Joachim Lafosse: “Ga je kinderen casten, dan geef ik je één goede raad: cast de ouders”

Filmregisseur en scenarioschrijver Joachim Lafosse (geb. 1975) heeft met “Six jours, ce printemps-là” zijn elfde langspeelfilm afgeleverd. Naar gewoonte is het een film die zich focust op een familie in tijden van crisis. Dat is de signatuur die als een rode draad in zijn films terugkeert, en zijn observatievermogen en empathische analyses zijn vaak heel precies en authentiek.

In “Six jours, ce printemps-là” volgt hij het personage van Sana. Ondanks heel wat moeilijkheden vanwege haar echtscheiding probeert ze haar tweeling een leuke voorjaarsvakantie te bezorgen. Zonder iets te zeggen of iemand om toestemming te vragen, neemt ze hen mee naar de Franse Riviera waar ze met z’n drieën in de luxueuze villa van haar ex-schoonfamilie zes dagen lang genieten van de zee en de zon. Het lijkt op een bepaald moment wel een avontuurlijke uitstap, met de kinderen die met volle teugen genieten van het mooie weer, en hun moeder die even op adem komt, maar het einde van hun verlof betekent ook het einde van haar zorgeloosheid.

De Franse actrice Eye Haïdara vertolkt de rol van Sana; voor haar vertolking in “Le sens de la fête” (2017) werd ze genomineerd voor een César in de categorie ‘Meilleur jeune espoir féminin.’ Leonis Pinero Müller en Teodor Pinero Müller spelen haar twee kinderen en schitteren vanwege hun spontaniteit, terwijl Emmanuelle Devos in haar vertolking—zoals altijd—feilloos is, ook al is het ‘slechts’ een bijrol.

“Six jours, ce printemps-là” ging in september in wereldpremière op het Festival Internacional de San Sebastián, a.k.a. San Sebastián International Film Festival, waar hij twee keer in de prijzen viel. De film werd bekroond met de Zilveren Zeeschelp voor Lafosse’s regie, en eveneens met de juryprijs voor het scenario dat hij schreef met Chloé Duponchelle en Paul Ismaël.

“Six jours, ce printemps-là” (2025, trailer)

In onderstaand gesprek via de telefoon beschrijft Joachim Lafosse de achtergrond en de toedracht van de film die hem heel nauw aan het hart ligt. Andere gespreksonderwerpen kwamen niet aan bod.

“Six jours, ce printemps-là” loopt vanaf 10 december in de Belgische zalen en wordt verdeeld door Cinéart.

Hoe waren de reacties op het San Sebastián International Film Festival?

Heel positief. Naast de twee prijzen die we wonnen, was ik aangenaam verrast door de jury die heel divers was. De juryvoorzitter was een internationale regisseur, er was een Japanse actrice, er waren ook Franse distributeurs, Spaanse distributeurs,… Het was interessant om te zien hoe de film zowel hen als het publiek aansprak. Het is bemoedigend als je film, geïnspireerd op een verhaal dat je zelf als kind hebt meegemaakt, mensen kan interesseren; de film sluit niemand uit en nodigt iedereen uit om hun eigen verhaal te vertellen.

Heb je daar ook met de juryvoorzitter, regisseur J. A. Bayona, gesproken?

Ja. Hij vond het een goede film die hem heel erg aansprak. Hij kon de film echt waarderen.

Wat waren voor jou de belangrijkste redenen om deze film te maken?

