Dominique Abel en Fiona Gordon: “Onze films gaan over mensen die vallen en weer opstaan”

Dominique Abel (geb. 1957 te Brussel) en Fiona Gordon (geb. 1957 in Australië en opgegroeid in Canada) zijn Belgische film- en toneelregisseurs, scenarioschrijvers en acteurs met tot dusver vijf speelfilms op hun naam. Ze staan bekend om hun unieke niche in de hedendaagse cinema door hun kenmerkende stijl van fysieke komedie. Hun mix van slapstick, visuele humor en grillige storytelling is een hartverwarmende ode aan de legendes van de stomme film, terwijl ze er intussen ook hun eigen persoonlijke thema’s en gevoeligheden aan toevoegen.

Hun films kunnen minimalistisch overkomen, maar zijn des te expressiever met sterk overdreven gebaren, visuele verhalen, ingewikkelde choreografieën en nauwkeurige timing, waardoor ze een lust zijn voor het oog. Na vele jaren op het podium te hebben gestaan, sierden ze het scherm met hun speelfilms “L’iceberg” (2005), “Rumba” (2008), “La fée” (2011) , “Paris pieds nus” (2017) en hun nieuwste film, “L’étoile filante” (2023).

Abel en Gordon—partners zowel voor als achter de camera—waren afgelopen maart genodigden op de 39e editie van het Love International Film Festival Mons om er hun nieuwste film te introduceren, over een voormalige terrorist die nu als barman werkt bij L’Étoile Filante en al vijfendertig jaar ondergedoken leeft. Totdat hij op een dag wordt geconfronteerd met een onbekende die opdaagt in de bar.

“L’étoile filante” (2023, trailer)

In het volgende interview met Abel en Gordon lag de focus op hun werk als acteurs en all-round filmmakers.

Bij elke film lijkt het alsof jullie een nieuwe start nemen en terug van nul beginnen. Is dat misschien jullie geheime wapen?

[FIONA GORDON] We denken daar niet echt over na. Een stemmetje in ons achterhoofd zegt ons dat we niet hetzelfde mogen doen en dus telkens iets nieuws moeten bedenken. Maar we doen geen karakterstudie; het is gewoon de situatie en veel improvisatie. Werken aan de situaties, werken aan de personages.
[DOMINIQUE ABEL] We proberen te voorkomen dat we in herhaling vallen. Soms reageren we op problemen die we ontdekken, zoals in onze laatste film. Meestal zijn we dramatischer en denken we, ‘Misschien zijn we té dramatisch, terwijl we alleen maar grappig zouden moeten zijn.’ En als we dat proberen, is het van, ‘Oké, het is grappig, maar het is niet dramatisch.’ Deze film is donkerder.

Aangezien jullie zelf jullie scenario’s schrijven, regisseren en de hoofdrollen spelen, zijn jullie daardoor ook kritischer tegenover jullie eigen werk?

[FIONA GORDON] We zijn zeer kritisch. Bij de eerste voorstellingen van onze films voor een publiek voelen we soms wanneer de mensen er ietwat verstijfd bijzitten, of dat ze niet van harte lachen, en dan denken we, ‘Daar hadden we veel verder kunnen gaan, want ze vinden het leuk.’ Maar we kunnen natuurlijk niet meer terug. De volgende keer doen we dit en dat, maar de volgende keer is het altijd heel anders. Er zijn verschillende oplossingen en je vindt nieuwe dingen uit en maakt nieuwe fouten.

“Paris pieds nus” (2017, trailer)

Robert Wise vertelde me ooit dat het ergste dat een filmmaker kan overkomen, is wanneer je je film voor de eerste keer aan een publiek vertoont en je hoort in de zaal een bad laugh, wanneer ze op het verkeerde moment lachen of wanneer ze lachen terwijl het helemaal niet de bedoeling was. Houden jullie daar ook rekening mee?

[FIONA GORDON] Dat is voor ons niet echt een probleem, want we zijn clowns en we hopen dat het publiek zal lachen. Maar er zijn natuurlijk verschillende manieren van lachen.
[DOMINIQUE ABEL] We hopen altijd om een sarcastische lach te vermijden. Meestal proberen we mensen aan het lachen te krijgen door middel van empathie…
[FIONA GORDON] …een empathische lach, geen spottende lach. Als clown is dat één van de eerste dingen die je leert, en dat bepaal je niet zelf. Je probeert iets uit voor een publiek, de mensen lachen, en dan probeer je dat lachen op de een of andere manier te cultiveren. Maar je kan niet grappig zijn op een manier waarbij je jezelf moet forceren. Buster Keaton leerde al vroeg in zijn carrière dat hij veel beter was wanneer hij zich fixeerde op zijn stone face, terwijl andere acteurs zoals Jim Carrey beter zijn als ze heel expressief kunnen zijn. Elke clown heeft zijn persoonlijke aanpak, maar hij kiest dat niet noodzakelijkerwijs. Als een bepaalde manier om je uit te drukken heel goed bij je past, dan gebruik je die.
[DOMINIQUE ABEL] We nodigen ook professionals uit tijdens de montage, nog voordat we alle geluiden en speciale effecten hebben, en zij kunnen bepalen hoe een scène veel beter kan werken en grappiger kan zijn.
[FIONA GORDON] In de grote periode van de burleske—the great physical comedy period—konden ze gemakkelijker terugkeren om verbeteringen aan te brengen. Chaplin kon veel geld uitgeven om scènes opnieuw te blijven draaien en opnieuw te improviseren. Dat zou echt een ideale situatie zijn voor mensen zoals wij, maar de economie van de cinema staat dat niet toe.

