In “Passages,” de nieuwste film van de Amerikaanse scenarioschrijver, filmregisseur en producer Ira Sachs (geb. 1965), belicht hij het huwelijk van een homokoppel en hun comfortabele leven dat op zijn kop wordt gezet wanneer één van hen verliefd wordt op een jonge vrouw. Het resultaat is intieme en diepzinnige zoektocht van mensen en de complexiteit van liefde en relaties. De film speelt zich af in Parijs en volgt de veranderende dynamiek binnenin een romantische driehoeksverhouding die wordt gestuurd door liefde, verlangen en het nastreven van het onbereikbare.
Het is de achtste speelfilm van Ira Sachs. In zijn films heeft hij bijzonder veel aandacht en empathie voor zijn personages, en creëert hij met zijn vertelstijl betekenisvolle beelden met een menselijke diepgang. In samenwerking met een Europese all-star cast van drie buitengewone en avontuurlijke acteurs—Franz Rogowski speelt Tomas, een Duitse filmregisseur; Ben Whishaw is Martin, een kunstenaar en zijn echtgenoot; Adèle Exarchopolous portretteert Agathe, de jonge vrouw, een onderwijzeres—toont Sachs een wereld waar in zijn fictieve verhaal de boeiende vertolkingen worden versterkt door de persoonlijke inbreng van de acteurs.
“Passages” (2023, trailer)
Het portret van deze drie mensen, verstrikt in hun eigen verlangens, is ook de vijfde film van Ira Sachs met zijn co-scenarist Mauricio Zacharias, en zijn eerste speelfilm sinds “Frankie” (2019) met Isabelle Huppert in de hoofdrol. Zijn eerdere films zijn “The Delta” (1997), “Forty Shades of Blue” (2005), “Married Life” (2007), “Keep the Lights On” (2012), “Love Is Strange” (2014) en “Little Men” (2016). De acteurs die hij eerder met zijn scherp observatievermogen in zijn onafhankelijke films regisseerde, zijn onder meer Marisa Tomei, Rachel McAdams, Patricia Clarkson, Pierce Brosnan, Chris Cooper en veteraan Rip Torn.
De Amerikaanse filmcriticus Glenn Kenny omschrijft Ira Sachs in zijn filmrecensie van “Passages” op rogerebert.com als ‘one of American cinema’s most reliable crafters of human-scaled cinematic dramas.’ Sachs is ook de oprichter en executive director van Queer/Art, een non-profit kunstorganisatie gevestigd in New York City die LGBTQ+-artiesten ondersteunt in verschillende disciplines en over meerdere generaties.
Het onderstaande gesprek met Ira Sachs vond eind juni plaats tijdens het Brussels International Film Festival waar “Passages” werd vertoond. De film is vanaf vandaag te zien in de Belgische bioscopen. Verdeler: Imagine Film Distribution.
In je films zijn je personages altijd kwetsbaar en gevoelig. Dat is jouw niche, neem ik aan?
Sommige mensen gaan naar de bioscoop om meegesleept te worden, anderen om zichzelf te zien. Ik ben meer geïnteresseerd in films waarin je jezelf kan herkennen met de details en ervaringen die een film kan meegeven. Er zijn films waarin je uit je leven wordt gehaald, terwijl ik me meer aangetrokken voel tot films die je dichter bij het leven brengen.
Je wordt geprezen vanwege je karakterstudies in uiteenlopende settings. In “Frankie” [2019] bijvoorbeeld heb je van die mooie en magische landschappen, terwijl de setting van “Passages” net het tegenovergestelde is. Die is erg krap.
Ja, de kamers zijn klein, vooral in het huis van Agathe. Het is als een box; er is geen uitweg. Maar voor mij zijn het verschillende films. “Passages” is een actiefilm, het is een film over het heden. Er is geen verleden in deze film. “Frankie” is een film waarin het verleden en het vertellen van verhalen echt centraal staan in de beleving. Toen ik “Passages” opnam, was er een scène die op een verhaal leek, waarin twee personages beschreven waarom ze waren wie ze waren, en ik moest die scène uit de film verwijderen. Het was een ander soort van storytelling, en dat werkte hier niet. De film speelt zich af in het heden en elke scène is een gebeurtenis die maar één keer voorkomt.