De meeste films die ik heb gemaakt, hadden te maken met een familiecrisis. Toen ik “Un silence” [2024] had afgewerkt, besefte ik dat het al veertig jaar geleden was dat mijn broer en ik ook een familiecrisis hadden meegemaakt; we waren ongeveer tien jaar oud. Toen ik mijn opleiding aan de filmschool begon [het Institut des arts de diffusion in Louvain-La-Neuve, van 1997 tot 2001], hoopte ik altijd om dat verhaal over die ene week vakantie te kunnen vertellen. Toen lieten mijn broer en ik onze kindertijd achter ons, en werden we geconfronteerd met een vorm van sociaal en huiselijk geweld. Ik bedoel daarmee, we begrepen dat mijn moeder het moeilijk had en dat we op een bepaalde manier nog wel financieel werden gesteund langs mijn vaders kant, maar dat ze de vorige maanden dubbel zo hard moest werken, zowel overdag als ’s avonds, en dat ze ondertussen ook nog voor ons zorgde. Dat was heel anders dan toen ze nog bij mijn vader was. Het was ook een periode toen mijn moeder er op stond om met ons op vakantie te gaan, ook al moesten we die op een geheime locatie doorbrengen. Maar ze behield steeds haar waardigheid. Diep van binnen leerde ze ons een levensles in de zin van, ‘Okee, zelfs als we het moeilijk hebben, er is nog steeds het strand, de zon, de zee. Dat hebben we allemaal nog.’ En ook al was ze niet meer bij mijn vader, ze kon nog steeds een relatie hebben met een andere man. Dat ontdekten we allemaal in korte tijd. Het was niet simpel, maar ik wilde een film maken die het verhaal vertelt over die behoefte om bepaalde dromen niet op te geven.

Was het gemakkelijk om het scenario te schrijven?

Ja, heel gemakkelijk, en dat ging ook vrij snel, omdat ik er heel lang over had nagedacht. Ik schreef het samen met Chloë Duponchel; we hadden eerder al samengewerkt met “Un silence.” In tegenstelling tot films als “À perdre la raison” [2012] of zelfs “Un silence” gaat de film over mensen die ergens stiekem een ​​week op vakantie zijn. Je moet er wel voor zorgen dat je die kleine, alledaagse dingen zó beschrijft zonder dat het voor het publiek saai of irritant wordt. Het ging niet zozeer over een tragische gebeurtenis, maar wel over het dagelijks leven dat op een manier spannend genoeg moet zijn zodat het niet saai wordt, terwijl toch dat onderliggende element van geweld blijft meespelen. Dat was mijn aanpak bij het schrijven van het scenario.

Als je er nu op terugblikt, was dat voor jou toen als kind ook een gelukkige tijd?

Die dagen waren spannend, vreugdevol en tegelijkertijd heel angstaanjagend, omdat we bang waren ontdekt te worden. Dat wilde ik in de film vertellen.

Hoe heb je Eye Haïdara gecast, want zij speelt jouw moeder in de film?

Ik ken haar al heel lang. Het scenario was oorspronkelijk voor een andere actrice geschreven, maar ik kon de film niet met haar maken. Dus moest ik zoeken naar een andere oplossing. Omdat ik Eye al heel lang ken, wist ik dat zij ook perfect was voor die rol. Dus stuurde ik haar het scenario. Nadat ze het had gelezen, belde ze me en stelde ze me een heleboel vragen over hoe mijn broer en ik dit verhaal hadden beleefd, hoe mijn moeder was, hoe zij die situatie had ervaren. Nadien zei ze, ‘Weet je, als je je moet verstoppen, als je jezelf het recht ontzegt om legitiem te zijn, dat spreekt me echt aan.’ Dus ik zei tegen haar, ‘Oké, dat is perfect. Laten we ervoor gaan.’ We zaten meteen op dezelfde lijn. Ik ben geen socioloog, ik ben een filmmaker; zij is ook geen sociologe, zij is een actrice. Maar wat we gemeen hadden, was proberen om dit personage en dit verhaal zo authentiek en geloofwaardig mogelijk te laten aanvoelen.

Eye Haïdara in “Six jours, ce printemps-là” | Cinéart

Hoe belangrijk was voor jou het draaien op locatie in het zuiden van Frankrijk waar ze hun vakantie doorbengen?

Héél belangrijk, want het was dezelfde regio waar we vroeger onze vakantie doorbrachten; we filmden zelfs in dezelfde buurt. Het was niet hetzelfde huis, maar wel in dezelfde buurt, hetzelfde strand, hetzelfde dorp.

Je werkte nu met een cast van drie generaties. Je hebt Emmanuelle Devos, Eye Haïdara, en de kinderen. In welke mate moet je dan als regisseur je manier van werken aanpassen?