Je sprak daarnet over een empathische lach en dat is wel belangrijk, niet? Vooral omdat jullie bijzonder veel empathie hebben voor jullie personages.

[DOMINIQUE ABEL] Dat komt omdat al onze films gaan over mensen die vallen en weer opstaan. We praten altijd over veerkracht, dat de basis van een clown. Hoe hij omgaat met zijn problemen, hoe hij zich erover zet en die probeert te begrijpen door te lachen.
[FIONA GORDON] Er zijn verschillende soorten humor en de ene is niet beter dan de andere. Zelfs verdrietige clowns kunnen onaangenam zijn als ze hun personage baseren op hun eigen sterke en zwakke punten. Het is geen oordeel over de samenleving, het is meer een weergave van wie je bent in de samenleving. Net als de hofnar van de koning: hij kon nare dingen zeggen en kritisch zijn, zolang hij maar grappig was. Dus dat is een andere benadering van humor. Ons gevoel voor humor leunt meer aan bij de kleine man, de underdog.

Hoe verloopt jullie samenwerking tijdens het schrijven, de voorbereiding en de opnamen?

[DOMINIQUE ABEL] We praten altijd over onze ideeën, en wanneer we beginnen te schrijven, werken we afzonderlijk. We sturen elkaar onze pagina’s via e-mail, ook al zitten we naast elkaar. Maar het schept wel een afstand en je neemt de tijd om te lezen wat de andere heeft geschreven.
[FIONA GORDON] Uiteindelijk is het als een ping pong spel tussen ons waarbij we elkaar versies sturen. Beetje bij beetje wordt het één versie; ik neem dingen over die hij heeft geschreven en stop die in mijn versie, hij neemt dingen die ik heb geschreven en stopt die in de zijne. Wanneer het één wordt, geven we het aan elkaar door, passen we alles aan en halen we de veranderingen eruit die de ander heeft aangebracht.
[DOMINIQUE ABEL] Van zodra we het verhaal hebben dat we willen, nodigen we onze vrienden uit—de hoofdrolspelers—en nemen we de scènes op met een kleine camera. Het scenario is altijd een idee of een suggestie voor een fysieke komedie, dus we moeten kijken of dat idee ook werkt bij de acteurs. Dat hangt af van elke clown. Soms werkt een idee niet voor die bepaalde clown, of improviseert iemand iets dat veel beter is dan het idee. Nadien voegen we die ideeën toe aan het scenario. Komen we dichter bij de opnamen, dan nodigen we ook andere mensen uit, zoals de DOP en kostuumontwerper, en we vinden en veranderen nog steeds dingen tot de dag wanneer we beginnen met draaien. Wanneer mensen onze films zien, zeggen ze vaak, ‘Oh, er is veel improvisatie!’ Ja, dat klopt, maar dat gebeurde allemaal veel eerder. Tijdens de opnamen hebben we geen tijd om te improviseren—of in ieder geval niet veel.
[FIONA GORDON] De uitdaging is om dezelfde spontaniteit en frisheid te behouden die we hadden tijdens het improviseren. Het kan immers mechanisch worden na al die repetities, en we houden van dat ruige kantje: improviseer je bij een bepaalde scène voor het eerst, dan verras je jezelf soms door wat je kan, en nadien ben je helemaal niet meer zo verrast. Maar het heeft nog steeds die glinstering in het oog nodig, dat je denkt, ‘Ah, dit is de eerste keer dat ik dit doe.’

Fiona Gordon en Dominique Abel in oktober jl. tijdens het Festival International du Film Francophone de Namur | Film Talk

Hoe behoud je die spontaniteit, vooral nadat je alle scènes tijdens de repetities al zo vaak hebt gespeeld?

