelf geen vragen stellen over de armen omdat ze die mensen niet eens zien—hoewel ze misschien in hun eigen kelder wonen, alsof ze onzichtbaar zijn. Dat is geen boodschap, het is een feit, en in zekere zin is dit complexer dan de zeer krachtige boodschap in de films van Ken Loach. Die boodschap moet natuurlijk ook worden verteld, omdat hij het harde leven van arme mensen toont die moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Zijn films zijn dus heel belangrijk en heel relevant. Maar louter wat film betreft, voel ik me meer aangesproken door “Parasite” bijvoorbeeld, en wat die film erover vertelt. Maar goed, dit even tussen haakjes.

Was het gemakkelijk om het budget voor “Seules les bêtes” bijeen te krijgen?
Het is nooit gemakkelijk, niemand zal je zeggen, ‘Hier heb je miljoenen om je film te maken.’ Maar het was ook niet moeilijk, we vonden geld in Frankrijk en in Duitsland. Het was geen supercomfortabel budget, omdat we het opnameschema moesten aanpassen—aanvankelijk hadden we negen weken voorzien, en het werden er acht om binnenin het budget te blijven dat we hadden, maar ik ga zeker niet klagen. We konden werken in redelijke omstandigheden en iedereen werd betaald, dus ik kan niet zeggen dat het moeilijk was. Bovendien was de Franse televisie, die de film co-produceerde en mee financierde, erg enthousiast over het scenario, en de reacties die we kregen, waren over het algemeen vrij positief.
Ben je ook een fan van film noir of van genre films?
Ja, en nogmaals, voor mij is “Parasite” een film noir die ik erg kan appreciëren. En dan heb je natuurlijk de klassiekers van de jaren 1930 en 1940, of “Chinatown” [1974] van Roman Polanski, een uitstekende film noir. Wat ik leuk vind aan film noir, of genre films in het algemeen, is dat ze een kader creëren om codes te gebruiken die de mensen kennen, en het stelt je ook in staat om er dingen aan toe te voegen die niet enkel bedoeld zijn om de speurtocht naar de moordenaar te vergemakkelijken, en dat maakt het net zo interessant.
Hoewel je in Duitsland bent geboren, neem ik aan dat je door het leven gaat als een Franse filmregisseur?
Ja, ik beschouw mezelf een Franse filmregisseur. Als mens ben Frans-Duits—half half—maar als filmmaker ben ik Frans, omdat ik al mijn films in Frankrijk of binnen het Franse productiesysteem heb gedraaid. Ik maak er volledig deel van uit.
In de loop der jaren zijn heel wat Franse films in Amerika in een nieuw jasje gestoken. Stel dat een Amerikaanse producent je vraagt om in de V.S. een remake te maken van “Seules les bêtes.” Zou je erover nadenken?
Die vraag werd me al gesteld met “Harry, un ami qui vous veut du bien” [2000] nadat de rechten voor een remake waren verkocht aan—destijds—Miramax. Naderhand waren er verschillende plannen om het project op te starten, en onlangs belde iemand me nog op en hij vroeg, ‘Heb je de rechten voor een remake van “Harry”?’ Ik denk dat op een gegeven moment de vraag werd gesteld of ik geïnteresseerd was om de remake zelf te regisseren, maar ik zei toen, ‘Nee, ik heb de film al gemaakt.’ Als iemand de film op zijn eigen manier in een ander land opnieuw wil maken, dan heb ik daar geen problemen mee. Maar ik zou niet hetzelfde verhaal twee keer willen vertellen, zelfs al was het in een ander land en met andere acteurs. Ik doe dan liever iets anders en iets nieuws.

Wanneer besefte je voor het eerst dat je een geboren ‘storyteller’ was?
[Lacht.] Ik heb nooit tegen mezelf gezegd, ‘Hey, ik kan verhalen vertellen.’ Maar ik weet wel dat tijdens mijn opleiding van twee jaar als filmstudent in New York—dat was nog voordat ik naar de filmschool in Parijs ging—ik daar mijn eerste short heb gemaakt, naar een kort verhaal van Charles Bukowski, getiteld “The Blanket.” Ik had daar echt van genoten en vond het enorm boeiend om gans het filmproces voor het eerst te kunnen doorlopen, van het schrijven van het scenario, het casten van de acteurs, de set belichten, monteren… Het was een manier van vertellen waar ik echt van hield, omdat je op verschillende niveaus werkt. Je kunt een personage tonen dat iets zegt, en door de manier waarop hij handelt of kijkt, kun je begrijpen dat hij iets heel anders denkt, of dat hij liegt, of dat hij iets verbergt. De muziek kan een nieuwe laag toevoegen, de montage kan nog een andere laag toevoegen. Wanneer je al de verschillende middelen gebruikt die film je biedt, heb je de mogelijkheid om een verhaal in meerdere lagen te vertellen. Ik vond dat heel boeiend. Het plezier dat je als filmregisseur aan je werk beleeft, is alle middelen gebruiken die film je biedt.