Dat is een interessante vraag. Je ziet de kinderen in elke scène, en zij waren tien jaar oud. En er is een wet in Frankrijk—ook in België overigens—die zegt dat je kinderen in een film niet meer dan vier uur per dag mag laten werken. Dus we draaiden vier uur per dag, wat heel weinig is, zodat we uitkwamen op vijftig draaidagen. De uitdaging van die vier uur per dag is dat je dan heel geconcentreerd moet zijn. En daarom was ik heel blij om opnieuw met Emmanuelle Devos en Damien Bonnard te kunnen werken; dat zijn twee zeer getalenteerde, zeer professionele, zeer ervaren acteurs. Vooraf repeteerden we de hele film een ​​week lang op de set, drie maanden vóór de opnamen, enkel met de kinderen en de acteurs. Geen crew. Het scenario, de cameraman, mijn assistente, en ik. En zo begrepen de kinderen ook alles beter, hoe ze konden acteren, hoe het verhaal in elkaar stak, en ze konden alles vragen wat ze wilden. Want tijdens de opnamen moet je zo efficiënt mogelijk tewerk gaan. Er is dan niet veel tijd te verliezen.

De laatste keer dat we mekaar spraken, was begin vorig jaar bij de persdag van “Un silence,” en toen vergeleek je Emmanuelle Devos met een Stradivarius. Gelet op je strakke draaischema kwam dat ongetwijfeld goed van pas?

Ja, en ik vind het ook heel genereus van haar dat ze heeft ingestemd om in de film te spelen, want ze heeft slechts twee scènes. Het is heel moeilijk om een ​​personage in slechts twee scènes accuraat neer te zetten. Dus ik was heel blij toen ze liet weten dat ze die twee scènes wilde doen. Ik kan haar daarvoor niet genoeg bedanken. Ik zal in de toekomst nog met haar samenwerken. Enfin, we zullen zien, maar de kans is wel groot.

Emmanuelle Devos en Eye Haïdara in “Six jours, ce printemps-là” | Cinéart

In Amerika hebben acteurs als Denzel Washington of Tom Cruise geen behoefte aan regie-aanwijzingen. Zij bepalen zelf hoe ze hun personage spelen. Geldt dat ook voor Emmanuelle Devos?

Heel zeker. Ik moet haar niets zeggen, ik moet haar niet regisseren. Zij komt zelf met suggesties. Dan zegt ze iets over de kleur; bij de tweede take stelt ze een andere kleur voor. En dan zegt ze tegen me, ‘Wil je het nu iets lichter of iets donkerder?’ Ze heeft vooraf alles heel precies uitgekiend. Bij “Un silence” had ze zich weken van tevoren heel intens voorbereid.

Hoe is de casting van de twee kinderen, Leonis Pinero Müller en Teodor Pinero Müller, verlopen?

We zochten kinderen van gemengde afkomst, en tweelingen van gemengde afkomst zijn nog moeilijker te vinden. Tweelingen vinden is op zich al een moeilijke opdracht, en zeker tweelingen van gemengde afkomst. Ik heb drie of vier tweelingen van gemengde afkomst gezien, maar ik koos de kinderen ook in functie van hun ouders. Die mensen waren heel intelligent en heel nuchter. Ze waren er helemaal niet happig op dat hun kinderen in de filmwereld terecht zouden komen. Voor hen was het een ervaring, en ze bleven er heel nuchter bij. Dat stelde me gerust, want daardoor hebben ze ons heel goed geholpen. Ga je kinderen casten, dan geef ik je één goede raad: cast de ouders.

Hadden ze voordien al geacteerd?

Neen, ze hadden nog nooit iets gedaan. Geen acteerlessen of wat dan ook. Eén van hen volgde dansles. Hiphop, en dat is het dan ook. Het was eigenlijk een casting sauvage. Iemand zag hen op straat en vroeg of ze wat foto’s mochten nemen, en vroegen toen om hun telefoonnummer.

Wat is voor jou de belangrijkste boodschap van de film?