[FIONA GORDON] Theateracteurs weten hoe dat moet, omdat ze het keer op keer herhalen en het altijd nieuw moet zijn. Filmacteurs hebben die opleiding en gewoonte veel minder, dus voor hen is het moeilijker.
[DOMINIQUE ABEL] Vrienden van ons hebben met Peter Brook gewerkt en zij waren het toneelstuk “Waiting for Godo” aan het repeteren. De dag vóór de première zei hij tegen zijn hoofdrolspelers, ‘Oké, het ziet er geweldig uit. Nu zullen we de personages die jullie spelen verwisselen.’ En ze moesten het andere personage spelen. Dat was een enorme uitdaging. Het stuk op de première was niet perfect, maar er was wel een ongelooflijke energie.
[FIONA GORDON] Als clown heb je hun routine nodig, je moet die uitwerken, maar je mag die frisheid niet verliezen. Ik heb repetities van Jacques Tati gezien en soms dacht je, ‘Mmm, de repetities verliepen moeizaam, maar ze waren levendiger dan het eindresultaat.’ Natuurlijk was hij een genie, dus maakte hij er een geoliede machine van die heel goed werkte, maar hij kende ook dat probleem om die spontaniteit vast te houden.

Wanneer beseften jullie voor het eerst dat jullie mensen aan het lachen konden brengen?

[FIONA GORDON] Het is grappig, want toen ik op school zat, wilde ik een serieuze acteur worden. Ik wilde Lady Macbeth en Juliet spelen. Ik was er niet zo goed in, maar wanneer ik voor de klas stond en een grapje maakte, werkte dat meestal.
[DOMINIQUE ABEL] Ik wist niet wat ik kon doen, maar ik voelde me altijd aangetrokken tot komedie en die grappige personages. Toen ik een jaar of vijftien was, stelde een vriend van mij voor om er mijn beroep van te maken omdat ik hem altijd deed lachen. Daarna studeerde ik wetenschappen en economie, en na vier jaar aan de universiteit besloot ik naar Parijs te verhuizen waar ik ontdekte dat de clown nog steeds in mij zat.

En van zodra jullie begonnen samen te werken, was het logisch dat jullie de komische toer zouden opgaan?

[FIONA GORDON] Ja, dat proberen we althans. Wij proberen het nog altijd. We hebben nog steeds het gevoel dat we niet de completely physical comedy film hebben gemaakt die we graag willen maken. Probeer het publiek met heel weinig te amuseren. Dat is ons nog niet gelukt [lacht]. Als je een film financiert, moet je iets presenteren, en je krijgt geen blanco cheque om mensen aan het lachen te krijgen. Laat je het scenario aan iemand lezen, het moedigt niet altijd een soort cinema aan die non-narrative is. Ik weet niet of we ooit dat punt zullen bereiken…
[DOMINIQUE ABEL] We hebben vijfentwintig jaar theater gedaan en we waren nooit goed in sketches. Sommige clowns zijn dat wel, maar wij hebben meer tijd nodig en willen graag het verhaal en de setting kennen. Dat is misschien de reden waarom we dat punt mogelijk nooit zullen bereiken.

Love International Film Festival Mons
12 maart 2024

FILMS

L’ICEBERG (2005) DIR – SCR Dominique Abel, Fiona Gordon, Bruno Romy PROD Dominique Abel CAM Sébastien Koeppel MUS Jacques Luley ED Sandrine Deegen CAST Dominique Abel (Julien), Fiona Gordon (Fiona), Lucy Tulugarjuk, Philippe Martz, Bruno Romy

RUMBA (2008) DIR – SCR Dominique Abel, Fiona Gordon PROD Charles Gillibert, Nathanaël Karmitz, Marin Karmitz CAM Claire Childeric ED Sandrine Deegen CAST Dominique Abel (Dom), Fiona Gordon (Fiona), Philippe Martz, Bruno Romy, Clément Morel

LA FÉE (2011) DIR – SCR Dominique Abel, Fiona Gordon, Bruno Romy PROD Charles Gillibert, Nathanaël Karmitz, Marin Karmitz, Valérie Rouy, Elise Bisson, Marina Festré CAM Claire Childeric ED Sandrine Degeen CAST Dominique Abel (Dom), Fiona Gordon (Fiona, The Fairy), Philippe Martz, Bruno Romy, Vladimir Zongo

PARIS PIEDS NUS (2017) DIR – SCR Dominique Abel, Fiona Gordon PROD Dominique Abel, Fiona Gordon, Charles Gillibert, Christie Molia CAM Claire Childeric, Jean-Christophe Leforestier ED Sandrine Degeen CAST Emmanuelle Riva, Pierre Richard, Dominique Abel (Dom), Fiona Gordon (Fiona), Emmy Boissard Paumelle, Céline Laurentie, Philippe Martz, Bruno Romy

L’ÉTOILE FILANTE (2023) DIR – SCR Dominique Abel, Fiona Gordon PROD Dominique Abel, Fiona Gordon, Christie Molia CAM Pascale Marin ED Julie Brenta MUS Dom La Nena, Rosemary Standley CAST Fiona Gordon (Fiona), Dominique Abel (Dom/Boris), Kaori Ito, Philippe Martz, Bruno Romy, Mélanie Depuiset, Jimmy Assandri, Bertrand Landhauser