En elke scène is ook cruciaal, hoewel sommige op het eerste zicht misschien een beetje triviaal lijken. Maar neem je de dinerscène met de ouders van Agathe, die komt op het juiste moment wanneer haar moeder zich vragen stelt bij de bedoelingen van Tomas en wat voor toekomst haar dochter zal hebben.
Ja, en die scène is heel goed geacteerd. Iedereen staat op de tippen van zijn tenen en ik vind dat ze elkaar naar een hoger niveau tillen. Daar kun je altijd op hopen, maar je mag er niet op rekenen. Het betekent ook dat de inzet van elke opnamedag heel hoog is, want als er niets gebeurt, heb je ook niets. Daarom moet elke scène tellen. En dat moet moeiteloos overkomen; je mag niet zien dat het moeite heeft gekost. Dat is de uitdaging wanneer je gaat regisseren: uitzoeken hoe je iets uit het dagelijks leven naar het niveau van cinema kunt tillen. Niet makkelijk.
Hoe zorg je er dan voor dat het werkt?
Ik neem risico’s en vertrouw daarop. Vooraf doe ik bijvoorbeeld geen repetities met mijn acteurs; ik heb hen de dialogen niet horen zeggen, en de acteurs hebben ook niet met elkaar geoefend. Dit is cruciaal voor mij want zo creëer je bij je opname de mogelijkheid is om iets vast te leggen dat maar één keer zal gebeuren; het is dus het tegenovergestelde van theater. Vandaar dat ik met hen geen gesprekken voer over motivatie, want dan begin je iets te beschrijven en te omschrijven. Dan wordt het letterlijk gemaakt en is het minder complex. Als ik het letterlijk zou nemen, dan ben ik een romanschrijver. Dat is een andere benadering. Ik ben op zoek naar de dingen die onuitgesproken blijven, en daar moet ik dus een geschikte omgeving voor creëren. En ik denk dat het voor acteurs heel boeiend is wanneer ze weten dat ik een wereld zal creëren die er enkel voor hen is. Dan weten ze dat de andere acteurs ook goed zullen zijn. Ik vraag hen om er zich zo weinig mogelijk bij voor te stellen; ik probeer hen alles te geven. De samenwerking met mijn acteurs is gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Toen we de seksscènes draaiden, stelden de acteurs zelf de grenzen voor mij; er was geen gesprek over wat wel en niet in de film ging komen. Ze deelden met mij waar ze zich comfortabel bij voelden.

En aangezien je niet repeteert, is de casting dus jouw belangrijkste houvast.
Ja, de casting is cruciaal, maar ik vertrouw ook op mijn manier van werken. Het moeilijkste om te casten zijn de acteurs voor de kleine rollen, want voor hen is het een enorme uitdaging om zo authentiek mogelijk in een wereld binnen te stappen waar de hoofdrolspelers dag in dag uit werken. In sommige opzichten is het dus gemakkelijker om je hoofdrolspelers te casten. Ik weet ook echt heel goed wie ik zoek wanneer ik een hoofdacteur cast. Ik heb op het scherm gezien wat ze kunnen brengen en ik probeer hen iets te bieden dat voor hen heel toegankelijk is. Ik wil hen niet transformeren; met kostuums en decors kun je je acteurs al in de wereld van hun personages onderdompelen. Ik wil dat ze zichzelf laten zien. Je probeert een realiteit op te zetten met behulp van een groep mensen, een groep technici, een groep kunstenaars, en je probeert iets te maken dat op een documentaire lijkt, wat niet betekent dat er een ambacht bij betrokken is. Als ik zeg dat ik niet repeteer, wil dat niet zeggen dat ik geen eindeloos aantal uren besteed om uit te uitzoeken hoe ik de film ga opnemen. Omdat ik mijn films volledig storyboard—zonder me tijdens de opnamen vast te pinnen aan de storyboards—heb ik vooraf ùren en ùren aan voorbereiding gedaan. Dus als ik op de set kom, heb ik een plan van aanpak, en had ik die voorbereiding niet gedaan, dan zou ik in shit creek zitten, zoals wij zeggen [lacht]. Dus ik repeteer niet met mijn acteurs tijdens de preproductie, maar breng wel elke dag zo’n vijf uur door met mijn cinematographer [Josée Deshaies], dag na dag na dag, om de beeldtaal van de film en van elke scène zo nauwkeurig mogelijk te benaderen.
