Tijdens een persconferentie in het Kursaal van Oostende werd onlangs een tipje van de sluier opgelicht van het komende Filmfestival van Oostende, kortweg het FFO, dat in de kuststad doorgaat van 6 tot 14 september.
Traditiegetrouw is er een ‘Master’ die een eigen filmreeks inleidt rondom een bepaalt thema. Vorig jaar was het Matteo Simoni die een keuze van films maakte rond het thema vader-zoon, dit jaar wordt actrice Lynn Van Royen (uit o.m. “Beau Séjour,” “Tabula Rasa” en “De Luizenmoeder”) met haar 29 jaar de jongste Master uit de geschiedenis van het Festival en als boegbeeld van het FFO opteert ze voor het thema ‘leading ladies.’
In het Kursaal lichtte ze haar keuze toe, en begon ze als volgt: “Ik was vereerd dat ze me vroegen of ik de volgende Master wilde zijn voor Filmfestival Oostende, het is een mooie reeks van Masters om bij aan te mogen sluiten. Stuk voor stuk mensen waar ik naar op kijk, zowel op professioneel als op menselijk vlak. Ze hebben een visie, een mening, een kunde. Dus ik voelde meteen al de druk om de volgende te zijn. Peter [Craeymeersch, artistiek directeur] stelde me gerust, en zei dat ik het allemaal niet te ver hoefde te gaan zoeken. Slaap er eens over en het zal wel komen. Eigenlijk had ik vrij snel beslist om vrouwen in de kijker te zetten.

Vrouwen ja, zonder adjectief. Niet sterk, stoer, sexy of slim. Nee, vrouwen. Die wel durven, die veel over hebben voor waar ze in geloven en die daar voor staan, en daar door gaan. Die los van commentaar toch doen wat zij denken dat ze moeten doen. Soms maken hun beslissingen hen tot pioniers, andere keren zich tot een minder opvallend maar even vervullend bestaan, maar elke keer was het wel hùn beslissing, en niet één die werd opgelegd door iemand anders.
Ik heb een enorm respect voor mensen, man of vrouw, die de kracht vinden en het lef om hun leven in handen te nemen, op welke manier dat dan ook is. Het gaat niet alleen om carrière maken en kinderen krijgen, maar ook om te stoppen met vergalopperen in de drukte, of om durven hulp vragen wanneer het nodig is. Wàt ze beslissen maakt me niet uit, dat zij zélf beslissen wel. Hier gaat het heel concreet dus om ‘leading ladies,’ zij leiden hun eigen leven. Met vallen en telkens weer opstaan, soms met steun en soms zonder.
De personages in de films die ik tot hier al selecteerde, botsten vanuit hun situatie, achtergrond, geaardheid, ambitie, kleur of voorkeur tegen de normen, tegen de ‘normaal,’ tegen de grenzen waarachter zij hun toekomst of uitkomst zagen. Ze botsten omdat ze er voorbij wilden, ze leggen zich niet neer bij de grenzen maar verleggen ze. Ze buigen hun begrenzing om in kracht, kracht om ‘ja’ of ‘nee’ te zeggen, kracht om hun eigen lot in handen te nemen en zetten op die manier een voorbeeld.
Het klinkt misschien een tikje onnozel, maar Pipi Langkous die zegt, ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’ zou in ieders hoofd geprent moeten zitten. Geen stereotiep, geen afgebakend denken, geen vooroordeel en gewoon géén oordeel for that matter.”
Tijdens de persconferentie werden reeds enkele filmtitels vrijgegeven die door Lynn van Royen worden uitgekozen—met prominente ‘leading ladies.’ Zo is er “Juno” (2007) met een jonge Ellen Page die wordt geconfronteerd met een onverwachte zwangerschap, en “Hidden Figures” (2016) met o.m. Octavia Spencer, over enkele vrouwelijke wiskundige breinen die achter de schermen van cruciaal belang waren voor de verdere ontwikkeling van het ruimtevaartprogramma van NASA, aangezien ze mee de berekeningen maakten voor de lanceringen.
Na afloop van de persconferentie volgde nog een kort gesprek met haar.

Het is interessant om te zien dat je hebt gekozen voor het thema ‘leading ladies,’ precies tachtig jaar nadat George Cukor voor MGM “The Women” maakte, een film met uitsluitend vrouwen en met heel wat leading ladies van de studio.
Ah ja? Dat wist ik niet. Ik ben tot dusver ook nog niet echt onderbouwd als filmkenner, maar ik ben me nu volop aan het onderdompelen in een ‘filmbad.’ Ik heb sommige mensen gevraagd of ze me titels kunnen geven van films die ik zeker moet zien, dus ik ben mijn achterstand aan het inhalen. Maar het thema voor het Festival ben ik gewoon niet te ver gaan zoeken. Bij mij gaat het vooral over de vrouw an sich en dat ze als de persoon wordt gezien die ze is. En niet stoppen aan de grenzen, niet aanbotsen tegen de grenzen, maar ook kijken wat daar achter ligt en zo die grenzen ombuigen in een soort van kracht om er toch voorbij te geraken. En dat vind ik interessant.
