Annelore Crollet over “WIL”: “Ik heb voor mezelf een verhaal achter Yvette bedacht”

Annelore Crollet (geb. 1988) speelt de vrouwelijke hoofdrol in “WIL,” de nieuwste film van regisseur en scenarioschrijver Tim Mielants. Van oorsprong is ze een theateractrice en mede-oprichtster van het theatercollectief Koekelbergse Alliantie van Knutselaars (K.A.K.), vooral actief in en rond Brussel. Het K.A.K. is een ‘verbond van theatermakers, knutselaars, muzikanten, denkers en andere sjoemelaars,’ zoals het met een knipoog op de website van het collectief staat omschreven.

De voorbije jaren heeft Annelore Crollet een aantal gastrollen gespeeld in TV-reeksen waaronder “Professor T.” (2016) en “Gent West” (2019), en ze had ook een kleine rol in de Vlaamse misdaadfilm “Dode hoek” (2017). Maar nu schittert ze in het oorlogsdrama “WIL” in de rol van Yvette, de zus van Lode (gespeeld door Matteo Simoni) en de vriendin van Wil (rol voor Stef Aerts).

De film is gesitueerd in Antwerpen in 1942 en vertelt het verhaal van Wil en Lode die als twee jonge hulpagenten worden gedwongen mee te werken aan de klopjacht op joden in de stad, maar tegelijk steunen ze het verzet. Temidden van al het oorlogsgeweld en de chaos valt Wil als een blok voor de charmes van Yvette. De film toont hoe deze drie jonge mensen proberen te overleven in een bezette stad.

“WIL” (2023, trailer)

Dit is de eerste echte filmrol voor Annelore Crollet—en meteen een hoofdrol—en ze staat moeiteloos voor de camera. Van bij haar eerste scène toont ze zich aan het grote publiek als een geroutineerde, zeer professionele en uiterst veelzijdige actrice. Met haar présence en uitstraling heeft de Vlaamse cinema er meteen een forse aanwinst bij, zoveel is duidelijk, en het wordt dus reikhalzend uitkijken naar de volgende filmprojecten van dit aanstormend talent—projecten die elkaar, in het kielzog van “WIL,” hopelijk in een snel tempo zullen opvolgen.

Het onderstaande gesprek met haar werd eind vorige maand opgetekend tijdens de persdag van “WIL” in Antwerpen.

Ik neem aan dat Yvette een heel dankbaar personage is om te spelen, maar je brengt ook een zeer sterke vertolking. Had je een bepaalde aanpak?

Ik heb voor mezelf een verhaal achter Yvette bedacht. In de film wordt ze gedreven door haar moreel kompas dat heel sterk ontwikkeld is; ze gelooft in wat ze doet en ze gaat ervoor. Wat ik altijd denk—en dat is geen waarheid, maar wel een vermoeden—als iemand echt voor iets staat en daarvoor gaat, dan ben ik als actrice altijd benieuwd naar de persoonlijke drijfveer. Wat heeft Yvette misschien meegemaakt? Hoe komt het dat ze zo is? Ik ben daar zelf naar op zoek gegaan. Van die verhaallijn is niets terug te vinden in de film, maar het was handig voor mezelf om dat te kunnen spelen. Scène per scène kijk je dan hoe je tot die verhaallijn kunt relaten wanneer je weet wat er in die scène gebeurt—wat is het verhaal, wat is de bedoeling van hetgeen Yvette zegt en doet, wat heb je nodig, is het iets herkenbaars? Ik had er vooraf ook met Tim over gesproken; hij wist van die verhaallijn die ik zelf opbouwde, en ik denk dat je dan zelf ook een gelaagdheid creëert voor je personage. Wanneer de opnamen dan beginnen, laat je dat allemaal los, en wanneer Yvette op een bepaald moment zegt, ‘Als jij hem verraadt, dan snij ik je strot over,’ dan wil je geloven dat Yvette dat ook meent.

Waar haal je dat allemaal vandaan?

Je probeert dat te halen uit iets dat je kent en bij het fictionaliseren ga je dat enorm uitvergroten, en het is ook fijn als de regisseur iets aangeeft of je een verhaal vertelt dat je inlevingsvermogen en verbeeldingskracht versterkt. Voor mij is het dus heel vaak een combinatie van iets dat je zelf herkent, of wanneer iemand je iets vertelt dat je je kan inbeelden. Als je daar bij het spelen van een scène helemaal in kan opgaan en dat ook kan voelen, dat is heel leuk. Met “WIL” was er tijd en ruimte om dat te onderzoeken en dat te laten ontstaan. Als speler was je ook nóóit alleen; je had die vrijheid en kon met je tegenspelers zoeken. We werden altijd ondersteund door Tim die mee zocht, en dat is het mooiste cadeau dat je kan krijgen. Ik speel heel graag en voor mij was het de eerste keer dat ik deel uitmaakte van zulk een project. Het zou heel leuk zijn mocht dat in de toekomst nog gebeuren.