Als een koppel met kinderen uit elkaar gaat, je blijft nog altijd een ouderpaar. Kinderen lijden maar al te gemakkelijk indien hun ouders met elkaar in conflict liggen en wanneer dat maar niet opgelost wordt. Om die reden heb ik de film gemaakt. Ik ben zelf gescheiden van de moeder van mijn zoon, maar toen we uit elkaar gingen, spraken we meteen af ​​dat we elkaar zouden blijven steunen als er problemen waren. Dat is wat in de film niet gebeurt. Ik wilde mensen laten nadenken over de noodzaak om met elkaar op een positieve manier in contact te blijven wanneer ze uit elkaar zouden gaan. En voor de moeder van de kinderen betekent dat niet dat ze na de scheiding geen hulp meer nodig heeft, want ze is en blijft de moeder van de kinderen. Waarom kan ze dan niet meer van dat huis genieten? Waarom durft ze niet om hulp te vragen?

Wat was de tijdlijn van de film? Wanneer begon je met het schrijven van het scenario?

Ik schreef het twee jaar vóór de opnamen. Toen schreven we een jaar lang, en daarna volgden nog een paar maanden voor kleine aanpassingen.

Sfeerbeeld uit “Six jours, ce printemps-là” | Cinéart

Je scènes aan de Azurenkust zijn gedraaid bij stralend weer. Heb je de film in de zomer opgenomen?

Neen, in de lente. Het was vooral ontroerend om te filmen op de vakantiebestemmingen die mijn broer en ik kenden van veertig jaar geleden.

Was het in de lente van dit jaar?

Neen, vorig jaar.

Nu, anderhalf jaar later, komt de film uit. De postproductie nam blijkbaar heel wat tijd in beslag?

[Korte pauze] Je zou het zo kunnen zeggen, ja.

Heb je tijdens het monteren in de film dingen gezien waar je eerder niet op had gelet? Een nieuwe invalshoek gevonden, bijvoorbeeld?

Ja, en dat was een verrassing. Mijn editor, Marie-Hélène Dozo, had me erop gewezen omdat zij het scenario had gelezen vóór de opnamen. Toen we aan het draaien waren, stuurden we haar de rushes. Op een dag belde ze en ze zei, ‘Er is iets heel interessants, Joachim. De beelden zijn zachter en meer teder dan ik me had voorgesteld.’ Toen we begonnen te monteren, zag ik dat ook. Bij de eerste ruwe versie viel het op; hoewel er sociaal geweld in zit, is de film ook teder en zacht. Dat hadden we niet verwacht. Tijdens de montage hebben we er dus hard aan gewerkt om dat te behouden. En het duurde allemaal iets langer dan verwacht, ook omdat we niet meteen de geschikte muziek vonden; dat was voor ons een probleem. We vonden geen muziek die paste bij de nostalgie en tederheid die de beelden uitstraalden. Totdat we [componist] Reyn ontmoetten; hij deed meteen een aantal suggesties, en van zodra we zijn composities met de beelden combineerden, dacht ik, ‘Dat is supercool.’

Toen de film voor het eerst in San Sebastian werd vertoond, neem ik aan dat je hem met het publiek hebt gezien. Was het voor jou belangrijk om te zien hoe ze reageerden?

Dat is altijd een enorm genoegen als filmregisseur. Het was de eerste publieke vertoning van de film. Ik ben het meest vertrouwd met Cannes en San Sebastian, want dat zijn de twee festivals waar ik het vaakst ben geweest. En dat was heel ontroerend, omdat je voelde dat het publiek zich verbonden voelde met de film, dat mensen lachten of ontroerd waren.

Heeft het publiek je toen ook verrast?

Ja, er waren momenten dat ze lachten, en dat verraste me. Wanneer de kinderen zich verstoppen omdat de conciërge van het huis ernaast op de deur klopt, is er altijd wel een moment waarop mensen lachen om hun gedrag. Ik had verwacht dat ze op dat moment bang zouden zijn. Ze zijn ook bang, maar ze lachen. De scène waarin de kinderen om de buur lachen, is ook zo’n scène die iedereen deed lachen. Daar ben ik echt blij om.