Als actrice heb je intussen ook al een heel parcours afgelegd. Bepaalt je thema van ‘leading ladies’ ook mee de keuze van je rollen?
Ja, zeker wel, maar bij verloopt dat niet rationeel. Ik denk er niet zoveel over na van ‘dat is zus’ of ‘dat is zo’ of ‘dat is een minder sterk personage.’ Dat gaat puur intuïtief, volledig op mijn buikgevoel. En tot hiertoe [klopt even op de houten tafel] heeft dat me nog geen zure oprispingen bezorgd.
Heeft het acteren je als kind reeds geboeid?
Nee, want ik ben niet opgegroeid met cinema of met acteren. Ik kom uit een doorsnee Vlaams gezin. Mijn moeder is bediende, mijn vader zelfstandige, en ik ben de eerste in de familie die haar hoofd omhoog heeft gestoken en zo eens rondkeek van, ‘Wat is dat daar allemaal? Mag ik eens meespelen?’ Er moet iemand mee beginnen hé, ik zal dat dan wel doen [lacht].
Je hebt een drukbezet leven, je hebt een kunstgalerij met je partner, je bent mama van twee kinderen, je bent auteur, je acteert in theater, voor televisie en film, wanneer vind je de tijd om je scenario’s door te nemen?
Dat gebeurt ’s avonds thuis in zetel, kindjes in bed, een plaatje op, en dan begin ik te lezen. Mijn dag zit erop, en dan ben ik daar ook in, dan ik me daar echt op focussen. Ik probeer het scenario ook altijd in zijn geheel te lezen, met een klein beetje meer aandacht voor mijn rol, maar dat moet je tot op zekere hoogte ook wat loslaten. Ik ga me ook niet bewust alles voorstellen, want dan is het nadien moeilijk om dat weer los te koppelen. Dus het is een vorm van lezen met een klein beetje invulling, maar toch nog neutraal genoeg. Bovendien verandert een scenario nog vaak, dus als je het te gekleurd gaat lezen, zit je vast aan je eigen verbeelding of je eigen voorstelling.
En wat eens je op de set bent, hoe verloopt het werk daar?
We lopen eerst allemaal de scène nog eens door, camera en geluid kijken mee, maar wij zijn wel vrij in onze bewegingen en in hetgeen we doen totdat de flow goed aanvoelt, en dan gaan zij proberen zich ertussen te manoeuvreren. Correcties zijn dan vaak noodzakelijk, ‘Kun je dan op dat punt staan, want ik zou je daar met de camera liefst willen oppikken.’ Initieel zijn wij vrij, en de technische precisie komt nadien. Het hangt ook af van set tot set, maar eerst heb je het spel met de acteurs, nadien komt de ploeg erbij, en wij vullen mekaar aan en we helpen mekaar.

Isabella Rosselini heeft eens gezegd dat haar derde take doorgaans haar beste is. Hoe zit dat bij jou?
Ik kan daar geen getal op plakken. Soms is het van de eerste keer goed, en soms denk ik, ‘Oei, hier heb ik meer aanloop voor nodig.’ Dan zijn er wel enkele takes vereist. Bij emotionele scènes heb je dat gemakkelijker, als die waaier moet aangesproken worden, gebeurt het dat het iets langer duurt. Maar ik herinner me nog met “Beau Séjour,” de scène wanneer Kato uit het water wordt gehaald terwijl de mama en Kato er samen op staan te kijken, dat was de eerste take—en meteen ook de beste. Ik was héél zenuwachtig voor die scène, maar als je die ziet, dat is oprecht. Je voélt de pijn als je dat ziet.
“Beau Séjour” was ook een enorme springplank voor jou, niet?
Ja, zeker! Het waren Kaat en Nathalie [regisseursduo Kaat Beels en Nathalie Basteyns] die mij die kans hebben gegeven. Zij hadden me van bij het begin al gezegd, ‘We schrijven dit met jou in het achterhoofd.’ Ik dacht toen, ‘Amai, da’s wel straf!’ Ze hadden enorm veel vertrouwen in mij, en als zo’n kans zich voordoet, die laat je niet liggen. Daar moest ik niet over nadenken.
Wat staat er dit jaar nog op je agenda?
Deze zomer doen we het tweede seizoen van “De Luizenmoeder,” dat is luchtiger, en in september ben ik hier in Oostende dus voor het Festival.