Met je hoofdrol in “WIL” lijkt het alsof je meteen naar de voorgrond wordt gecatapulteerd.

Ik had eerder al castings gedaan en was een aantal keren bij de laatsten waar uit moest gekozen worden voor de hoofdrol. Maar ik heb er dan altijd naast gegrepen. En nu, met “WIL,” waar ik echt mijn pollen voor kus, kon ik wel de hoofdrol spelen. Dan denk ik, ‘Oh, het is niet zo erg geweest dat ik zolang moest wachten.’ Want de rol van Yvette is echt een prachtige rol.

De chemie tussen jou en de camera is heel duidelijk. Het lijkt wel alsof je sommige scènes naar je toe hebt getrokken.

[Lacht.] Nee, helemaal niet, en daar was ik ook helemaal niet mee bezig [lacht]. Je zoekt en probeert vooral, en op sommige momenten is het er gewoon. Dat maakt het spelen altijd zo boeiend, ook in het theater. Ik zeg daar soms dat je eerst doorheen de soap moet acteren—dat is zeker niet niet denigrerend bedoeld—en dan ben je op dreef. Met “WIL” hadden we een scenario dat zó complex en zó gelaagd is, net zoals de personages overigens—met ook enkele groteske figuren zoals Nijdig Baardje [gespeeld door Dirk Roofthooft]—en er is een scène waarin hij het verhaal over de verloren zoon begint te vertellen. Hoe hij dan breekt in zijn ogen, dat vond ik een ongelooflijke scène die me heel diep geraakt heeft. Hij speelt de slechterik, maar je ziet de mens daarachter: de nuances in de film zijn heel sterk. Toen ik Yvette ging vormen, zag ik heel wat oorlogsfilms en zag hoe vrouwen zich gedroegen: ze wandelden op een bepaalde manier, ze rookten hun sigaret op een bepaalde manier. Hoe komt dat? Is dat een beeld dat wij hebben van de Tweede Wereldoorlog door de Hollywoodfilms over de Tweede Wereldoorlog? Daarom ben ik in een bejaardentehuis gaan praten met vrouwen die toen jong waren om te weten hoe het in die tijd als jonge twintigjarige vrouw was. Het was heel boeiend om met hen te praten. Hoe was hun band met hun ouders? Hoe gingen ze om met mannen? Wat wisten ze over sex? Wisten ze wat er in Antwerpen allemaal gebeurde? Want opgroeien en leven in een stad was anders dan op den boerenbuiten. De boeren op het platteland hadden eten, terwijl de stadsbewoners op de velden kleine patatjes kwamen zoeken. Bijvoorbeeld de ellebogen op tafel, dat mochten vrouwen toen niet doen.

En dat doet Yvette wél.

Ja, dan weet je dat ze de etiquette overschrijdt over wat een vrouw werd verondersteld te doen of niet te doen. Ook het boek “1942: Het Jaar van de Stilte” [2019] van Herman Van Goethem waar hij in dagboekfragmenten schrijft over Antwerpen in 1942, vond ik heel interessant om je te kunnen inbeelden hoe het in de stad is geweest. Ik woon in Antwerpen, dus ik loop hier ook rond. Wanneer ik ging joggen door de Pelikaanstraat, dan stond ik erbij stil, zo van, ‘Hier is dat gebeurd. Hier heeft dat plaatsgevonden. Wie woont er hier nu?’ Zo kijk je wel anders naar je stad. Ik fietste eens van Boechout naar waar ik nu woon in Antwerpen, en reed voorbij het einde van de Belgiëlei waar nu het Herdenkingsmonument voor de Gedeporteerde Joodse Bevolking staat, en dat was net op 8 mei, de dag dat de Tweede Wereldoorlog eindigde. Ik was daar toen gestopt en wilde daar gewoon zijn, want het is een herdenkingsteken van alle mensen die omwille van het feit dat ze jood waren, werden opgepakt en uitgemoord, en dat is gewoon de wàànzin. Ik vond het belangrijk om daar aan dat Herdenkingsmonument stil bij te staan. Je kan proberen van je dat in te beelden, maar het is van zo’n heftigheid hoe het was om hier te wonen en in die situaties terecht te komen. Voor de politie, hoe je dan achteraf je leven verder leidt…

En daar maakt Yvette een duidelijke keuze.