Dus zij is jouw belangrijkste medewerker?
Ik werk altijd heel intens met de mensen om me heen. En tijdens die samenwerking maak ik drie films: ik schrijf een film, ik draai een andere en monteer dan de uiteindelijke film. Elke film is verschillend en in elke fase heb ik een ander ‘huwelijk.’ Ik werk met mijn co-scenarist en we schrijven samen het scenario; daarna werk ik met de cameravrouw, en we maken en produceren samen de film. Zij is mijn wederhelft; ik kan het werk niet doen zonder haar. En dan monteer ik met een derde persoon [Sophie Reine], en we zijn echt als een koppel dat de film maakt. We zijn een stel, maar ik heb wel iets meer macht, en ik denk dat ze dat ook goedvinden, in die zin dat ze weten dat de relatie niet gelijk is. We hebben verschillende rollen.
Je hebt meer macht. Heb je dan ook carte blanche?
Wel, enkel tot op zekere hoogte omdat ik niet kan acteren, ik kan ook geen set belichten. Op een filmset is het altijd fascinerend hoe mensen me dingen aanreiken vanuit hun vakgebied, dingen die ik zelf niet kan. Dus ik geef hen veel vrijheid, en die vrijheid is echt essentieel voor een acteursfilm als “Passages.” Ik regisseer dus niet zoals Tomas dat in het begin van de film doet. Ik ben, net als hij, wel een blanke mannelijke filmregisseur met een zekere macht, en de film gaat over het verliezen van die macht. Daarover gaat de film, dat is het verhaal, over iemand die schijnbaar alle macht heeft en aan de grond komt te zitten. Dat is het. Hij gaat van de trap bovenaan tot helemaal beneden. De film is eigenlijk een remake van Luchino Visconti’s “L’innocente” [1976, met in de hoofdrollen Giancarlo Giannini en Laura Antonelli]. In die film belandt hij op de grond en schiet hij zichzelf neer. In mijn film doe ik dat niet, maar het is hetzelfde verhaal. Het gaat over een man met macht die alle macht verliest.
Voel je je meer aangetrokken tot Europese filmregisseurs dan tot Amerikaanse regisseurs? Ook omdat “Passages” erg Europees aanvoelt.
Sinds de pandemie heb ik met m’n gezin met veel plezier gekeken naar heel wat films en heb ik de Amerikaanse cinema van de jaren dertig ontdekt. Ik zag westerns en gangsterfilms op een nieuwe manier; ze zijn zó gemakkelijk en zó ongelooflijk. Er is zoveel rijkdom en zoveel diepgang in terug te vinden. Dat zijn schitterende films, gemaakt in een schitterende periode. Dus ik ben zeker onder de indruk van de Amerikaanse cinema. Visueel hel ik wel meer over naar de Europese cinema, en ook de Aziatische cinema, met Yasujirō Ozu of Hou Hsiao-hsien. Maar de meest directe lijn voor mij is via de Franse cinema, waar ik vaak naar terugkeer.

Is dat ook de reden waarom je “Passages” in Parijs hebt opgenomen?
Ik denk niet dat er een academische verklaring voor is. In Parijs heb ik een leven gehad. Ik woonde daar toen ik twintig was. Ik sprak niet zo goed Frans, ik kende daar niemand, dus wat deed ik? Ik ging naar de cinema en zag twee of drie films per dag. Parijs is een filmstad die mijn leven heeft veranderd, en waar ik relaties, relatiebreuken en vriendschappen heb gehad, en ik ben zeer bekend met het leven en levenservaringen in Parijs. Het is niet als elders—behalve dan New York en Memphis, de twee andere steden waar ik films heb gemaakt. Dus Parijs voelt voor mij niet vreemd aan.
Je noemde net een paar regisseurs. Ik heb de neiging om je te vergelijken met Samuel Fuller. Jullie zijn allebei gepassioneerde en onafhankelijke regisseurs die zeer persoonlijke films maken, en acteurs spelen een sleutelrol in jullie films.