Je verhaallijn in meerdere lagen maakt “Seules les bêtes” des te interessanter, omdat je op een gegeven moment misschien denkt, ‘Goed, nu weet ik wat er is gebeurd,’ maar dan komt een volgend hoofdstuk dat een heel ander licht werpt op de gebeurtenissen, en je kunt helemaal opnieuw beginnen. Zijn er misschien films die je hebben geïnspireerd om “Seules les bêtes” op deze manier te vertellen?
Onbewust zeker wel, maar bewust, dat denk ik niet. Toen ik met Gilles aan het scenario begon, dachten we nog aan films die verschillende invalshoeken gebruikten en hoe ze werkten. Je hebt “Rashomon” [1950] van Akira Kurosawa die hetzelfde verhaal vanuit drie perspectieven vertelt, maar in die film is er geen objectieve waarheid. Je hebt eigenlijk drie objectieve waarheden, maar als publiek weet je niet welke de juiste is—het hangt af van wie je wil geloven. En in “Seules les bêtes” is er maar één waarheid—we weten wat er is gebeurd—maar de personages en het publiek hebben in het begin niet alle aanwijzingen. Ik denk dat het één van de producenten was die dacht aan “Babel” [2006] van Alejandro G. Iñàrritu en toen zag ik die film opnieuw, gewoon uit nieuwsgierigheid, daar heb je ook meerdere invalshoeken, maar de structuur van de film is heel anders omdat ze beginnen met A en vervolgens B en C, en dan ABC, ABC, ABC. Het geweer is een gemeenschappelijke link in de verschillende verhalen, maar ze zijn anders met elkaar verbonden en de volledige structuur zit op een andere manier in elkaar. In “Seules les bêtes” hebben we hetzelfde tijdsverloop in het eerste en tweede hoofdstuk, eerst vanuit het perspectief van Alice en nadien van Joseph, en ze beginnen allebei tijdens de sneeuwstorm. In het derde hoofdstuk krijgen we plots een personage dat we nog niet eerder hebben gezien, de jonge Marion ontmoet Evelyne die in het vorige hoofdstuk dood was, dus we gaan terug in de tijd. In het vierde hoofdstuk gaan we dan naar Afrika. Er zijn veel films met meerdere perspectieven, Robert Altman deed dat ook zo briljant, maar hier voelde ik dat “Seules les bêtes” zijn eigen specifieke logica had zodat we geen ideeën van andere films moesten gebruiken, of ons niet moesten laten inspireren door andere films. Ik kon geen enkele film bedenken die op dezelfde manier werkte. Omdat we bijvoorbeeld een hoofdstuk hebben dat eerder plaatsvindt dan een ander hoofdstuk, of omdat het is gesitueerd in een ander land, moesten we een logisch verhaal opbouwen met een eigen structuur.

Als je de film nu ziet, is dit dan het resultaat dat je had gehoopt?
Dat is heel moeilijk om te zeggen. Wanneer je het scenario voor het eerst schrijft, ga je je alles voorstellen. Maar dan ga je de acteurs zoeken, zij gaan die abstracte voorstelling in je hoofd concreet maken, de personages krijgen nu een lichaam en een stem, ze komen tot leven. En van zodra je merkt dat het allemaal wordt ingevuld, is het moeilijk om je nog voor te stellen waar je in het begin aan had gedacht. Als je een film gaat opnemen, denk ik niet dat je een bepaald resultaat in gedachten hebt. Natuurlijk wil je alles zoveel mogelijk in de juiste banen leiden, maar nogmaals, toen ik aan het scenario schreef en dacht aan bijvoorbeeld een boerderij, of de stal met de koeien, toen dacht ik aan de boerderij van mijn grootouders. En wanneer je op zoek gaat naar je locaties, zien ze er helemaal anders uit. Alles wat je je had voorgesteld, moet je dan projecteren op de keuzes die je hebt gemaakt. Maar ik ben heel tevreden over de film, de geest van het verhaal leunt heel dicht aan bij hetgeen ik me had voorgesteld, en de film is trouw gebleven aan het boek. De auteur was ook blij met de film, wat niet altijd het geval is wanneer schrijvers zien wat er met hun werk gebeurt als het wordt verfilmd. Dus uiteindelijk ben ik zeer tevreden over het resultaat.