Ben je bij die eerste vertoning van je film ook nerveus, of zelfs misschien een beetje bang?

Neen, dat niet. Ik ben vooral blij dat ik erbij ben en dat met het publiek kan meemaken. Maar stress heb ik niet, omdat ik de film zo goed ken, en ik heb hem voordien al een paar keer met vrienden gezien. Dan ben ik al wat gerustgesteld. Ik heb wel stress wanneer ik de film voor het eerst aan de producer laat zien. Dàn heb ik stress.

Wat is voor jou de belangrijkste reden om het publiek te overtuigen om de film te gaan zien?

Hij toont personages tijdens een zachtaardig en soms ook vrolijk moment en ze laten ons nadenken over wat familie is. Ik denk dat ik dat tegen de mensen zou zeggen. Dat is uiteindelijk de essentie van de film.

Heb je intussen al een nieuw project in gedachten?

Ik heb net een nieuw scenario klaar. We zien wel hoe het nu verdergaat. Ik ben nu bezig met de casting. Ik weet dat Emmanuelle Devos erin zal meespelen. De mannelijke hoofdrol, daar ben ik nog mee bezig.

Je hebt al een nieuw scenario klaar. Ik heb de indruk dat je heel snel schrijft.

Neen, dat niet, maar ik schrijf veel. Ik schrijf elke dag van 9 uur tot 16 uur; die routine heb ik al twintig jaar. Wanneer een film klaar is, begin ik aan de volgende. Ik ben niet het type dat gaat wandelen om inspiratie op te doen. Ik denk na over wat ik wil schrijven en dan begin ik meteen. Ik denk niet dat ik snel schrijf, maar ik schrijf veel. En dan komt er onvermijdelijk een moment dat het loont.

De Franse regisseur en scenarioschrijver Christian Carion vertelde me eens over een Franse scenarioschrijver die bij het schrijven altijd de TGV van Parijs naar Biarritz neemt en terug. Het is alsof hij energie haalt uit de snelheid van de trein, en het raam is voor hem dan zijn scherm.

Zo heeft iedereen zijn eigen methode. Maar ik weet bijvoorbeeld dat ik elke ochtend om 9 uur thuis moet zijn, met mijn co-scenarist. We zitten aan tafel of in de zetel, en dan praten we over de scènes en we stellen ons die voor. Zo gaat het al twintig jaar. Ik heb het gevoel dat het voor mij het juiste ritme is. Er zijn mensen die workshops of schrijf-retraites doen, maar dat hoeft voor mij niet. Ik kan zowel thuis als op m’n kantoor schrijven. Misschien klinkt het wat banaal, maar het is zo. Maar als ik op vakantie ben, dan schrijf ik liefst niet.

Telefoon interview
28 november 2025

FILMS

FOLIE PRIVÉE (2004) DIR Joachim Lafosse PROD Eric van Zuylen SCR Joachim Lafosse, Kris Cuppens CAM Federico D’Ambrosio ED Sophie Vercruysse CAST Mathias Wertz, Vincent Cahay, Kris Cuppens, Catherine Salée, Jean-Benoît Ugeux

ÇA REND HEUREUX (2006) DIR – SCR Joachim Lafosse CAM Ana Samoilovich ED Sophie Vercruysse CAST Fabrizio Rongione, Kris Cuppens, Catherine Salée, Mariet Eyckmans, Dirk Tuypens, Cédric Eeckhout, François Pirot, Jean-Benoît Ugeux

NUE PROPRIÉTÉ (2006) DIR Joachim Lafosse PROD Joseph Rouschoup SCR Joachim Lafosse, François Pirot CAM Hichame Alaouie ED Sophie Vercruysse CAST Isabelle Huppert, Jérémie Renier, Yannick Renier, Kris Cuppens, Patrick Deschamps, Raphaëlle Lubansu, Sabine Riche, Catherine Salée, Jean-Benoît Ugeux