“Passages” is een actiefilm op een manier zoals Fuller ze maakte. Het is een film met een forse impact, en die impact is meedogenloos. Je noemt Samuel Fuller, maar ik keek ook naar James Cagney-films en dacht aan go bold, go strong. Hij was iemand die volgens Orson Welles de beste acteur was die ooit voor de camera stond. Ik denk dat Samuel Fuller een punk rock filmregisseur is, en ik ben veel meer bourgeois dan hij, maar het is wel iets waar ik een zekere energie uit kan putten.

Wat “Passages” ook heel interessant maakt, je hebt het personage van Tomas dat heel dominant is en wil dat mensen zich gedragen zoals hij wil, terwijl Agathe het tegenovergestelde is, een heel low-key personage. Ik stel me voor dat je als regisseur een perfecte balans tussen je personages moet vinden om het verhaal dan te laten werken. Hoe doe je dat?
Dat is de dynamiek van de film: contrast en conflict. Wat interessant is, is wat er in het scenario op papier staat, maar ook en vooral wat Adèle Exarchopoulos aan haar rol van Agathe toevoegt. Toen ik begon met schrijven, had ik passieve personages in m’n achterhoofd en liet hen door passieve acteurs spelen. Dat was lang niet zo interessant als het schrijven van mogelijk passieve personages en hen dan door zeer actieve acteurs te laten spelen. En Adèle is buitengewoon. Ze is de Jeanne Moreau van onze tijd: ze is van de aarde en van de hemel. Ze is altijd heel aanwezig en kan zich als actrice sterk laten gelden. Er is de spanning tussen wat ze doet en wie ze is, dat maakt haar vertolking zo meeslepend, en uiteindelijk is haar personage heel bepalend in de film. Agathe weet wat ze wil en ook al is die man getrouwd, het houdt haar niet tegen. Ze wordt meer geleid door haar gevoelens dan door haar overtuiging. Wat volgens mij van toepassing is op de drie hoofdrolspelers.
Als je klaar bent met je scenario en begint met de opnamen, zit je daar dan ook mee in je hoofd?
Nee. Daarom vind ik het zo stimulerend om over de film te praten; het is boeiend en prettig om mensen te ontmoeten die om dezelfde dingen geven als jezelf. We zijn niet met zovelen. Er is geen wereld vol mensen die nog over Samuel Fuller wil spreken. Maar over die dingen praat ik niet met mijn acteurs, en in zekere zin ben ik er zelf ook niet mee bezig. Ik ben geneigd om het scenario te volgen en erachter te komen wat het verhaal is—dat is meer instinctief dan intellectueel—en in dit proces spreek je op een manier die niet onnatuurlijk is voor mij. Maar we hebben het hier over een film die bestaat, en dat maakt van mij ook een criticus.
Wanneer heb je de film precies opgenomen? Was dat nog tijdens de pandemie?
Zitten we nu nog in de pandemie? [Lacht.] Ik bedoel, ik ging in februari naar het Filmfestival van Berlijn en de dag toen ik thuiskwam, had ik Covid. Dus ik weet het niet. Toen we de film maakten, zaten we in alle geval meer in de pandemie dan nu. Dat was tussen twee pieken in Parijs, maar iedereen op de set droeg mondmaskers, behalve de acteurs. Dus ik denk dat het een pandemic film is. Wat interessant is, is dat we de pandemie in de film hebben weggewerkt. Ik denk dat je één persoon op straat een mondmasker ziet dragen, want in Parijs droegen mensen toen nog regelmatig mondmaskers.

Kun je de tijdlijn van de film ongeveer reconstrueren?