Haar uitgangspunt is, ‘Ik ga daar niet mee rondlopen.’ Ze is puur en eerlijk, heel erg zwart-wit. Dat is heel mooi, maar ook moordend voor haar omgeving, want Wil probeert echt alles te doen om zelf in leven te blijven en hij doet dat ook voor de mensen rondom hem. Maar Yvette ziet dat groter. De mensen wisten toen ook niet hoe de oorlog zou aflopen; de Duitsers waren aan de winnende hand. Voor veel mensen was het oergevaarlijk om op te komen voor dingen waar ze in geloofden, want je kon het bekopen met je leven. Stel je dat eens voor, en los daarvan ook nog dat je honger hebt en de dingen niet kan doen die jongeren normaal wel kunnen doen. Je wordt beroofd van je onbezonnenheid en je krijgt er de hel op aarde voor in de plaats. En dat was dan in 1942, maar nu zijn er ook oorlogen en dus gebeurt dat nog steeds.

Je had het daarnet over de gelaagdheid van het verhaal en de personages. Er is ook de intensiteit doorheen gans de film die wordt gedragen door de personages. Kun je dan, net voordat de camera’s beginnen te draaien, op je GSM nog even vlug kijken naar het nieuws of je emails?

Ah nee! Mijn GSM bleef heel de tijd ver weg. Tijdens de middag keek ik wel even, maar tussendoor zat die in mijn tas bij de kostuums en make-up. Dus nee, en ik wil dat ook niet, want dat is net het leukste aan je werk: geconcentreerd blijven zonder dat de buitenwereld binnenkomt. En als de buitenwereld toch binnenkomt, dan moet het dienen om het verhaal te vertellen. Als een vriendin me een berichtje stuurt, ‘Het gaat niet goed met mijn lief,’ dan wil ik daar àltijd voor zijn, maar op dat moment heb ik het heel hard nodig om echt geconcentreerd te blijven. Dat is gewoon heel leuk! Er zijn acteurs die dat kunnen, maar ik heb daar niet echt behoefte aan. Tussen de opnamen door praat ik wel met iedereen, hé, met de mensen van make-up en opnameleiding of zo, we drinken een Cola en slaan een babbeltje. Maar ik ben niet de persoon die tussen het spelen van zware scènes door sta te lachen, en dan klik en meteen spelen. Nee. Ik wil dan liever al in die sfeer hangen en vlak voordat ik begin, wil ik me er graag even inzetten. Hoewel het soms gebeurt, hoor. ‘Ah, is het al aan mij?’ Dan doe je dat ook meteen; het hangt af van welke scènes het zijn en met wie je werkt. Het is niet zo gemakkelijk om er iets op te pointen maar au fond ben ik niet de grappenmaker die dan meteen een triestige scène gaat spelen. Nadien wel, hé, tijdens de lunch en zo, maar mijn GSM heb ik dus niet nodig wanneer ik aan het werk ben.

Heb je ook graag ruimte voor improvisatie, zowel in het theater als voor de camera?

Ja, als de kadering goed is en je vertrouwt iedereen. Je improviseert altijd wel een beetje, want elke take is anders; je probeert verschillende insteken, zo van, ‘Ah ja, dit werkt,’ of ‘Dat lukt niet zo goed.’

Kijk je soms ook op de monitor om het resultaat te zien?