Is het gemakkelijk om je zo lang vooraf al vast te leggen voor het Festival, en past dat allemaal in je planning?
Ik ben dan volop bezig met de repetitie van een theaterstuk, maar we kunnen dat regelen. We doen die repetities in Antwerpen, maar de week dat ik hier moet zijn voor het Festival, ga ik hier overdag ook repeteren. Dat is een goede oplossing, want ik wil het Festival heel graag doen, en het theaterstuk wil ik ook zo goed mogelijk kunnen voorbereiden, maar dat komt wel goed. We gaan dat gewoon doen!
Voel je je even goed thuis op de planken als voor de camera?
Ik voel me nu meer op mijn gemak voor de camera, maar dat komt omdat ik daar meer ervaring mee heb. Theater is voor mij altijd een beetje een sprong in het onzekere, een beetje aftasten en zoeken, maar ik heb er vertrouwen in dat het goedkomt. Onbekend is onbemind, en vandaar, ik ken het minder, maar ik ken mezelf ook: als ik ergens voor ga, dan smijt ik me erin en ik zie wel waar ik uitkom en dat gaat nu just hetzelfde zijn. Het stuk is “Henry Darger” en ik speel het samen met Peter De Graef. Dat is op zich al een enorme cadeau, Peter is fantastisch acteur. Thomas Janssens gaat het schrijven en regisseren. We gaan een hele tijd op toernee in Vlaanderen, te beginnen vanaf eind september.
Dus stel dat Alexander Payne je morgen belt en hij heeft een mooie filmrol voor je in het najaar, wat ga je dan doen?
Dan ga ik eerst Alexander Payne eens googelen! [Lacht.]
Oostende
25 april 2019
De promospot van het FFO 2019
FILMS
DE HELAASHEID DER DINGEN (2009) DIR Felix van Groeningen PROD Dirk Impens SCR Felix van Groeningen, Christophe Dirickx (novel by Dimitri Verhulst) CAM Ruben Impens MUS Jef Neve ED Nico Leunen CAST Valentijn Dhaenens, Kenneth Vanbaeden, Koen De Graeve, Wouter Hendrickx, Johan Heldenbergh, Bert Haelvoet, Gilda De Bal, Natali Broods, Pauline Grossen, Charlotte Vandermeersch, Steven Van Herreweghe, Tom Audenaert, Lynn Van Royen (Rostje)
LITTLE BLACK SPIDERS (2012) DIR Patrice Toye PROD Antonino Lombardo SCR Patrice Toye, Ina Vandewijer CAM Richard Van Oosterhout ED Damien Keyeux MUS John Parish CAST Charlotte De Bruyne, Dolores Bouckaert, Line Pillet, Ineke Nijssen, Nathalie Marie Verbeke, Romy Lauwers, Sam Louwyck, Lynn Van Royen (Vicky)
FOLLOW (2013) [segment ALLES KOMT TERUG] DIR Eva Cools PROD Declan Lynch SCR Eva Cools, Jill Tersago CAM Jonathan Wannyn Ed Declan Lynch MUS Reinhard Verbergen CAST Lynn Van Royen (Lena), Joren Seldeslachts, Anemone Valcke, Lotte Diependaele, Loes Carette,
OFF TRACK (2017) DIR Sander Burger PROD Charlotte Scott-Wilson, Trent SCR Bastiaan Tichler CAM Sal Kroonenberg ED Manuel Rombley MUS Bart Westerlaken CAST Vanessa Recalde, Lynn Van Royen (Sacha), Reinout Bindervoet, Reinout Scholten van Aschat, Matthijs van de Sande Bakhuyzen
COOL ABDUL (2020) DIR Jonas Baeckeland SCR Jonas baeckeland, Fikry El Azzouzi, Wouter Van Haver CAST Lynn Van Royen (Sylvie), Nabil Mallat
TV SERIES
180 (2008) – 5 episodes
CODE 37 (2009) – 1 episode
VERMIST (2010) – 1 episode
DAG & NACHT (2010) – 1 episode
DUBBELLEVEN (2010) – 2 episodes
WITSE (2011) – 1 episode
ONTSPOORD (2012) – 1 episode
DE RIDDER (2013-2018) – all 46 episodes
ASPE (2014) – 1 episode
MARSMAN (2014) – all 8 episodes
VOSSENSTREKEN (2015) – 1 episode
SPITSBROERS (2015-2017) – all 20 episodes
BEAU SÉJOUR (2016) – all 10 episodes
TABULA RASA (2017) – all 6 episodes
DE DAG (2018) – all 7 episodes
CONNIE & CLYDE (2018) – 1 episode
THE TEAM (2018) – all 8 episodes
DE LUIZENMOEDER (2019) – all 10 episodes
DE TWAALF (2019)