Na “Frankie” werkte ik aan een nieuw scenario met mijn co-scenarist Mauricio Zacharias. Toen dat klaar was, overkwam me iets dat ik nog nooit eerder had meegemaakt: ik wilde het niet verfilmen. Het was als een crisis in onze relatie—niet persoonlijk, maar creatief—omdat we anderhalf jaar lang hadden geschreven aan iets dat niet werkte. Dat was eind 2019. Toen zagen we “L’innocente” en zeiden we, ‘Oké, nu hebben we structuur.’ Over het algemeen zijn mijn films remakes; het zijn versies van andere films. “Passages” is geïnspireerd op “L’innocente” en “Loulou” [1980, geregisseerd door Maurice Pialat, met in de hoofdrollen Isabelle Huppert en Gérard Depardieu], met een driehoeksverhouding. Het zijn bourgeoisfilms, familiefilms, slaapkamerfilms, fysieke films, seksfilms, al die dingen. Dus ik dacht, ‘Zo’n film wil ik ook maken.’ Het uitwerken van het verhaal en de film was klaar daags vóór de pandemie uitbrak, en toen gingen we uit elkaar omdat we in lockdown waren. Toen volgde er een lange pauze en wist ik niet zeker of er nog films zouden komen; ik wist evenmin of Mauricio en ik nog films konden maken. Halverwege 2020 toonde hij de eerste versie van het scenario—dat ik deze week voor mijn volgende film met hem ook zou moeten hebben, dus dat is leuk. Dat is altijd een belangrijk moment: hij schrijft de eerste versie. Die was was heel boeiend. Toen begonnen we het budget bij elkaar te zoeken en alles in elkaar te passen. Dus vanaf half 2020 kreeg ik het gevoel dat ik terug iets te doen had.

Hoeveel draaidagen had je?
We hebben de film in achtentwintig dagen opgenomen, wat vrij normaal is. Ik was gelukkiger geweest met eenendertig dagen en had er liefst vijfendertig [lacht]. Achtentwintig is moeilijk. Maar ik denk niet dat de film beter was geweest, mochten we nog enkele dagen hebben gehad. Hoewel, er zijn enkele scènes… Nee, hij was niet beter geweest, ik denk het niet. Ik monteer al voordat ik begin te draaien, zodat ik weet wat ik nodig heb. En ik zeg nooit, ‘Oké, we moeten zeven takes doen in vijf uur!’ Dat kan niet; ik zou zoiets nooit doen. Ik weet wat daarvoor nodig is; we hebben een bepaalde hoeveelheid tijd nodig, en die tijd hadden we. Dat is de ervaring die ik denk te hebben met deze film. Dit is een film waarin mijn ervaring het deels van mijn instinct haalde. Mijn instincten zijn dezelfde als toen ik vijfentwintig of dertig was, maar met behulp van m’n eigen vakmanschap keerde ik terug naar mijn instincten van weleer. Dat was spannend.
In je films toon je je ziel. Wat is er nodig om zo’n waarheidsgetrouwe regisseur te zijn?
Bedankt. Ik denk dat ik rigoureus ben in mijn voorbereiding en ik behoud mijn focus op hetgeen om me heen gebeurt. Ik werkte onlangs nog met jonge regisseurs voor het Sundance Institute—ik was hun mentor. Toen ze begonnen met hun opnamen, viel het me op dat ze geen aandacht meer schonken aan wat rondom hen gebeurde. Ze dachten, ‘Oké, ik heb een scenario, ik heb acteurs, ik heb een camera, dus ik heb alles.’ Maar het moeilijkste is om voortdurend attent te blijven voor hetgeen er op het moment gebeurt en ervoor te zorgen dat alles tot leven komt. Dat is het moeilijkste. Soms gaat het over het verplaatsen van de camera of het verwisselen van de lens; soms moet je een zin uit een dialoog verwijderen of even een pauze inlassen. Dat soort craft stuff is moeilijk aan te leren.

Maar een film maken is voor jou iets natuurlijks, niet?
Ja, ik denk van wel. Ik denk dat ik goed samenwerk met andere mensen. Mocht ik geen regisseur zijn, dan had ik misschien een job in de wereld van de psychoanalyse. Dat is het enige andere waarvoor ik het temperament en de persoonlijkheid heb—en ze lijken erg op elkaar. Vooral voor mij, gezien het feit dat ik niet met acteurs repeteer. Ik geef hen de mogelijkheid om iets onverwachts te ontdekken in een omgeving waarin ze zich veilig voelen. Is dat psychoanalyse? Maar ik praat meer dan een analist, en ik kan op een veel actievere manier manipuleren… [Pauze.] Heb je ooit “Who the Devil Made It” [1997] van Peter Bogdanovich gelezen?
Ja.