Neen, liever niet. Ik word dan te bewust van mezelf. Ik vind het gewoon heel fijn om de regisseur en de medespelers te vertrouwen en gewoon mijn rol te spelen, anders ga je jezelf regisseren. Voor technische dingen ga ik wel kijken, als ze bijvoorbeeld zeggen, ‘Als je daar gaat staan, zie je? Het komt voor jou misschien raar over, maar het ziet er beter uit.’ Zulke dingen zeker, want als je dan op de monitor kijkt, zie je wat de camera ziet en besef je wat voor prachtige schilderijen er met “WIL” gefilmd werden. De decors, de belichting, de rook die werd gespoten waardoor de belichting nog beter uitkwam, dat zie je dan op de monitor en dan denk je, ‘Amai, ze zijn hier echt pàrels van beelden aan het draaien.’ En ik mag daar deel van uitmaken! Je bent samen iets aan het maken, en ieder heeft zijn eigen specialiteit. Dat gevoel heb je minder in het theatercollectief waar ik vandaan kom: daar deden wij àlles zelf. We speelden, maar ik deed ook de kassa en stond in voor de verzekering [lacht]. We verzamelden ook de kostuums; je hoofd gaat dan alle kanten uit. Terwijl in film heeft ieder zijn functie en iedereen doet zijn best om daar één geheel van te maken. Dat vind ik prachtig om te zien, met de cameraman, schminck, kostuums, make-up, belichting, decor… Daar is overal zó goed over nagedacht en dat was zo cool om te zien. Bij een bepaalde scène bijvoorbeeld lag in een fruitmand een luciferdoosje van toen. Niemand kon dat zien, maar het lag er wel: er werd niets over het hoofd gezien. De eerste draaidag was in het huis van Nijdig Baardje waar ze alles doorzoeken; de eerste dag gingen we dat gewoon technisch doen en ik droeg mijn gewone kleren, en ik had het gevoel dat ik in een heel goedgemaakt spookslot binnenkwam. Je stapte echt een andere wereld binnen. De volgende dag kom je daar binnen in je kostuum, je haar en make-up zijn gedaan en alles valt netjes in mekaar. De kleuren van je kostuum passen perfect bij het licht dat binnenvalt. Toen we in het begin van de zomer de film voor het eerst met cast en crew hadden gezien, zei iemand, ‘Oh Annelore, je ogen!’ En ik zei, ‘Ja, maar dat komt door de jas van Charlotte!’ Door mij een blauwe jas te geven, komen mijn blauwe ogen beter uit. Dus ja [knipt met haar vingers]… Charlotte [Willems] weet perfect waar ze mee bezig is, dat is geen toeval of zo. Ik vind dat wel heel vet. En als acteur moet je je dan enkel focussen op het acteren; je rol creëren, dat is je enige verantwoordelijkheid.

Yvette is, zoals ze zeggen, een rol met vlees aan. Dat is jouw niche?

Ik doe dat wel graag. Ik heb als speler veel zin om veel te ontdekken, en “WIL” en de rol van Yvette klopten met de goesting die ik had. Ik was heel blij dat Tim dat heeft gezien en dat hij wist dat ik daarvoor zou gaan. Maar ik ben ook heel benieuwd naar veel verschillende dingen.

Is er een acteur of een filmtitel geweest die ervoor heeft gezorgd dat je doet wat je nu doet?

Dat is moeilijk… Als tiener heb ik “Girl, Interrupted” [1999] gezien [lacht]. Ik weet niet of ik dat nu nog een goeie film zou vinden, maar toen ik Winona Ryder en Angelina Jolie zag spelen, dacht ik—toen—dat ik de rol van Angelina Jolie ook wel graag had gespeeld. Die meisjes, in de jaren zestig, zaten dan ook in een andere periode. Maar films als “Any Way the Wind Blows” [2003] of “Steve + Sky” [2004] vind ik zeker evengoed, en dat zijn dan films van hier.

Antwerpen
31 augustus 2023

FILMS

DODE HOEK (2017) DIR Nabil Ben Yadir PROD Nabil Ben Yadir, Peter Bouckaert, Benoit Roland SCR Nabil Ben Yadir, Michel Sabbe, Laurent Brandenbourger CAM Robrecht Heyvaert CAST Peter Van den Begin, Ruth Becquart, Jan Decleir, David Murgia, Mathijs Scheepers, Tibo Vandenborre, Jurgen Delnaet, Flor Decleir, Annelore Crollet (Presentatrice), Gene Bervoets, Vincent Van Sande, Adil El Arbi

WIL (2023) DIR Tim Mielants PROD Jan Segers, Bo De Group, Hans Everaert, Guy Goedgezelschap, Tomas Leyers SCR Tim Mielants, Carl Joos CAM Robrecht Heyvaert ED Bert Jacobs CAST Stef Aerts, Matteo Simoni, Annelore Crollet (Yvette Metdepenningen), Jan Decleir, Gene Bervoets, Koen De Bouw, Kevin Janssens, Els Dottermans, Dirk Roofthooft, Jan Bijvoet, Dimitrij Schaad, Karina Smulders, Pierre Bokma, Marc Lauwrys, Ariane Van Vliet

TV-REEKSEN

BINNENSTEBUITEN (2013), 2 afleveringen
FAMILIE (2013-2015), 143 afleveringen
DE RIDDER (2015), 1 aflevering
PROFESSOR T. (2016), 1 aflevering
ALLEMAAL CHRIS (2017), 1 aflevering
13 GEBODEN (2018), 3 afleveringen
DE LUIZENMOEDER (2019), 1 aflevering
GENT WEST (2019), 6 afleveringen
CALLBOYS (2019), 1 aflevering

SHORTS

ECHO (2015)
LA CICATRICE VIOLETTE (2018)