ÉLÈVE LIBRE (2008) DIR Joachim Lafosse PROD Jacques-Henri Bronckart SCR Joachim Lafosse, François Pirot CAM Hichame Alaouie ED Sophie Vercruysse CAST Jonas Bloquet, Jonathan Zaccaï, Yannick Renier, Claire Bodson, Pauline Etienne, Anne Coesens, Thomas Coumans, Johan Leysen

À PERDRE LA RAISON (2012) DIR Joachim Lafosse PROD Jacques-Henri Bronckart, Olivier Bronckart SCR Joachim Lafosse, Matthieu Reynaert, Thomas Bidegain CAM Jean-François Hensgens ED Sophie Vercruysse CAST Tahar Rahim, Niels Arestrup, Émilie Dequenne, Stéphane Bissot, Mounia Raoui, Radouane Behache, Baya Belal, Nathalie Boutefeu, Yannick Renier

LES CHEVALIERS BLANCS (2015) DIR Joachim Lafosse PROD Jacques-Henri Bronckart, Olivier Bronckart, Sylvie Pialat SCR Joachim Lafosse, Thomas van Zuylen, Bulle Decarpentriers (boek van Geoffroy d’Ursel, François-Xavier Pinte) CAM Jean-François Hensgens ED Sophie Vercruysse CAST Vincent Lindon, Louise Bourgoin, Valérie Donzelli, Reda Kateb, Bintou Rimtobaye, Stéphane Bissot, Yannick Renier, Catherine Salée, Tibo Vandenborre, Filip Peeters

L’ÉCONOMIE DU COUPLE (2016) DIR Joachim Lafosse PROD Jacques-Henri Bronckart, Olivier Bronckart, Sylvie Pialat, Benoît Quainon SCR Joachim Lafosse, Mazarine Pingeot, Fanny Burdino CAM Jean-François Hensgens ED Yann Dedet CAST Bérénice Bejo, Cédric Kahn, Marthe Keller, Margaux Soentjens, Jade Soentjens, Francesco Italiano, Tibo Vandenborre, Catherine Salée

CONTINUER (2018) DIR Joachim Lafosse PROD Jacques-Henri Bronckart, Olivier Bronckart, Sylvie Pialat, Benoît Quainon SCR Joachim Lafosse, Thomas van Zuylen (adaptatie van Mazarine Pingeot, Fanny Burdino, Samuel Doux) CAM Jean-François Hensgens ED Yann Dedet CAST Virginie Efira, Kacey Mottet Klein, Diego Martín, Mairambek Kozhoev, Damira Ripert, Belek Mamatkoulov

LES INTRANQUILLES (2021) DIR – SCR Joachim Lafosse PROD Alexandre Gavras, Anton Iffland Stettner, Eva Kuperman, Antonino Lombardo, Jani Thiltges CAM Jean-François Hensgens ED Marie-Hélène Dozo MUS Antoine Bodson, Ólafur Arnalds CAST Leïla Bekhti, Damien Bonnard, Gabriel Merz Chammah, Patrick Deschamps, Jules Waringo, Alexandre Gavras, Joël Delsaut, Colette Kieffer

UN SILENCE (2023) DIR Joachim Lafosse PROD Antonio Lombardo, Alexis Dantec, Anton Iffland Stettner, Eva Kuperman, Régine Vial, Jani Thiltges SCR Joachim Lafosse, Thomas van Zuylen, Chloé Deponchelle, Paul Ismaël CAM Jean-François Hensgens ED Damien Keyeux CAST Daniel Auteuil, Emmanuelle Devos, Matthieu Galoux, Jeanne Cherhal, Louise Chevillotte, Nicolas Buysse, Karim Barras, Larisa Faber

SIX JOURS, CE PRINTEMPS-LÀ (2025) DIR Joachim Lafosse PROD Eva Kuperman, Alexis Dantec, Hans Everaert, Régine Vial, Jani Thiltges, Anton Iffland Stettner SCR Joachim Lafosse, Chloë Duponchelle, Paul Ismaël CAM Jean-François Hensgens ED Marie-Hélène Dozo MUS CAST Eye Haïdara, Jules Waringo, Leonis Pinero Müller, Teodor Pinero Müller, Emmanuelle Devos, Damien Bonnard, Karim Barras