Is dat geen geweldig boek? Ik hou daar enorm van, het is gewoon briljant! In de V.S. is het out of print.
Heb je ook zijn vervolgboek “Who the Hell’s In It” [2004] gelezen?
Ja, en om de één of andere reden vond ik dat minder, maar misschien was het gewoon het moment. Het was waarschijnlijk net zo goed, right? Hij was een ongelooflijke interviewer. Zijn diepgaande filmkennis was buitengewoon en he was never showing off.
Brussels Internationaal Film Festival
30 juni 2023
FILMS
THE DELTA (1996) DIR – SCR Ira Sachs PROD Margot Bridger CAM Benjamin P. Speth ED Affonso Gonçalves MUS Michael Rohatyn CAST Shayne Gray, Thang Chan, Rachel Zan Huss, Colonious David, Charles J. Ingram, Mai Ballard
FORTY SHADES OF BLUE (2005) DIR Ira Sachs PROD Ira Sachs, Mary Bing, Margot Bridger, Donald Rosenfeld, Jawal Nga SCR Ira Sachs, Michael Rohatyn CAM Julian Whatley ED Affonso Gonçalves MUS Dickon Hinchliffe CAST Rip Torn, Dina Korzun, Darren E. Burrows, Andrew Lawrence Henderson, Elizabeth Morton, Joanne Pankow, Arielle Kight, Red West, Jenny O’Hara
MARRIED LIFE (2007) DIR Ira Sachs PROD Ira Sachs, Jawal Nga, Sidney Kimmel, Steve Golin SCR Ira Sachs, Oren Moverman (novel “Five Roundabouts to Heaven” [1953] by John Bingham) CAM Peter Deming ED Affonso Gonçalves MUS Dickon Hinchliffe CAST Pierce Brosnan, Chris Cooper, Patricia Clarkson, Rachel McAdams, Annabel Kershaw, Sheila Paterson
KEEP THE LIGHTS ON (2012) DIR Ira Sachs PROD Ira Sachs, Marie Therese Guirgis, Lucas Joaquin SCR Ira Sachs, Mauricio Zacharias CAM Thimios Bakatakis ED Affonso Golçalves MUS Arthur Russell CAST Thure Lindhardt, Zachaey Booth, Marilyn Neimark, Paprika Steen, Sebastian La Cause, Julianne Nicholson, Sarah Hess, Jamie Petrone
LOVE IS STRANGE (2014) DIR Ira Sachs PROD Ira Sachs, Lucas Joaquin, Lars Knudsen, Jay Van Hoy SCR Ira Sachs, Mauricio Zacharias CAM Christos Voudouris ED Affonso Golçalves, Michael Taylor CAST John Lithgow, Alfred Molina, Marisa Tomei, Charlie Tahan, Tatyana Zbirovskaya, Darren E. Burrows, Harriet Sansom Harris
LITTLE MEN (2016) DIR Ira Sachs PROD Ira Sachs, Lucas Joaquin, Jim Lande, Christos V. Konstantakopoulos, L.A. Teodosio SCR Ira Sachs, Mauricio Zacharias CAM Óscar Durán ED Affonso Gonçalves MUS Dickon Hinchliffe CAST Greg Kinnear, Jennifer Ehle, Paulina García, Alfred Molina, Theo Taplitz, Michael Barbieri
FRANKIE (2019) DIR Ira Sachs PROD Saïd Ben Saïd, Michel Merkt SCR Ira Sachs, Mauricio Zacharias CAM Rui Poças ED Sophie Reine MUS Dickon Hinchliffe CAST Isabelle Huppert, Brendan Gleeson, Marisa Tomei, Jérémie Renier, Pascal Greggory, Greg Kinnear, Sennia Nanua, Ariyon Bakare, Vinette Robinson
PASSAGES (2023) DIR Ira Sachs PROD Saïd Ben Saïd, Michel Merkt SCR Ira Sachs, Mauricio Zacharias CAM Josée Deshaies ED Sophie Reine CAST Franz Rogowski, Ben Wgishaw, Adèle Exarchopoulos, Erwan Kepoa Falé, Arcadi Radeff, Léa Boublil, Théo Cholbi, William Nadylam, Tony Daoud, Sarah Lisbonis