Brussel
10 december 2019
“Seules les bêtes” (2019, trailer)
FILMS
INTIMITÉ (1994) DIR Dominik Moll PROD Vincent Dietschy, Bénédicte Mellac SCR Dominik Moll (kort verhaal, Jean-Paul Sartre) CAM Pierre Milon ED Thomas Bardinet MUS Franck Ash, Philippe Razol, Philippe Ours CAST Christine Brücher, Nathalie Krebs, François Chattot, Christian Izard, Hélène Roussel, Laure Werckmann
HARRY, UN AMI QUI VOUS VEUT DU BIEN (2000) DIR Dominik Moll PROD Michel Saint-Jean SCR Dominik Moll, Gilles Marchand (gedicht, Francis Villain) CAM Matthieu Poirot-Delpech ED Yannick Kergoat MUS David Whitaker CAST Laurent Lucas, Sergi López, Mathilde Seigner, Sophie Cuillemin, Liliane Rovère, Dominique Rozan, Michel Fau, Victoire de Koster
LEMMING (2005) DIR Dominik Moll PROD Michel Saint-Jean SCR Dominik Moll, Gilles Marchand CAM Jean-Marc Fabre ED Mike Fromentin MUS David Whitaker CAST Laurent Lucas, Charlotte Gainsbourg, Charlotte Rampling, André Dussollier, Jacques Bonnaffé, Véronique Affholder, Michel Cassagne
L’AUTRE MONDE (2010) DIR Gilles Marchand PROD Carole Scotta, Barbara Letellier, Caroline Benjo, Simon Arnal SCR Dominik Moll, Gilles Marchand CAM Céline Bozon ED Nelly Quettier MUS Emmanuel D’Orlando, Anthony Gonzalez CAST Louise Bourgoin, Grégore Leprince-Ringuet, Melvil Poupaud, Swann Arlaud, Pauline Etienne, Pierre Niney, Patrick Deschamps
LA MOINE (2011) DIR Dominik Moll PROD Michel Saint-Jean SCR Dominik Moll, Anne-Louise Trividic (boek, Matthew Lewis) CAM Patrick Blossier ED Sylvie Lager, François Gédigier MUS Alberto Iglesias CAST Vincent Cassel, Déborah François, Joséphine Japy, Sergi López, Catherine Mouchet, Jordi Dauder, Geraldine Chaplin, Roxane Duran
DES NOUVELLES DE LA PLANÈT MARS (2016) DIR Dominick Moll PROD Michel Saint-Jean SCR Dominick Moll, Gilles Marchand CAM Jean-François Hensgens ED Margot Meynier MUS Adrian Johnston CAST François Damiens, Vincent Macaigne, Veerle Baetens, Jeanne Guittet, Tom Rivoire, Michel Aumont, Catherine Samie, Léa Drucker
DANS LA FORÊT (2016) DIR Gilles Marchand PROD Jérémie Elkaïm , Valérie Donzelli SCR Dominik Moll, Gilles Marchand CAM Jeanne Lapoirie ED Yann Dedet MUS Philippe Schoeller CAST Jérémie Elkaïm, Timothé Vom Dorp, Théo Van de Voorde, Mika Zimmerman, Mireille Perrier, Sophie Quinton, Kristell Bizien, Marite Mibalo Johansson
SEULES LES BÊTES (2019) DIR Dominik Moll PROD Carole Scotta, Barbara Letellier, Caroline Benjo, Simon Arnal SCR Dominik Moll, Gilles Marchand (boek, Colin Niel) CAM Patrick Ghiringhelli ED Laurent Rouan MUS Benedikt Schiefer CAST Denis Ménochet, Laure Calamy, Damien Bonnard, Nadia Tereszkiewicz, Bastien Bouillon, Valeria Bruni Tedeschi, Guy Roger ‘Bibisse’ N’Drim, Jenny Bellay